Hieronder staat de ontwikkeling van de VAR. Conform de afspraak met uw Staten vloeit het rekening- en begrotingssaldo aan het eind van het jaar automatisch in de VAR. Het rekeningsaldo 2021 en de verwachte begrotingssaldi 2022-2025 zijn hieronder opgenomen.
Aangezien een van de uitgangspunten is dat wij € 5 mln. structurele ruimte willen overhouden voor het college na ons is dit het minimale bedrag dat wij in mindering brengen op de stand van de in te zetten VAR. Daarnaast is afgesproken dat de minimale stand van de VAR altijd € 10 mln. bedraagt. Daarmee bedraagt het besteedbaar deel van de VAR aan het eind van deze collegeperiode € 118,7 mln.
VAR (in te zetten)
- Bedragen x € 1 mln.
- Beginsaldo
- Beschikking over reserve
- Begrotingssaldo
- Rekeningresultaat 2021
- Stand op 31/12 inclusief structureel saldo
- Begrotingssaldo structureel niet in te zetten
- Stand op 31/12 exclusief structureel saldo
- Minimale stand VAR
- VAR (in te zetten)
-
2022
- 243,1
- -55,4
- -10,4
- 8,3
- 185,6
- 185,6
- 185,6
-
2023
- 185,6
- -48,9
- -3,0
- 133,7
- -5,0
- 128,7
- -10,0
- 118,7
-
2024
- 128,7
- -2,5
- 0,3
- 126,5
- -5,0
- 121,5
- 121,5
-
2025
- 121,5
- 5,8
- 127,3
- -5,0
- 122,3
- 122,3
-
2026
- 122,3
- 6,7
- 129,1
- -5,0
- 124,1
- 124,1
De beschikking over de VAR in de komende jaren staat in de tabel hieronder.
Beschikking over reserves
- Bedragen x € 1 mln.
- Beschikking over reserve
- Begroting 2020: dekking negatief begrotingssaldo
- Begroting 2022: dekking negatief begrotingssaldo
- Totaal
-
2022
- 55,4
- 55,4
-
2023
- 48,9
- 48,9
-
2024
- 1,0
- 1,5
- 2,5
-
2025
-
2026