Water
Wat willen we bereiken?
We willen ervoor zorgen dat Fryslân een provincie is en blijft met veilige, gezonde, toekomstbestendige en veerkrachtige watersystemen die duurzaam gebruikt worden. Daarbij gaat het om watersystemen waarin economische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in evenwicht zijn. De provincie richt zich met haar beleid op de toekomst, zodat wij in Fryslân op tijd klaar zijn voor de stijgende zeespiegel, klimaatverandering en bodemdaling. Daarnaast worden wateropgaven gerealiseerd via de verschillende gebiedsontwikkelingen in onze provincie.
Hieronder gaan we eerst in op het nieuwe Regionaal Waterprogramma, klimaatadaptatie en resultaat nummer 13 van het bestuursakkoord. Vervolgens gaan we nader in op de drie thema’s uit het nog geldige vierde Waterhuishoudingsplan: waterveiligheid, voldoende water en schoon water.
Regionaal Waterprogramma
Op basis van de Omgevingswet en als uitwerking van de Omgevingsvisie is in 2021 het Regionaal Waterprogramma opgesteld. De uitvoeringsperiode van dit waterprogramma is maximaal 6 jaar, dus van 2022 tot en met uiterlijk 2027. Het Regionaal Waterprogramma is de opvolger van het Vierde Waterhuishoudingsplan (2016 – 2021). Klimaatadaptatie is een belangrijk onderwerp in het Regionaal Waterprogramma.
Klimaatadaptatie
Klimaatadaptatie heeft betrekking op de thema’s veilig, voldoende en schoon waaraan we ook al werkten in onze Waterhuishoudingsplannen. De tijdshorizon van klimaatadaptatie ligt wat verder weg (2050) en de relatie met andere programma’s zoals Energie is van groot belang.
Vanaf 2016 werkten we al samen met Wetterskip Fryslân, Vitens en de gemeenten aan klimaatadaptatie. Deze werkwijze is bestendigd in het Fries Bestuursakkoord Water en Klimaat 3.0 (FBWK3).
Resultaten bestuursakkoord
Ten aanzien van de Opgave Water is in het bestuursakkoord het volgende resultaat opgenomen:
Water
Resultaat 13: er zijn meetbare successen behaald op het gebied van klimaatadaptatie, door sterk verbeterde wateropvang en het concreet inrichten van retentiegebieden.
Bij de uitwerking van deze bestuursopdracht is voorgesteld om hierbij de aanpak te hanteren van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw. Deze aanpak werkt volgens de trits: Vasthouden, Bergen, Afvoeren (VBA). Dat betekent dat in eerste instantie water zoveel mogelijk dient te worden vastgehouden (wateropvang) als dat niet meer lukt moet het water worden geborgen (waterretentie) en tenslotte wordt het water afgevoerd.
Waterveiligheid
Ons doel is dat de inwoners van Fryslân en de Friese economie goed beschermd zijn tegen overstromingen en wateroverlast. We willen Fryslân zo inrichten dat het risico op overstroming zo klein mogelijk is, en dat als dit zich toch voordoet, de gevolgen beperkt zijn. Hiervoor is het nodig dat de waterkeringen (bijvoorbeeld boezemkaden en sluizen) voldoen aan de veiligheidsnormen, en dat er gebieden zo ingericht zijn dat ze wateroverlast kunnen helpen voorkomen.
Onze verantwoordelijkheid ligt (vooral) bij de regionale waterkeringen. Deze beschermen ons tegen het boezemwater uit meren, kleine rivieren en kanalen. Wij stellen de veiligheidsnormen vast. Wetterskip Fryslân versterkt en onderhoudt deze waterkeringen. In 2027 moeten alle regionale waterkeringen aan de veiligheidsnormen voldoen. Om dit te halen moest vanaf 2016 in totaal door Wetterskip Fryslân nog 400 km boezemkaden op hoogte worden gebracht. Door nieuwe inzichten wordt verwacht dat een deel van de eerdere opgave voor kadeherstel alsnog voldoet aan de normen. De resterende (bekende) opgave bedraagt naar verwachting daardoor ca. 125 kilometer voor de periode 2022- 2027. In 2021 zijn nieuwe hoogtegegevens beschikbaar gekomen, die door Wetterskip Fryslân gebruikt zullen gaan worden voor de veiligheidstoetsing van de boezemkaden. De resultaten van deze toetsing komen uiterlijk in 2022 ter beschikking en kunnen dan tot een bijstelling van de resterende opgave en daarmee de jaarlijkse doelstellingen tot 2027 leiden. Bij de versterking van de regionale waterkeringen worden waar mogelijk andere functies (natuur, recreatie, landschap) integraal meegenomen en wordt ‘werk met werk’ gemaakt.
In 2018 is de instemmingsverklaring Agenda IJsselmeer 2050 officieel ondertekend. Daarmee is deze Agenda vooral een werkvorm geworden tussen de 60 partijen die zijn betrokken bij het IJsselmeer. De IJsselmeeragenda omvat ook het Deltaprogramma IJsselmeer en is daarmee ook een platform voor waterveiligheid en wateroverlast van de IJsselmeerregio.
Welke resultaten willen we in 2022 behalen?
Bij de versterking van de regionale waterkeringen worden waar mogelijk andere functies (natuur, recreatie, landschap) integraal meegenomen en wordt ‘werk met werk’ gemaakt. Om eind 2027 alle keringen aan de norm te kunnen laten voldoen, moet jaarlijks circa 25 kilometer kade door Wetterskip Fryslân op hoogte worden gebracht.
Prestatie indicatoren
Onderwerp | Indicator | Doelwaarde 2022 |
---|---|---|
Regionale keringen | Voortgang herstelopgave door Wetterskip Fryslân. | 25 km |
Wat willen we bereiken?
Voldoende water
Ons doel is dat het grond- en oppervlaktewatersysteem zo is ingericht dat de verschillende functies en gebruikers van water zo optimaal mogelijk bediend worden, nu en in de toekomst. Hierbij spelen we in op de regionale verschillen:
- In het verziltingsgevoelige deel van het noordelijk Zeekleigebied willen we de verzilting tegengaan en het zoete water optimaal benutten. Hiervoor lopen verschillende praktijkproeven zoals “Boeren meten water” en “Zoet op Zout” en middels het initiatief Zoet Zout Knooppunt (o.a. samen met provincies Groningen en Noord-Holland). In het kader van het Deltaprogramma Zoetwater willen we middels het project FRESHEM nauwkeurig in beeld brengen hoe de huidige verdeling van zoet en zout grondwater in de ondergrond is. Dit willen we doen in samenwerking met andere provincies en waterschappen en waterleidingbedrijf Vitens.
- Op de hogere zandgronden stimuleren we verschillende partijen zoals boeren, Wetterskip Fryslân, gebiedscollectieven en natuurbeheerders om maatregelen te treffen om meer (grond)water vast te houden. Hiermee willen we in de toekomst de afhankelijkheid van inlaatwater vanuit het IJsselmeer verminderen.
- Ook willen we ervoor zorgen dat ons grondgebied zo is ingericht dat wateroverlast wordt voorkomen. In lijn met het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21) richten we ons daarbij eerst op het vasthouden van water, daarna op bergen en als laatste op afvoeren. Het realiseren van extra waterbergingscapaciteit wordt uitgevoerd door Wetterskip Fryslân of via gebiedsontwikkelingen van de provincie Fryslân.
- We richten ons met de bestrijding van de verdroging vooral op de Natura 2000 gebieden met een grondwateropgave vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze moeten gereed zijn in 2027. Verdrogingsbestrijding kan op verschillende manieren worden uitgevoerd: bijvoorbeeld door: het minder diep maken of dempen van sloten, het aanleggen van zogenaamde “kwelschermen” of de manier van ontwatering aanpassen (bijvoorbeeld door een andere type drainage).
- Hoe willen we in de toekomst omgaan met de Friese Boezem zodanig dat het boezemsysteem voorbereidt is op de klimaatverandering? En wat betekent dat voor de verschillende belangen die zijn gekoppeld aan de Friese boezem, zoals scheepvaart en natuur? Om deze vragen te kunnen beantwoorden stellen Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân gezamenlijk een lange termijnverkenning op voor Friese Boezem.
- Naar aanleiding van de droogte in 2018 worden door Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen rond het IJsselmeer de afspraken over de verdeling van IJsselmeerwater in tijden van droogte geactualiseerd. Hieruit volgt in 2022 ook een voorstel voor aanpassing van de verdringingsreeks, zoals deze in de huidige waterverordening is vastgelegd.
Welke resultaten willen we in 2022 behalen?
- Samen met Wetterskip Fryslân en andere partijen voeren wij vijf projecten uit om water vast te houden op de hogere zandgronden van Fryslân. Dit is in lijn met de doelstelling voor “wateropvang” uit bestuursopdracht 13.
- We zien erop toe dat het Wetterskip jaarlijks gemiddeld 150 ha inricht ter voorkoming van wateroverlast. Dit is in lijn met de doelstelling voor “waterretentie” uit bestuursopdracht 13.
- We treffen maatregelen om de verdroging te bestrijden voor 250 ha in met name de Natura 2000 gebieden.
- We stellen samen met Wetterskip Fryslân een lange termijnverkenning op voor de Friese Boezem.
Prestatie indicatoren
Onderwerp | Indicator | Doelwaarde 2022 |
---|---|---|
Vasthouden zoet (grond)water | Aantal uitgevoerde projecten | 5 |
Wateroverlast | Aantal hectares dat Wetterskip jaarlijks inricht om wateroverlast te voorkomen | 150 ha |
Verdrogingsbestrijding | Aantal hectares waarvoor maatregelen zijn uitgevoerd | 250 ha |
Schoon water
Wat willen we bereiken?
Ons doel voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater is dat deze goed is en blijft. Daarmee zorgen we voor gezonde aquatische en terrestrische ecosystemen en kan het grond- en oppervlaktewater veilig gebruikt worden voor de drinkwatervoorziening, recreatie en economische activiteiten, nu en in de toekomst. Vervuiling -een slechte toestand en verslechtering van de toestand- wordt voorkomen. Afwenteling op andere watersystemen of is onwenselijk.
Schoon oppervlaktewater
Voor de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater maken we onderscheid in KRW- en niet-KRW wateren (KRW staat voor: Kaderrichtlijn Water).
Voor de KaderRichtlijn Water (KRW)-wateren stellen wij doelen vast voor de biologische kwaliteit (vissen, waterplanten, algen en macrofauna) en normen voor parameters zoals nutriënten (stikstof en fosfaat) en doorzicht. Normen voor chemische stoffen worden vastgesteld door de EU en/of het Rijk. De doelen, normen en ligging van de KRW-wateren zijn vastgelegd in de KRW-nota en bijbehorende factsheets (december 2021).
De overige, niet-KRW wateren, zijn de kleinere oppervlaktewateren. Voor deze wateren gaan we komende jaren ,samen met Wetterskip Fryslân, de gemeenten, terreinbeheerders en landbouworganisaties uitwerken hoe we bescherming in gaan vullen.
Voor verontreinigingen houden wij de Europese en landelijke normen aan.
Wij willen dat oppervlaktewateren natuurvriendelijk ingericht en beheerd worden waar dat mogelijk is. Hiervoor willen we het principe hanteren: ja, mits verenigbaar met andere functies.
We willen dat er meer schone en veilige zwemwaterlocaties gerealiseerd worden.
Schoon grondwater
Wij beschouwen het grondwater van een goede kwaliteit als het voldoet aan de eisen die voortvloeien uit de Europese richtlijnen, zoals de Kader Richtlijn Water (KRW) met daar onder de Richtlijn Prioritaire Stoffen en de Grondwaterrichtlijn. De KRW-beoordeling vindt plaats in grote lijnen, op de schaal van grondwaterlichamen. Binnen de provincie beoordelen we de grondwaterkwaliteit aanvullend op detailniveau, om achteruitgang van de grondwaterkwaliteit op lokaal niveau ook te kunnen signaleren en agenderen. De vergrijzing van grondwater vraagt hierom, passend beleid dient gemaakt te worden. Voor schoon grondwater monitoren we de kwaliteit (we willen géén achteruitgang van de grondwaterkwaliteit) en daarnaast de projectmatige acties waarmee we deze achteruitgang in kwaliteit proberen te voorkomen. Opstellen van beleid is nodig voor de aanpak van lokaal gemeten grondwaterverontreinigingen.
Rondom drinkwaterbronnen is de kwaliteit zodanig, dat er met minimale inspanning drinkwater van kan worden gemaakt. Daaraan voldoen we als we in de grondwaterbeschermingsgebieden voor drinkwater gerelateerde verontreinigingen geen stijgende trends waarnemen en ook geen overschrijdingen van signaleringswaarden.
Verzilting van het grondwater is een actueel probleem, deels veroorzaakt door natuurlijke processen, deels door humane invloed. We willen de verzilting, binnen onze mogelijkheden, vertragen zodat de gebruiksmogelijkheden van het grondwater zo lang mogelijk behouden blijven. Belangrijk onderdeel voor 2022 is de verbetering van het monitoringsnetwerk verzilting.
Wij willen geen risico’s lopen op verontreiniging van het grondwater als gevolg van fracking ten behoeve van schaliegaswinning of onderzoek. Wij willen ook geen risico lopen op verontreiniging van het grondwater door boringen voor duurzame energie, zoals geothermie en ondergrondse warmte- en koudeopslag.
Het is belangrijk om goed inzicht te hebben en te houden in de kwaliteit van het grondwater . en ook dat dat inzicht gebruikt wordt voor beslissingen over de ruimtelijke ordening en het gebruik van de ondergrond. Hiervoor monitoren wij de kwaliteit in peilbuismeetnetten.
Voor de derde fase (2022 – 2027) is de “Nota KRW yn Fryslân” opgesteld. Deze notitie wordt wordt eind 2021 definitief aan u voorgelegd.
Welke resultaten willen we in 2022 behalen?
Schoon oppervlaktewater:
- In 2022 gaan we samen Wetterskip Fryslân verder met de uitvoering van het maatregelenpakket KRW zoals we dat ons voorgenomen hebben in de KRW-nota. In 2027 willen we de doelen (een goede ecologische en chemische toestand) voor oppervlaktewater hebben behaald. In 2027 willen we daarom alle maatregelen van het prioritaire pakket hebben uitgevoerd; dat betekent dat we in 2022 vooral nog bezig zijn met de planvoorbereiding. Voor de provincie gaat het met name om KRW-maatregelen voor de landbouw en in natuurgebieden (Natura2000 en NNN), voor het Wetterskip vooral om inrichtingsmaatregelen en beheermaatregelen in oppervlaktewater. We monitoren het aantal waterlichamen waar het prioritaire maatregelenpakket al volledig is uitgevoerd: voor 2022 is de doelwaarde nog 0% omdat we in 2022 nog druk zijn met de voorbereidingen.
- De provincie heeft een rol in de bescherming van niet-KRW wateren (bebouwd gebied, natuur en landelijk gebied). In de periode 2022-2025 regelen we deze bescherming. We monitoren de als indicator voor hoeveel gemeenten dit voor het bebouwde gebied al is geregeld, en het aantal projectmatige acties dat voor de bescherming van de overige wateren is opgestart.
- In bebouwd gebied leiden gemeenten en wetterskip samen doelen af en formuleren zij maatregelen. De provincie heeft een faciliterende rol. Per jaar wordt dit proces voor ca. 4 gemeenten opgestart;
- Voor de natuurwateren zijn de doelen helder, maar ontbreekt nog inzicht in knelpunten en maatregelen. In 2023 en 2024 werken we dat voor een selectie van de gebieden uit;
- In landelijk gebied werken we aan het formuleren van doelen/streefbeelden en het promoten van natuurvriendelijk inrichten en onderhouden.
- We stellen de Bkl-normen voor KRW-wateren ook vast als richtwaarde voor overig water.
- Bij de bestaande zwemwaterlocaties in oppervlaktewater zien wij in 2022 erop toe dat de aangewezen zwemplaatsen voldoen aan de eisen, dat de beheerders de noodzakelijke maatregelen uitvoeren en dat actuele informatie over de toestand van het zwemwater beschikbaar is. We monitoren het aantal zwemwaterlocaties dat aan de uitstekende, goede of redelijke kwaliteit voldoet.
Schoon grondwater:
- De kwaliteit van het grondwater dient goed te zijn. Humane invloed (chemische stoffen) die de kwaliteit verslechtert dient vermeden te worden.
- Grondwater dat voor drinkwater wordt gebruikt wordt beschermd.
Prestatie indicatoren
Onderwerp | Indicator | Doelwaarde 2022 |
---|---|---|
KRW-maatregelen in watersystemen | Voorbereiding uitvoering prioritair KRW-maatregelenpakket gereed | 1 |
Bescherming niet-KRW water | Aantal gemeenten waarvoor doelen overig water zijn vastgesteld volgens uitgangspunten provincie (geen slechte kwaliteit, geen achteruitgang, etc.) | 4 | Overige acties zijn uitgevoerd: - Analyses NNN-water zijn opgestart; - Promotiemateriaal natuurvriendelijk inrichten en onderhouden is ontwikkeld; - Bkl-normen door laten werken in de omgevingsverordening | 3 |
Zwemwatervisie | Aantal zwemwaterlocaties dat in de klasse uitstekend, goed of aanvaardbaar valt | 51 |
Grondwater – KRW | Aantal projectmatige acties uitgevoerd | 2 |
Grondwater – uitvoering gebiedsdossiers drinkwater | Aantal projectmatige acties uitgevoerd | 5 |
Monitoring kwaliteit | Rapportage meetresultaten: aantal peilbuizen waar géén achteruitgang in kwaliteit wordt gemeten | 100% |
Handelingskader/beleid achteruitgang lokale meetpunten | Beleid maken, afspraken met gemeenten over aanpak | 1 |
Milieu / VTH
Wat willen we bereiken?
Hoofddoelstelling van ons milieubeleid is “een verantwoord gebruik van het fysieke leefmilieu, zodat dit gebruik oneindig kan voortduren”. Om dat te bereiken is het nodig om belangrijke stappen te zetten die leiden naar een Fries leefmilieu waarin in 2030 alle schadelijke onttrekkingen en toevoegingen zijn uitgebannen.
In juli 2022 treedt de nieuwe Omgevingswet naar verwachting in werking. Op basis van deze wet moeten provincies verplicht een Omgevingsvisie vaststellen (zie ook beleidsveld 3.6 Transitie omgevingswet/visie). Al het strategisch beleid uit de plannen voor de fysieke leefomgeving wordt in deze nieuwe Omgevingsvisie opgenomen. Dat geldt dus ook voor het strategisch deel van het milieubeleid.
Milieubeheer
Dit spoor bevat de wettelijke omgevingstaken. Met de uitwerking van dit spoor willen we bereiken dat het fysieke leefmilieu in Fryslân voldoet aan alle geldende wettelijke normen. Sommige wettelijke normen zijn uitgewerkt in bestuurlijke afspraken. Deze afspraken komen we na. De nadruk in dit spoor ligt op vergunningverlening, toezicht en handhaving. Er moet worden voorkomen dat nieuwe knelpunten ontstaan. De uitvoering van de wettelijke taken ligt primair bij de FUMO. De Wabo en Brzo 2015 taken bij de majeure risico bedrijven worden uitgevoerd door de Brzo Omgevingsdienst Groningen in Noord-Nederland.
In 2019 is het programma Impuls Omgevingsveiligheid (IOV) beëindigd. Overheden gaan op basis van een gezamenlijke meerjarenagenda 2021-2024 (met 7 clusters) wel door met versterking van omgevingsveiligheid. Vanaf 2021 verloopt de financiering rechtstreeks via het gemeentefonds/provinciefonds.
Op basis van het integrale beleidsplan bodem willen wij onze bodem zo schoon mogelijk houden en geen vreemde stoffen in de Friese bodem.
Wij benaderen het beleidsveld bodem vanuit een breed en integraal programma en perspectief, waarin wij bodemsaneringen, duurzaam bodembeheer maar voornamelijk ook de verbreding van het bodembeleid naar alle relevante opgaven centraal stellen.
Voor de nazorg van stortplaatsen is de provincie middels de Wet milieubeheer (en ook in de aanstaande Omgevingswet) eindverantwoordelijk. Om deze nazorg te kunnen bekostigen wordt door Provinciale Staten een nazorgheffing aan de stortplaatsexploitanten opgelegd. Deze heffing wordt door Gedeputeerde Staten geïnd en gestort in het Fonds Nazorg Stortplaatsen Fryslân. Hiermee wordt gegarandeerd dat tot in lengte van jaren de opgelegde nazorgheffingen aan een verantwoorde uitvoering van de nazorg van de stortplaatsen kan worden besteed.
Voor het Fonds wordt jaarlijks een aparte begroting en jaarrekening opgesteld, die gelijk met deze begroting en jaarrekening aan PS wordt voorgelegd.
Op 1 januari 2022 vallen zeven stortplaatsen onder deze nazorgregeling, waarvan drie “droge” stortplaatsen en vier baggerspeciestortplaatsen. Naast deze zeven stortplaatsen zijn er drie stortplaatsen die onder een vergelijkbaar regime vallen waarvoor provincie ook de nazorg coördineert. Met deze opgave willen we, in samenwerking met alle betrokkenen en stakeholders een zorgvuldige nazorg organiseren en de stortplaatsen daarmee toekomstbestendig conserveren en beheren.
Wij adviseren aan het Rijk inzake de Mijnbouwwet. Het Rijk is de vergunningverlenende instantie. In onze adviezen aan het Rijk maken wij steeds kenbaar tegen nieuwe gaswinning te zijn en hanteren wij het Fries manifest over gas- en zoutwinning.
Het ministerie hanteert bij de vergunningverlening voor de zoutwinning onder het Wad het ‘hand aan de kraan’-principe. We dragen bij aan het aanvullend meetnet voor de stad Harlingen. Met de gemeente Noardeast-Fryslân en het Wetterskip werken we aan een gebiedsproces in Ternaard, mocht de minister besluiten om tot gaswinning over te gaan.
Als het zich voordoet, zullen wij geen medewerking verlenen aan (proef-)boringen naar schaliegassen en aan de opslag van kernafval en CO2 in de ondergrond.
Welke resultaten willen we in 2022 behalen?
- Uitvoeren Actieplan Geluid 2018-2022: resultaten jaarschijf 2022;
- Vaststellen startnotitie bodembeleid (voorjaar 2022) en verder invulling geven aan het transitieprogramma kennis- en innovatie bodem en ondergrond. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet de feitelijke overdracht realiseren van de locaties bodemverontreiniging naar de gemeenten. Dit overeenkomstig het proces ‘warme overdracht’.
- Tot aan de inwerkingtreding van de OW in juli 2022 zal er op basis van de Wet bodembescherming sprake zijn van een overgangssituatie. Op IPO niveau zullen hier tussentijdse afspraken voor worden gemaakt. Ondertussen worden er tussen Rijk, IPO en VNG afspraken gemaakt over het bodembeleid voor de periode 2022-2026 waaronder de buitenproportionele bodemopgaven (o.a. nieuwe stoffen, bodemgezondheid en klimaatadaptatie) De Omgevingsvisie is daarbij de leidraad.
- Uitvoeren monitoring meetnet zoutwinning onder de Waddenzee, voor de periode 2019-2049, voor het vaststellen of er bodemdaling plaatsvindt door de zoutwinning;
- De provincie verzorgt het (bestuurlijk) voorzitterschap en het secretariaat van het ambtelijk en bestuurlijk VTH-overleg. De provincie neemt het initiatief tot het driemaal per jaar houden van het bestuurlijk overleg. Hieraan voorafgaande wordt het ambtelijk VTH-overleg gehouden;
- De provincie zorgt met de deelnemers van het VTH-overleg voor een jaarlijks VTH uitvoeringsprogramma, aan de hand van het meerjarenprogramma, en coördineert de samenwerking; resultaten jaarschijf 2022 worden eind 2021 geformuleerd;
- Uitvoeren van de taken ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving a.d.h.v. het VTH beleid 2019-2023 en de resultaten van het VTH Jaarwerkprogramma 2021, die behoren tot dit beleidsveld door de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) en de Omgevingsdienst Groningen (ODG). Het jaarwerkprogramma 2022 wordt eind 2021 vastgesteld door GS;
- Uitvoeren van acties volgend uit het VTH beleid 2019-2023; een werkwijze voor de inzet van actieve publicatie; prestatie-indicatoren voor VTH-taken en eenduidige meetbare registratie van naleving VTH taken. Hiervoor is een onderzoek naar de verbetering BIG-8 beleidscyclus[1] uitgevoerd (resultaten eind 2021 bekend);
- Voorbereiden en vaststellen van nazorgplannen voor Trijehus (per 1-1-2022), Ald Dwinger (Alde Feanen), Gariperhoeke (Suameer). Het uitvoering van nazorgbeheer en actualiseren van nazorgplan voor Skinkeskans Leeuwarden, actualiseren van het nazorgplan voor De Wierde Heerenveen en voor die van de stort nabij Ouwsterhaule.
- Uitvoeren van de Wet Natuurbescherming (Houtopstanden, Stikstof, Soorten en Gebied) door aanvragen t.a.v. afhandeling vergunningen, ontheffingen en adviezen te verwerken. Ook voeren we taken voor de Natuurschoonwet en de Wadloopverordening uit;
- De provincie Fryslân werkt samen met de andere provincies, de betrokken ministeries, de VNG en Unie van Waterschappen aan een oplossing voor de stikstofproblematiek. Voor 2021-2024 is geld door PS beschikbaar gesteld voor extra toezicht en handhaving voor het stikstof dossier in de kadernota 2020. In 2021 is een project bij provinciale bedrijven uitgevoerd en een pilot gecombineerde WABO/ Wnb controle bij agrarische bedrijven. In 2022 zal op basis van de resultaten van deze projecten nader bekeken worden hoe het reguliere stikstoftoezicht verder wordt ingevuld.
Prestatie indicatoren
Onderwerp | Indicator | Doelwaarde 2022 |
---|---|---|
VTH Uitvoeringsprogramma | Voortgang taakafspraken aantal controles toezicht & handhaving door FUMO/ODG* | Controle conform jaarplanning | Tijdigheid afgeven vergunningen, ontheffingen, beoordelen meldingen enz. | 90% | BIG-8 samenhang verbeteren | Indicatoren vastgesteld | VTH jaarverslag (2021) is tijdig vastgesteld door GS voor 1 juni (2022) | 100% |
Wet natuurbescherming | Percentage tijdig verleende vergunningen en ontheffingen (exclusief stikstofaanvragen )** | 95% |
Wet milieubeheer, externe veiligheid | Beheren Risicokaart | Eén actuele Risicokaart |
Transitie Bodembeleid | Startnotitie bodembeleid (voorjaar 2022) en de nieuwe bodemafspraken tussen Rijk, IPO en VNG. | Vastgestelde startnotitie |
Nazorg stortplaatsen | Goedgekeurde/geactualiseerde nazorgplannen en/of sluitingsverklaringen | Vastgestelde nazorgplannen voor 6 stortplaatsen |
Aanvullend meetnet voor de zoutwinning onder de Waddenzee | Uitvoeren monitoring 2019-2049 | Geen bodemdaling door zoutwinning. Hiervoor wordt monitoring toegepast. |
* De taakafspraken worden jaarlijks weergegeven in het VTH Jaarverslag. De meeste recente versie is het VTH verslag van 2020. Zie: Jaarverslag VTH 2020 Fysieke Leefomgeving Fysieke Leefomgeving provincie Fryslân: breed toezicht op bedrijven, water, bodem, water, natuur, veiligheid en geluid, verkeer en ruimte.
** Exclusief stikstofaanvragen, omdat de vergunningverlening van stikstof aan constante wijzigingen onderhevig is, als gevolg van voortschrijdend inzicht (o.a. jurisprudentie). Dit zorgt voor vertraging bij de lopende aanvragen.
Wat mag het kosten?
- Bedragen x € 1.000,-
- Totaal lasten
- Totaal baten
- Saldo van lasten en baten
-
Realisatie 2020
- 13.314
- 1.611
- 11.703
-
Begroting 2021
- 20.105
- 1.572
- 18.533
-
Begroting 2022
- 13.678
- 925
- 12.753
-
Begroting 2023
- 12.826
- 1.185
- 11.641
-
Begroting 2024
- 11.627
- 1.055
- 10.572
-
Begroting 2025
- 10.905
- 925
- 9.979
Toelichting:
De begrote lasten bedragen met name de structurele bijdragen aan de FUMO (€ 6,6 mln.) en de Omgevingsdienst Groningen (€ 0,8 mln.) voor het uitvoeren van de VTH taken. Voor het waterhuishoudingsplan is een structureel budget van € 0,5 mln. begroot. Verder zijn er tijdelijke budgetten beschikbaar (€ 2,4 mln. in 2022) voor o.a. onderwerpen als Versterken Friese IJsselmeerkust, Bodemconvenant en de regionale samenwerking i.h.k.v. Kaderrichtlijn Water (KRW). Onderbesteding op de tijdelijke budgetten in 2020 (o.a. € 5,7 mln. Bodemconvenant) en aflopende tijdelijke budgetten in 2022 veroorzaakt een piek in 2021. Dit verklaart de dalende lasten vanaf 2020.
De begrote baten betreffen structurele opbrengsten van legesinkomsten en grondwaterbelasting. Het verschil aan baten t.o.v. 2020 en 2021 wordt veroorzaakt door incidentele baten op de onderwerpen Hegewarren en KRW.
Onderstaande voorstellen uit de kadernota zijn verwerkt in bovenstaande tabel.
Voorstellen kadernota (bedragen x € 1.000)
- Omschrijving
- Lasten
- Een ton voor een regenton
- Gewasbeschermingsmiddelen onderzoek
- Totaal lasten
-
2022
- 50
- 75
- 125
-
2023
- 50
- 75
- 125
-
2024
- 0
- 0
- 0
-
2025
- 0
- 0
- 0
[1] De VTH beleidscyclus Big-8 is een dubbele regelkring met een strategische beleidsmatige cirkel en een operationele uitvoerende cirkel. Het programmatische werken en evalueren volgens de beleidscyclus is een wettelijke verplichting.