Gebouwen
De gebouwen en de bedrijfsgebouwen betreffen het Provinciehuis, kantoor Uitwellingerga, de steunpunten, het centrale bedienpunt (Swettehûs) , het Afsluitdijk Wadden Center en de busstations in Dokkum, Heerenveen, Oosterwolde, Leeuwarden en Sneek en het CNG tankstation voor de bussen in Leeuwarden. Het streven is om deze gebouwen technisch gezien in een goede staat van onderhoud te houden.
Provinciehuis
Voor het Provinciehuis is een meerjaren onderhoudsplan (MJOP) voor een periode van 50 jaar opgesteld. Met dit plan wordt gewaarborgd dat het gebouw en de daarin aanwezige installaties, apparatuur, losse en vaste inrichting op een goede wijze worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. Het meerjaren onderhoudsplan is opgesteld op basis van de NEN-2767 (conditiemeting). In het meerjaren onderhoudsplan zijn het jaarlijks onderhoud, het groot onderhoud en de vervangingsinvesteringen opgenomen.
Het jaarlijks onderhoud is nodig om de bedrijfszekerheid van het gebouw en de installaties te waarborgen, de veiligheid te kunnen garanderen en de uitstraling van het gebouw in stand te houden. Dit onderhoud wordt uitgevoerd om te voldoen aan regelgeving (bijvoorbeeld ARBO en NEN) en verzekerd te zijn van ondersteuning van de leverancier (bijvoorbeeld garantiebepalingen).
Het niet jaarlijks onderhoud betreft het niet reguliere en groot onderhoud aan het gebouw, installaties, apparatuur en inrichting. Dit omvat onder meer onderhoud aan dakbedekking, gevels, zonwering, vloeren, wanden, verwarming, koeling, verlichting, liften, brandbeveiliging en binnen- en buitenschilderwerk. De uitvoering vindt gemiddeld om de 5 tot 10 jaar plaats.
Omdat de provincie het beheer en onderhoud van het provinciehuis verder wenst te professionaliseren is zij, na een aanbestedingsprocedure in 2014, een overeenkomst voor 5 jaar (maximaal 9 jaar) aangegaan met drie partijen voor het onderhoud (bouwkundig, elektrotechnisch en werktuigbouwkundig). In 2019 zijn de overeenkomsten voor 4 jaar verlengd.
De vervangingsinvesteringen zijn begroot op basis van de economische levensduur (afschrijvingstermijn). Op het beslismoment van de feitelijke vervanging wordt onderzocht of het betreffende onderdeel nog langer mee kan.
De lasten van het jaarlijks onderhoud zijn opgenomen in de structurele lasten en het groot onderhoud wordt op basis van de programmering op de exploitatie gezet, door te beschikken vanuit de reserve.
Overige bedrijfsgebouwen
De overige bedrijfsgebouwen betreffen 13 voormalige dienstwoningen, het kantoor Uitwellingerga, de steunpunten, 3 schiphuizen, het centrale bedienpunt (Swettehûs) in Leeuwarden, het Afsluitdijk Wadden Center en de busstations in Dokkum, Heerenveen, Oosterwolde, Leeuwarden en Sneek en het CNG tankstation voor de bussen in Leeuwarden.
Het onderzoek naar herstructurering van de steunpunten wordt momenteel verder uitgewerkt. Bij het onderhouden van steunpunten wordt hierop geanticipeerd en is er de laatste jaren zo minimaal mogelijk onderhoud uitgevoerd.
Verder worden er nog een aantal “tijdelijke opstallen”, voornamelijk boerderijen, onderhouden. Deze zijn aangekocht in het kader van een natuur-, infra- of ander project of doel. Hoewel het tijdelijke aankopen zijn en sommige binnen het jaar weer worden doorverkocht of gesloopt, zijn enkele panden al tussen de 5 en 10 jaar (of langer) in provinciaal bezit. Hoewel er geen “hard besluit” aan ten grondslag ligt, is afgesproken dat alleen het woongedeelte en hoofdgebouw minimaal worden onderhouden. Dit omdat vaak de toekomstige bestemming niet vast ligt. Hierdoor kan er aan de overige opstallen enige verpaupering en mogelijk waardevermindering optreden. De onderhoudskosten worden uit de betreffende projectmiddelen betaald.
We streven er wel naar de gebouwen technisch gezien in een goede staat van onderhoud te houden. Afgelopen jaren is er slechts minimaal onderhoud uitgevoerd.
Momenteel loopt een project om de steunpunten energieneutraal en zoveel als mogelijk zelfvoorzienend te maken. Per steunpunt wordt bekeken welke maatregelen hiervoor nodig en mogelijk zijn. Aanpassingen aan de steunpunten kunnen het gevolg zijn. Met het reguliere onderhoud zal hier rekening mee worden gehouden.
Alle gebouwen zullen worden geïmplementeerd in het Asset Managementsysteem. Hiermee wordt gewaarborgd dat de gebouwen en de daarin aanwezige installaties op een goede wijze worden beheerd en onderhouden. Het meerjaren onderhoudsplan zal waarschijnlijk worden opgesteld op basis van de NEN-2767 (conditiemeting). In het meerjaren onderhoudsplan zijn het jaarlijks onderhoud, het niet jaarlijks onderhoud en de vervangingsinvesteringen opgenomen.
Het jaarlijks onderhoud is nodig om de bedrijfszekerheid van het gebouw en de installaties te waarborgen, de veiligheid te kunnen garanderen en de uitstraling van de gebouwen in stand te houden. Dit onderhoud wordt uitgevoerd om te voldoen aan regelgeving (bijvoorbeeld ARBO en NEN) en verzekerd te zijn van ondersteuning van de leverancier (bijvoorbeeld garantiebepalingen).
Het niet jaarlijks onderhoud betreft het niet reguliere en groot onderhoud aan het gebouw, installaties, apparatuur en inrichting. Dit omvat onder meer onderhoud aan dakbedekking, gevels, zonwering, vloeren, wanden, verwarming, koeling, verlichting, inbraak- en brandbeveiliging en binnen- en buitenschilderwerk. De uitvoering vindt gemiddeld tussen de 5 en 10 jaar plaats.