2. Thialf (Heerenveen, stad van Sport) (programma mienskip)
Het doel is een schaatsaccommodatie met een A-status te behouden die voldoet aan de normen van deze tijd, bestemd voor (topsport)wedstrijden, (topsport)trainingen en recreatiesport. De ambitie is om het schaatshart van de wereld te zijn met het snelste ijs op een laaglandbaan. De provincie is als tweederde aandeelhouder betrokken bij Thialf OG BV. Voor de overname van de aandelen is in 2013 € 1,5 mln. uitgetrokken.
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
2 | Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) |
Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
IJshal:
Thialf B.V. doet op dit moment de exploitatie van de ijshal. Aangezien de exploitatie op dit moment verlieslatend is, is er een zoektocht naar een nieuw verdienmodel. Daarbij valt te denken aan:
– bijdrage Merkenteams/Topteams
– verkrijgen sponsorgelden
– overleg met netbeheerder en energieleverancier over bijdrage
– blijven zoeken naar duurzame en goedkopere vormen van energie
IJshockeyhal:
De gemeente Heerenveen is eigenaar van de ijshockeyhal en heeft in 2021 besloten deze op kosten van de gemeente gefaseerd te vernieuwen. Tussen gemeente en provincie is afgesproken dat de provincie hier niet aan meebetaalt.
Wat heeft het gekost?
In 2021 zijn er twee trekkingen geweest uit het reddingskrediet van € 2,96 miljoen. In mei een bedrag van € 940.000,- en in september € 424.000,-. Van deze bedragen komt vanwege de aandeelhoudersverhouding twee derde voor rekening van de provincie Fryslân.
De bijdrage van € 424.000,- was nodig om de periode te overbruggen tot er geld binnenkwam van het Rijk voor coronasteun. Over de jaren 2020 en 2021 is hiervoor bijna € 2 miljoen toegezegd. Vanwege de financiële situatie van Thialf vindt uitbetaling pas plaats na goedkeuring door de Europese Commissie. Het geld staat op de rekening van de gemeente Heerenveen, de formele aanvrager van de coronasteun.
Gesprekken van de commissie Eringa (de heer Pier Eringa, Thialf, NOCNSF en KNSB) leverden in april 2021 een akkoord op over bijdragen om het jaarlijkse exploitatietekort te verlichten. NOCNSF draagt jaarlijks € 250.000,- bij, KNSB zorgt voor extra inkomsten van netto € 300.000,- per jaar. Voor de aandeelhouders blijft een bijdrage over van € 811.750,- om de begroting sluitend te maken. Deze bijdrage voorziet voornamelijk in een bijdrage voor onderhoudskosten en voor energiekosten zolang de zonnepanelen uit staan. Zodra de zonnepanelen met instemming van verzekeraars weer aan kunnen, kan dit de bijdrage van de aandeelhouders met totaal zo’n € 180.000,- per jaar verlichten, afhankelijk van de energieprijzen.
De bijdragen in het exploitatietekort van provincie en gemeente gaan na instemming van Provinciale Staten (€542.000, besluit 10 november 2021) en gemeenteraad (€271.000, besluit 3 maart 2022) in 2022 in.
Door deze vooruitzichten werkt Thialf in het boekjaar 2021-2022 met het voornemen om geen nieuwe aanspraak te maken op het reddingskrediet. De verwachting is dat Thialf van de beschikbare € 2,96 miljoen uit dit krediet uiteindelijk € 1,6 miljoen euro gebruikt. Voor de provincie betekent dit dat Thialf van haar aandeel bijna € 1 miljoen niet opvraagt.
Met de Europese Commissie lopen gesprekken om het verstrekte krediet van € 1,6 miljoen te mogen omzetten in een subsidie. Deze gesprekken zijn opgeschort tot er duidelijkheid is over de besluitvorming over de exploitatiebijdragen. Deze gesprekken gaan verder in 2022. Wij hebben een voorziening gevormd voor het verstrekte krediet waarmee dit financieel afgedekt is.
Voor de kwestie van de zonnepanelen is een oplossing binnen handbereik. Door werkzaamheden voor een bedrag van € 400.000,- is het brandgevaar dat verzekeraars vanwege de zonnepanelen zagen tot aanvaardbare normen terug te brengen. Het verzekeren van het brandrisico is dan weer mogelijk, waardoor de zonnepanelen aan kunnen, weer stroom opwekken en er weer SDE-subsidie beschikbaar komt. Met een voorstel hiervoor is begin 2022 ingestemd door Gedeputeerde en Provinciale Staten. Met de gemeente is afgesproken dat deze rekening landt bij de provincie aangezien het besluit voor het plaats van de panelen voortkomt uit een motie van Provinciale Staten.
Om de vervangingsinvesteringen van € 1 miljoen per jaar te kunnen afdekken, hebben de aandeelhouders een beroep gedaan op het Rijk. Dit heeft er toe geleid dat in de begroting van 2022 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een bijdrage van € 1 miljoen voor deze investeringen is opgenomen. Uitbetaling hiervan loopt via de provincie.
In het coalitieakkoord dat in december 2021 door de Tweede Kamerfracties van VVD, D66, CDA en ChristenUnie is gesloten is opgenomen dat er ook de komende jaren geld naar Thialf hoort te gaan. Dit dient te gebeuren aan de hand van een plan van aanpak waar de Tweede Kamer het ministerie via een motie toe opgeroepen heeft.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
30 juni 2021: Kadernota 2022 voorlopig besluit structurele exploitatiebijdrage Thialf van € 542.000,- per jaar.
10 november 2021: Begroting 2022 definitief besluit structurele exploitatiebijdrage Thialf van € 542.000,- per jaar.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Bij de Begroting is aangegeven dat de provincie aan de exploitatie van Thialf vanaf 2022 € 542.000,- per jaar bijdraagt. In dit bedrag is opgenomen dat de zonnepanelen niet meer aan gaan. Mocht dat het geval zijn, dan is een eenmalige bijdrage van € 1 miljoen nodig om een groene lening van de Rabobank af te lossen. Komt er wel een oplossing voor de panelen, dan is hiervoor een eenmalige bijdrage van de provincie nodig. De jaarlijkse bijdrage kan dan iets omlaag.
De gemeenteraad moet de exploitatiebijdrage voor 2022 nog vrijgeven. Aan alle voorwaarden hiervoor lijkt te zijn voldaan. Besluit de raad toch anders, dan ontstaat in de begroting van Thialf een tekort.
Staat Brussel niet toe dat het overbruggingskrediet verandert in een subsidie, dan is terugbetaling door Thialf nodig. Daar heeft Thialf het geld niet voor.
Coronasteun van bijna € 2 miljoen door het Rijk is toegekend. Voor de uitbetaling is het wachten op goedkeuring door de Europese Commissie. Komt die goedkeuring er niet, dan zadelt dit Thialf met een groot probleem op.
Deze steun is bedoeld voor de jaren 2020 en 2021. Voor de winter van 2021/2022 volgt een derde aanvraag.
De commissie Eringa heeft instemming opgeleverd van KNSB en NOCNSF om € 550.000 van het jaarlijkse exploitatietekort vanaf 2022 op zich te nemen. Dit moet nog wel feitelijk gebeuren.
Mocht ondanks toekenning van het eerste miljoen van het Rijk voor vervangingsinvesteringen en ondanks de passage in het coalitieakkoord een nieuwe Rijksbijdrage uitblijven, dan bezorgt dit Thialf een groot en onoverbrugbaar probleem.
In de loop van 2022 maken Thialf en KNSB afspraken over de ijsbezetting voor de komende jaren. Het uitblijven van overeenstemming zal problematisch zijn.
Eind 2022 loopt het huidige energiecontract van Thialf af. In de loop van 2022 zal duidelijk zijn wat voor financiële consequenties dit heeft.
3. Europese watertechnologiehub (programma 4)
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
3 | Europese watertechnologiehub |
Voor het WaterCampus Actieplan 2017-2020 is voor enkele onderdelen uitstel gevraagd i.v.m. de corona-pandemie. Het gaat voornamelijk om fysieke evenementen, zoals internationale beurzen. Uitgestelde events zullen in 2021 alsnog plaatsvinden. Bovendien hebben de WaterCampus partijen in het kader van de digitale transitie ingezet op digitalisering en zullen dit ook in 2021 blijven doen, zodat dergelijke events ook online kunnen plaatsvinden.
De WaterCampus partijen hebben een vervolg op het Actieplan ontwikkeld voor de periode 2021-2023 (hierna te noemen WaterCampus Actieplan II). In dit Actieplan wordt de strategie beschreven voor de verdere uitbouw van de regionale impact en de internationale positie van WaterCampus Leeuwarden.
Dit jaar is de subsidie ten behoeve van de researchinfrastructuur Wetsus 2017-2020 vastgesteld. Ter opvolging is er een nieuwe subsidie verleend voor de periode 2021-2023.
Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
Het huidige WaterCampus Actieplan 2017-2020 loopt eind van dit jaar af. WaterCampus partijen hebben een vervolg op dit Actieplan ontwikkeld voor de periode 2021-2023 (hierna te noemen WaterCampus Actieplan II). In dit Actieplan wordt de strategie beschreven voor de verdere uitbouw van de regionale impact en de internationale positie van WaterCampus Leeuwarden. Voor dit plan is inmiddels een subsidie verleend door de provincie.
Jaarlijks wordt over de uitvoering van het WaterCampus Actieplan een monitor uitgevoerd. De uitkomsten van de monitor over 2021 worden aan PS ter kennisname aangeboden.
Wat heeft het gekost?
De provincie Fryslân draagt in de periode 2021-2023 jaarlijks € 1,125 miljoen bij aan Wetsus. Het totale subsidiebedrag bedraagt derhalve € 3,375 miljoen.
De jaarlijkse provinciale bijdrage aan het Watercampus Actieplan II bedraagt € 1,7 miljoen en bedraagt tot en met 2023 in totaal € 5,1 miljoen.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
Geen.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Om uit te groeien tot Europese hub op het gebied van Watertechnologie is zekerheid over langjarige continuïteit van Wetsus een essentiële voorwaarde. Dit geldt zowel voor de contracten met het bedrijfsleven en vooraanstaande universiteiten als voor het aantrekken van de beste onderzoektalenten. Het Wetsus-programma werkt met promovendi die worden aangesteld op een vierjarig contract. Mede dankzij de overbruggingsfinanciering vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is de financiering tot en met 2022 gedekt. De langere termijn financiering van Wetsus (na 2022) is echter nog niet volledig afgedekt. Wij blijven onze lobby inzet richting o.a. Rijk en EU continueren. Ook ten behoeve van de financiering van het totale innovatie ecosysteem van de WaterCampus.
Begin juni 2020 is het rapport van de expertgroep Governance Watertechnologisch Onderzoek aangeboden aan de staatssecretaris EZK. Het ministerie van EZK neemt alle conclusies uit het rapport over. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de zoektocht naar financiering voor Wetsus op de langere termijn.
Een van de belangrijkste punten uit het rapport is dat expertgroep concludeert dat voor de voor de langere termijn het toevoegen van Wetsus aan het institutenportfolio van NWO/KNAW een kansrijk perspectief is. Daarnaast wordt een aantal kansrijke andere financieringsbronnen benoemd voor de middellange en lange termijn. Aan deze kansrijke financieringsbronnen is in november 2020 nog een andere optie toegevoegd, namelijk de status van TO2-insituut. Dit spoor wordt momenteel nader onderzocht met de gemeente Leeuwarden, SNN en Wetsus.
De gemeente Leeuwarden en de provincie Fryslân hebben in maart 2021 een verklaring afgegeven waarin opnieuw de intentie wordt uitgesproken instituut Wetsus langjarig financieel te ondersteunen tot in ieder geval 2030. Met deze verklaring staan Wetsus, Leeuwarden en Fryslân sterker in de onderhandelingen met Rijk voor structurele financiering voor Wetsus.
Door het demissionaire kabinet is in 2021 meerdere malen aangegeven dat een besluit over structurele financiering voor Wetsus door het nieuwe kabinet genomen moet worden. Hier zal in 2022 snel duidelijkheid over moeten komen, omdat het uitblijven van een bijdrage vanuit het Rijk kan leiden tot het deels afschalen van de activiteiten van Wetsus.
4 De Nieuwe Afsluitdijk (programma’s 2. infrastructuur, 3. omgeving en 4. economie)
Het onderdeel ‘De Nieuwe Afsluitdijk’ bestaat uit:
a. Het programma De Nieuwe Afsluitdijk (programma’s 2. Infrastructuur, 3. Omgeving en 4 economie);
b. De Vismigratierivier (Omgeving en 4 economie);
c. De bruggen en de sluis Kornwerderzand (programma’s 2. Infrastructuur, 3. Omgeving en 4 economie).
4a Programma De Nieuwe Afsluitdijk
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
4a | programma De Nieuwe Afsluitdijk |
Onder de noemer De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) werkt de provincie Fryslân samen met de provincie Noord-Holland en de gemeenten Súdwest-Fryslân en Hollands Kroon aan het programma DNA, dat gezamenlijk wordt bekostigd. Het programma DNA is opgedeeld in twee ontwikkelfasen:
- Fase 1 betreft grotendeels de projecten die meelopen met het Rijkscontract voor de versterking van de Afsluitdijk, zoals de Vismigratierivier (VMR) (zie, paragraaf 5b), of al gerealiseerd zijn, zoals het Afsluitdijk Wadden Center en enkele duurzame energie pilots.
- Fase 2 betreft opgaven als het verder benutten van de Afsluitdijk voor duurzame energie, de vervanging van bruggen, verdieping vaargeulen en verruiming van de sluis Kornwerderzand (zie, paragraaf 5c) alsmede de projectcommunicatie en (inter)nationale profilering van de Afsluitdijk.
Het programma DNA is sinds 2018 van de ontwikkel- naar de realisatiefase verschoven. In 2019 is met de kennis van toen besloten het programma – gekoppeld aan de Rijksplanning – in 2023 te stoppen. Eind 2020 heeft het Ministerie van I&W bekend gemaakt dat het Rijksproject een aantal jaren is vertraagd vanwege wijzigingen in hydraulische randvoorwaarden. Die hebben gevolgen voor o.a. de nieuw te bouwen spuicomplexen en het renoveren van de bestaande spuisluizen. In 2021 is gebleken dat de Rijksopgave op de Afsluitdijk vertraging oploopt tot 2025. De vertraging van Rijkswaterstaat heeft effect op de werkzaamheden van DNA.
Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
Het programma DNA heeft zich gericht op de verdere uitrol/realisatie van het programma. Daarbij is er met name aandacht geweest voor de gevolgen van de vertraging bij het Rijk. Voor de meeste in 2016 gesloten realisatieovereenkomsten zijn de consequenties in kaart gebracht. Voor de realisatieovereenkomst Vismigratierivier lopen de gesprekken verder in 2022.
De aannemer van het Rijk, bouwconsortium Levvel, werkt aan de versterking van de dijk, het renoveren van spuisluizen en het bouwen van nieuwe spuisluizen en een gemaal bij Den Oever. Daarnaast is Levvel in 2021 gestart met het bouwen van de coupure aan de noordzijde onder de A7 als onderdeel van de Vismigratierivier (VMR). Er is in december 2021 een doorbraak gemaakt tussen de bouwkuip zuid van de VMR aan de IJsselmeerzijde en bouwkuip noord aan de Waddenzeezijde.
De vertraging bij RWS heeft o.a. tot gevolg dat het fietspad langer gesloten blijft. Daarover isaatschappelijke onrust geweest en zijn in het regionale bestuur vragen gesteld. Een op initiatief van de provincie georganiseerd werkbezoek van de Minister met als onderwerp de regionale overlast, is geannuleerd vanwege de coronacrisis. RWS is ondertussen in samenspraak met belangenbehartigers van fietsers en wandelaars de mogelijkheden aan het onderzoeken om het fietspad eerder te kunnen gebruiken (geheel of gedeeltelijk, incidenteel of meer structureel). DNA is bij die overleggen aanwezig. RWS heeft inmiddels een aantal alternatieven voor de fietsroute uitgewerkt. De Minister neemt daarover in het tweede kwartaal van 2022 een besluit.
Afsluitdijk Wadden Center
Het Afsluitdijk Wadden Center (AWC) heeft ook in 2021 een lastig jaar gekend in verband met de coronacrisis. Het Afsluitdijk Wadden Center is diverse perioden gesloten geweest. Op 1 juli heeft het AWC haar deuren weer kunnen openen. Dit nadat afspraken gemaakt zijn met de exploitant over de periode tijdens en na corona (zoals onder meer het innen van een entreeprijs en het aanpassen van de horecaformule.) In oktober was er opnieuw een niet voorziene lockdown tot einde 2021. In de maanden juli, augustus en september waren er ca. 10.000 bezoekers. Door de lagere bezoekersaantallen staat de exploitatie van het centrum onder druk.
Vismigratierivier
De voortgang van de Vismigratierivier vindt u in paragraaf 5b.
Duurzame Energieprojecten
DNA heeft de Afsluitdijk tot een kraamkamer voor duurzame innovaties willen maken. De afgelopen jaren hebben we gewerkt aan meerdere initiatieven. Door de werkzaamheden aan de Afsluitdijk zijn er geen mogelijkheden voor de toepassing van nieuwe innovaties. In januari 2021 heeft een initiatiefnemer voor het parkeerterrein bij het AWC een subsidie toegewezen gekregen voor een pilot met zonnepanelen in het wegdek. Vanwege een reorganisatie/her-prioritering bij de initiatiefnemer is de subsidiebeschikking in 2021 weer ingetrokken.
De opschaling van Blue Energy op de Afsluitdijk is nog steeds een ambitie van initiatiefnemer Redstack. Blue Energy heeft zich in 2021 als (klein)onderdeel aangesloten bij het omvangrijke watertechnologie programma Watertech (waarde € 800 miljoen). Dat programma is met het oog op het Nationaal Groeifonds formeel ingediend bij het Ministerie I&W. De uitslag op de aanvraag is naar verwachting in april 2022.
Aan het einde van 2021 heeft Redstack aangegeven de plannen voor de opschaling op de Afsluitdijk te hebben aangescherpt. Gesprekken daarover met DNA en Provincie Fryslân volgen in het eerste kwartaal van 2022.
Living Lab
In 2021 hebben gesprekken met Campus Fryslân (Rijksuniversiteit Groningen) geleid tot concrete afspraken over de inzet van studenten op de Afsluitdijk. In 2022 wordt daar invulling aan gegeven. Los van deze structuur heeft het programmabureau diverse lezingen gegeven aan scholen, (post)HBO en WO studenten, zoals de Rijksuniversiteit Groningen. Een bezoek aan de Afsluitdijk is bij deze opleidingen inmiddels een vast onderdeel van het curriculum.
Vlietermonument
Het Monument en omgeving is ter voorbereiding op de renovatie en uitbreiding in 2021 gesloten voor publiek. In de nacht van 23 op 24 november 2021 verwijderde bouwconsortium Levvel de loopbrug bij het Vlietermonument. De renovatieplannen zijn klaar. De bouw en de zoektocht naar een nieuwe exploitant zal starten in 2022. Voor de drinkwatervoorziening wordt nog gestudeerd op een passende lokale oplossing. Als die niet gevonden kan worden is aanvoer van drinkwater over de weg de terugvaloptie.
Verlenging DNA
De partners binnen DNA hebben verkennende gesprekken gevoerd over de wenselijkheid van voortzetting van het programma na 2023. Verlenging van het programma is mogelijk aan de orde nu het Rijk pas in 2025 gereed is met haar werkzaamheden. Het programma DNA verzorgt naast de voortgang in projecten ook voor de ambtelijke en bestuurlijke afstemming binnen de regio en met het rijk. Ook is o.a. de communicatie over de regionale projecten en de toeristische impact is een opgave van het programma.
Samen met RWS is in 2021 een toeristische visie opgesteld voor de Afsluitdijk om de situatie na gereedkomen van het project te bepalen. De visie moet verder worden uitgewerkt in 2022.
Wat heeft het gekost?
Er zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld in 2021.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2021 geen besluiten genomen.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
In 2019 is, gebaseerd op de toenmalige planning van het Rijksproject, besloten het programma DNA in 2023 te stoppen. Inmiddels is duidelijk dat de planning in de rijksopgave is opgeschoven tot 2025.
De provincie Fryslân heeft de programmamiddelen georganiseerd tot en met 2022. Voor de jaren daarna (2023 en mogelijk 2024 en 2025) moeten deze middelen nog beschikbaar gesteld worden. De andere partners hebben de middelen tot en met 2023 georganiseerd en moeten nog besluiten over de jaren erna.
Het Afsluitdijk Wadden Center heeft ook in 2021 een lastig jaar gekend i.v.m. de corona crisis. De afspraken die gemaakt zijn in 2021 hebben aanhoudende de corona maatregelen als disclaimer. Dit zet steeds meer druk op de exploitatie.
4b Vismigratierivier
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
4b | Vismigratierivier |
Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
Levvel is in opdracht van Rijkswaterstaat in januari 2021 gestart met de bouw van de coupure (het gat in de dijk) van de Vismigratierivier. Dit is een opdracht onder het Rijksproject Versterking Afsluitdijk. Inmiddels is bekend dat er een vertraging zit op het Rijksproject. Oplevering van de coupure stond gepland voor 2023, maar zal nu naar alle waarschijnlijkheid in 2024 plaatsvinden.
Begin 2021 is als onderdeel van de reeds gerealiseerde westflank riet getransplanteerd van de Makkumer Noordwaard naar de westflank. De westflank is inmiddels gereed.
In het najaar van 2021 is druk gewerkt aan de voorbereiding van het realisatiecontract. De vertraging op het Rijksproject en de raakvlakken met het Rijksproject hebben geleid tot een gewijzigde aanbestedingsstrategie voor de VMR.
Wat heeft het gekost?
De financiering van de Vismigratierivier is geregeld in 2018. De middelen voor beheer en onderhoud zijn hierin niet meegenomen. Door de gewijzigde inkoopstrategie en hernieuwde inzichten is nu een benadering gekozen waarin eerst de basis wordt gebouwd, dan een inregelfase start om het werk af te bouwen tot een ecologisch functionerend geheel, en het project pas daarna overgaat naar het reguliere beheer- en onderhoud. Voor deze inregelfase is € 2 mln. beschikbaar vanuit de zogeheten RAA-middelen. De verwachting is dat er duidelijkheid zal komen over de kosten van beheer en onderhoud in 2023, als de aannemer aan de slag gaat met de bouw. Zoals eerder is afgesproken zal dan het budget voor beheer- en onderhoud worden aangevraagd bij Provinciale Staten.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
In 2021 zijn er geen besluiten genomen door Provinciale Staten.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Voor de Vismigratierivier blijven PFAS en stikstof actuele thema’s in relatie tot vergunningen. Vooralsnog leidt dat echter niet tot aandachtspunten.
De vertraging van het Rijksproject leidt tot vertraging voor de Vismigratierivier. Een langere doorlooptijd heeft financiële consequenties (o.a. indexering, personeelslasten, en hogere bouwkosten) en heeft mogelijk gevolgen voor de natuurwetvergunning.
Om de financiële consequenties en vertraging te beperken of weg te nemen is gekozen voor de hierboven beschreven gewijzigde inkoopstrategie. Risico blijft bestaan dat deze onvoldoende oplost.
Mede onder invloed van de genoemde vertraging zijn de financiële marges voor het project klein, de risico-reservering is daarmee krapper dan te doen gebruikelijk voor grote projecten.
De kosten van beheer en onderhoud moeten nog geregeld worden.
Momenteel is sprake van forse prijsstijgingen van bouwmaterialen, dit heeft een kostenverhogend effect op de bouwsom. Of dit een incidentele of structurele prijsstijgingen zijn, is op dit moment niet in te schatten.
4c De bruggen en de sluis Kornwerderzand
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
4c | De bruggen en de sluis Kornwerderzand |
Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
Op basis van de Bestuursovereenkomst (BOK) tussen Rijk en provincie getekend in juni 2020 is de provincie verantwoordelijk voor de aanbesteding en uitvoering van het project. De realisatieovereenkomst is in 2021 niet getekend, de afspraken over de BTW en de SPUK (specifieke uitkering) zijn niet volledig afgerond. Verder speelt mee dat ten gevolge van het verziltingsvraagstuk in het IJsselmeer en een eventuele gecombineerde aanpak van de kleine en grote sluis, de scope van de oorspronkelijk afspraak mogelijk aangepast zal worden. Dit betekent mogelijk extra, aanvullende afspraken in de realisatieovereenkomst en wellicht zelfs aanpassing van de BOK. Uitgebreidere informatie over de stand van het project wordt u in de kwartaalrapportage van februari jl. verstrekt.
Overeenkomstig het besluit over de aanpak van het project wordt deze gefaseerd uitgevoerd. Eerst worden de bruggen gebouwd en de geulen in het IJsselmeer aangepakt (fase 1). Als de financiering definitief is, ergo dat de marktbijdrage zeker is, zal ook gestart worden met het verruimen van de sluis (fase 2).
In 2021 zijn we begonnen met het technisch uitwerken van de bruggen en het opstellen van een beeldkwaliteitsplan en is de samenwerking gezocht met het Rijk en Levvel. Door werkzaamheden voor de brug te koppelen aan het Rijksproject kunnen de effecten van de vertraging van het Rijksproject op de planning van de bruggen worden beperkt. Doel is om in 2022 de aanbestedingsprocedure voor de bruggen te starten, zodat de bruggen conform afspraak in 2025 in gebruik genomen kunnen worden.
In 2021 is gewerkt aan een definitieve regeling voor het innen van de marktbijdrage (€ 26,5 miljoen) voor het verruimen van de Sluis. De oorspronkelijk beoogde regeling bleek juridisch niet haalbaar. In samenwerking met Ministerie en marktpartijen is een quickscan naar mogelijke publieke regelingen uitgevoerd. Het instrument tolwet is gebleken de enige mogelijkheid te zijn om de marktbijdrage te innen met behoud van een level playing field. Het Ministerie is van mening dat een tolwet een te zwaar instrument is voor het beoogde doel. Kort voor de jaarwisseling hebben de bedrijven te kennen gegeven de voorwaarde van level playing field te laten vallen. Zij hebben de intentie zich te conformeren aan een vrijwillige bijdrage. Daarmee lijkt er ruimte te ontstaan om te komen tot een inningsmethode voor de marktbijdrage en biedt perspectief voor het ontbrekende deel in de financiering van het project.
Maart 2021 is een bedrag van € 6 miljoen beschikbaar gesteld door het Waddenfonds voor het project Beleef Kornwerderzand. Voor de uitvoering wordt dit project gecombineerd met de realisatie van de bruggen en de sluis. Met de Waddenfonds bijdrage is weer een deel van de dekking van het project geregeld.
De problematiek van de verzilting in het IJsselmeer is een belangrijk onderwerp geworden voor Rijkswaterstaat. Onderzoek naar het probleem loopt. In afwachting van de resultaten is op verzoek van Rijkswaterstaat de aanpak van de vaargeulen tijdelijk stopgezet. Het verziltingsvraagstuk kent belangrijke raakvlakken met de provinciale projecten.
Wat heeft het gekost?
Bij de behandeling van de Bestuursovereenkomst (BOK) juni 2020 in Provinciale Staten zijn de totale kosten geraamd op € 180 miljoen. De regionale bijdrage daarin is € 69 miljoen. De Friese bijdrage is € 19,5 miljoen euro, waarvan € 4,5 miljoen nog aan PS zal worden gevraagd in fase 2 van het project. Dit is overeenkomstig het PS-besluit van 17 juni 2020. Door de provincies Overijssel en Flevoland (inclusief Urk) is een bedrag van € 8 miljoen beschikbaar gesteld voor fase 2 en wordt geregeld in een Regionale Bestuursovereenkomst.
Voor de realisatie van fase 1 (vervanging bruggen, aanpak vaargeulen en voorbereiding sluis) is een krediet van € 100 miljoen beschikbaar gesteld.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
In 2021 zijn er geen besluiten genomen door Provinciale Staten.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
In het PS-voorstel van 17 juni 2020 zijn de risico’s benoemd m.b.t. de verruiming van de sluis, de bouw van de bruggen en het verdiepen van de vaargeulen. De belangrijkste risico’s zijn hieronder opgenomen.
- Project/bouwrisico’s; elk project kent risico’s in de voorbereiding- en bouwfase. Er moeten o.a. nog diverse vergunningen worden aangevraagd. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen soms tot onverwachte neveneffecten leiden. Denk bijvoorbeeld aan de regels m.b.t. stikstof.
- De complexe raakvlakken met het Rijksproject Versterking Afsluitdijk brengen risico’s met zich mee. De onzekerheid in de planning van het Rijksproject heeft invloed op met name de realisatie van de bruggen. Om deze risico’s zo goed mogelijk te beheersen zijn we in gesprek met Rijkswaterstaat.
- Financieringsrisico’s; Aangezien een subsidie is toegekend, is er geen risico meer ten aanzien van de Waddenfondsbijdrage. Hoewel de marktpartijen een opening hebben geboden, is de marktbijdrage én de wijze waarop de markt haar bijdrage betaald momenteel nog niet duidelijk. De verwachting is dat in 2022 bindende afspraken met de marktpartijen gemaakt kunnen worden en daarmee de € 26,5 mln. marktbijdrage zeker wordt.
- Uitgangspunt is dat er over het regionale financieringsdeel BTW gecompenseerd kan worden. Een voorlopig standpunt van de inspecteur is nog niet bekend. Een definitief standpunt hierover neemt de Inspecteur pas in nadat het project is gerealiseerd.
- Met betrekking tot het projectonderdeel vaargeulen blijkt de voorziene werkwijze en de opgave die de provincie heeft zoals beschreven in de BOK, vanuit concessieverlening in de praktijk slechts in beperkte mate mogelijk. De mogelijkheden om opbrengsten te genereren middels werk-met-werk zijn daardoor ook beperkter. Risico is dat het gedachte werk met werk minder oplevert dan waarvan in het budget is uitgegaan. Met het Rijk wordt gezocht naar een oplossing voor dit probleem.
- In het IJsselmeer is sprake van een toenemende verzilting. Onderzoek naar de oorzaak en mogelijke maatregelen om dit probleem te beheersen, loopt. Dit heeft het Rijk doen besluiten het verruimen van geulen al dan niet in combinatie met zandwinning circa 1,5 jaar stop te zetten in afwachting van de onderzoeksresultaten. De mogelijke consequenties die het stilleggen van de zandwinning heeft voor de provinciale projecten langs het IJsselmeer en de Afsluitdijk zijn onderwerp van gesprek met Rijk.
- Momenteel is sprake van forse prijsstijgingen van bouwmaterialen, dit heeft een kostenverhogend effect op de bouwsom. Of dit een incidentele of structurele prijsstijging is, is op dit moment niet in te schatten.
5. Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus) programma 4 Economie
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
5 | Innovatiecluster Drachten |
Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
Het Innovatiecluster Drachten is opgedeeld in vier fasen.
- Fase 1 (2013-2014): eerste aanzet geven voor het realiseren van een volwaardig innovatiecluster in Drachten. Accent ligt op het boeien en binden van personeel.
- Fase 2 (2015-2016): nadruk op doorontwikkeling van fase 1 en het realiseren van twee R&D projecten.
- Fase 3 (2017-2018) en
- Fase 4 (2019-2022): opschalen naar nog meer ecosysteemfuncties, zoals precompetatieve gezamenlijke R&D in samenwerking met regionale onderzoeksinstellingen (UCF, NHL Hogeschool/Stenden, Hanzehogeschool, Windesheim, RUG, UT Twente).
Dit jaar is het laatste jaar van het totale plan. Zwaartepunt in deze vierde fase is gericht op het laten doorgroeien van het cluster naar 20-24 bedrijven waardoor er een soort Noordelijk vliegwiel met een as in Drachten ontstaat. Inmiddels zijn er 23 bedrijven uit de drie noordelijke provincies aangesloten bij het Innovatiecluster Drachten.
In de vierde en laatste fase van het project (2019-2022) blijft de nadruk liggen op de doorontwikkeling van het boeien en binden van personeel, aansluiten van regionale HBO en universitaire kennisinstellingen, gezamenlijke R&D projecten en shared facilities. Vanaf het studiejaar 2019-2020 is de Master Mechinical engineering van start gegaan bij de RUG. Onderdeel van deze studie is de track Smart Factories. Deze track is van groot belang voor het ICD. Naast het personeelstekort dat deze opleiding gunstig moet beïnvloeden, kan het onderzoek dat gekoppeld is aan de track, uitgevoerd door masterstudenten en promovendi, het innovatieve vermogen van de bedrijven vergroten. De studenten zullen op locatie in Drachten les krijgen en onderzoek doen. Bekostiging van de onrendabele top van de track is onderdeel van de vierde fase ICD.
Een volgende stap is de samenwerking op noordelijk niveau in de Digital Innovation Hub Noord-Nederland. Het ICD is het Friese onderdeel van deze noordelijke hub. Doel van deze hub is het meenemen van de regio Noord-Nederland in de digitalisering. Dit door Noordelijke bedrijven de kans te geven om met sparringpartners op niveau in Europa samen te werken, zodat de digitalisering van bedrijven en daarmee de regio versnelt. Voor de Hub is een subsidie toegekend vanuit de Open Innovatie Call van SNN.
Wat heeft het gekost?
Voor de vierde fase is op 6 februari 2019 een bedrag ter hoogte van € 3.587.197,- beschikbaar gesteld. Onderdeel van dat besluit betreft een bedrag van € 538.400 voor de periode 2021-2022. Dekking hiervoor moet komen uit vrijval uit de eerdere fasen eventueel aangevuld vanuit het budget Agenda Economie. De bijdrage van de provincie is maximaal 25% van de totale projectkosten. De gemeente Smallingerland draagt ook 25% bij, de overige 50% komt van de deelnemende bedrijven.
Voor de financiering na 2023 is een bedrijfsplan 2028 opgesteld. Voor dit bedrijfsplan moet nog noordelijke steun worden verkregen.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2021 geen besluiten over het Innovatiecluster Drachten genomen.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Een mogelijk risico is dat de inzet van de reeds participerende bedrijven zich reduceert, en daarmee ook de financiële inbreng, waardoor de geformuleerde doelstellingen van het project niet worden gehaald. Daarnaast moet ICD op zoek naar andere subsidiebronnen voor de periode na 2022. De provincie ondersteunt ICD bij deze zoektocht, waarbij er onder andere kansen liggen binnen EFRO, REACTEU en Horizon.
De provincie is samen met de gemeente Smallingerland en IPF in gesprek over de toekomst van ICD en de doorontwikkeling van het HTSM ecosysteem.
6. Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel – Harlingen (programma 5. mienskip)
Gewenste resultaten
Beleid
- Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel van het project gerealiseerd.
- Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie van het project, waardoor het doel van het project waarschijnlijk niet wordt gehaald
- Het doel van het project wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Tijd
- Project ligt qua tijdsplanning op schema (het project wordt opgeleverd zoals in de begroting is vermeld)
- Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd (Er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het opleveringsjaar, mogelijke eerdere oplevering valt hier ook onder)
- Projecten met overschrijding in tijd (project wordt later opgeleverd)
Geld
- Project ligt qua bestedingen op schema (project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare budget, onderbestedingen vallen hier ook onder)
- Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
- Projecten met overschrijding van het krediet
Beleid | Tijd | Geld | ||
---|---|---|---|---|
6 | Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel – Harlingen |
Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
De bouw van het gemaal de Mieden is in oktober 2021 gestart en verloopt goed. Het gemaal zal in juni 2022 opgeleverd worden. Dan is het laatste grote bestek uitgevoerd.
De rechter heeft eind 2021 vrijwel alle beroepen (40) tegen het Ruilplan behandeld. Begin 2022 zijn de laatste zaken beschikt. Het resultaat daarvan is dat het Ruilplan vrijwel ongewijzigd blijft. Er is in januari 2022 echter een cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Deze procedure kan veel tijd vergen. Dat zorgt er voor dat de planning voor het onherroepelijk worden van het Ruilplan en het passeren van de Ruilakte verschuift van mei- juni 2022 naar het voorjaar van 2023. De kavelovergang vond – op basis van vrijwilligheid – plaats op 1 januari 2022. Dat betekent dat vrijwel alle grondeigenaren en – gebruikers de conform het Ruilplan nieuw toegedeelde percelen in 2022 gaan gebruiken. Door de cassatie kan die kavelovergang voor enkele betrokken grondeigenaren of -gebruikers niet plaatsvinden. Hier worden tijdelijke afspraken op maat voor gemaakt, zodat de landbouwpercelen in 2022 goed gebruikt worden.
De afronding van het Ruilplan, inclusief de financiële verrekening, loopt langer door. Die afronding blijft mogelijk binnen de huidige planning tot 2024, maar kan – vanwege de procedures bij cassatie- ook vertraagd worden tot 2025.
Wat heeft het gekost?
Voor 2021 is circa € 4,9 mln. aan uitgaven gepland, waarvan de provincie ongeveer 21,5% bijdraagt. De totale uitgaven van provincie en betrokken partijen vanaf 2014 tot eind 2021 bedragen bijna € 46,1 mln. Tot de gerealiseerde uitgaven behoort de aankoop van grond – in de periode 2014-2017- voor ongeveer € 14,1 mln. voor de wettelijke herverkaveling. De aangekochte grond met opstal is vooruitlopend op de wettelijke herverkaveling verkocht (€ 1,5 mln.) In het najaar van 2021 bleek dat er meerkosten zijn voor met name de goede inpassing van landschappelijke waarden in de wettelijke herverkaveling. Het gaat om hogere proceskosten en hogere kosten voor fysieke herinrichting van percelen. De door partijen en provincie beschikbaar gestelde budgetten voor de uitvoering van de maatregelen zijn vooralsnog toereikend om het plan uit te voeren. Het is echter mogelijk dat enkele financierende partijen in de bestuurscommissie extra middelen moeten gaan inzetten. De bestuurscommissie probeert dit te voorkomen.
Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2021 genomen?
Op 26 mei 2021 heeft PS te kennen gegeven dat zij geen wensen of bedenkingen heeft tegen aanvullende delegatie van GS bevoegdheden aan de bestuurscommissie. Die aanvullende bevoegdheden gaan over voorbereidingen en een aantal besluiten in het kader van de wettelijke herverkaveling.
Op 15 december 2021 heeft PS de Verordening Heffingen Lijst der Geldelijke Regelingen provincie Fryslân 2022 vastgesteld. Die verordening is noodzakelijk om gelden te innen in wettelijke verkavelingen. De verordening zal vooreerst gebruikt worden in het project Franekeradeel-Harlingen.
Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
De kosten van de planuitvoering blijven vooralsnog binnen de planbegroting.
De kosten voor specifieke werken (herinrichting percelen) zijn toegenomen en de kosten voor de meebetalende betrokken grondeigenaren zijn relatief hoger dan eerder werd verwacht. Er bestaat een risico dat meerdere partijen in de bestuurscommissie hieraan, vanuit aan het plan beschikbaar gestelde middelen, een bijdrage moeten betalen. Dat kan ook de provincie betreffen. De bestuurscommissie wil dit voorkomen en zoekt hier oplossingen voor.
Bij de wettelijke herverkaveling zijn/ waren er risico’s. Zo is het niet duidelijk welke gevolgen uitspraken van de rechter op ingediende beroepen hebben. Eind 2021 werd duidelijk dat er vrijwel geen aanpassing van het Ruilplan uit voortkomt.
Er zijn maatwerkoplossingen gemaakt voor een aantal knelsituaties in de verkaveling. Het is zeer waarschijnlijk dat dit risico voor het onvoldoende welslagen van de verkaveling daarmee beperkt is. Veel beroepen gingen hierover. De meeste kwesties zijn echter bij behandeling in de rechtbank en in het latere werkproces opgelost.
In het najaar van 2021 is t.b.v. de kavelovergang de procedure (ontwerp) Besluit Tijdelijk Gebruik gestart. Daar zijn acht zienswijzen tegen ingediend. De bestuurscommissie behandelt deze zaken. Er is een beperkt risico dat deze procedure vertraging met zich brengt. Er kunnen wel in beperkte mate hogere proceskosten uit voortvloeien.
Er is cassatie tegen het Ruilplan ingesteld bij de Hoge Raad. Dit risico was eerder wel in beeld, maar de kans dat dit zou gebeuren was zeer klein verondersteld. Die cassatie gaat gepaard met vertraging in de vaststelling van het onherroepelijk worden van het Ruilplan en het passeren van de Ruilakte. De planning voor afronding van het project in 2024 staat hiermee ook onder druk. Die kan uitlopen tot 2025.