De financiële risico’s van de verbonden partijen worden voor het grootste deel afgedekt door de Reserve risicobuffer, zie paragraaf 4.3 Risicobuffer revolverende middelen. Hierin staan de risico’s van de verbonden partijen FOM, FSFE, NOM, Windpark Fryslân (FHW BV) en de revolverende uitzettingen opgenomen.
Het totaal van financiële risico’s voor de provincie bij de andere verbonden partijen (die niet apart in de risicobuffer zijn vermeld) bedraagt € 201,1 mln. Per eind 2020 was dat bedrag € 228,4 mln.
Het grootste deel hiervan zijn de twee hybride leningen uitgegeven aan de BNG en de NWB; elk € 50 mln., de reverse converteerbare hybride obligatie lening verstrekt aan Alliander (€ 76,5 mln.) en de achtergestelde lening eveneens verstrekt aan Alliander (€ 31,8 mln.). De kans dat het financieel risico tot verlies van de hybride/achtergestelde leningen zich voordoet is kleiner dan 1%. Daarnaast wordt mogelijk extra kapitaal aan Alliander verstrekt ter grootte van € 76 tot € 95 mln. Vanwege de hoge kredietwaardigheid en de gereguleerde markt waarin Alliander opereert, zijn de financiële risico’s voor de provincie gering. Het overige deelrestantbedrag heeft betrekking op de risico’s bij Waddenglas en Stortplaats Ouwsterhaule.
Gegeven het gecombineerde risico van 1,2% bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit voor 2021 € 2,3 mln. (2020 € 2,6 mln.)
In paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de bovengenoemde risico’s meegenomen bij het berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit.