1.1 Opcenten motorrijtuigenbelasting

Jaarstukken

Jaarlijks stelt het rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 januari van het volgende belastingjaar.

Het verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten, bepaalt de zogenoemde vrije ruimte. Dit is de onbenutte (belasting)capaciteit die de provincie heeft tot verhoging van haar inkomsten. Deze capaciteit wordt betrokken bij de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Zie paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting in punten

  • Heffing
  • Jaarlijkse inflatiecorrectie
  • Totaal heffing
  • Wettelijk maximum
  • 2021
  • 87
  • 87
  • 116,8
  • 2022
  • 87
  • 87
  • 118,3
  • 2023
  • 87
  • 87
  • 2024
  • 87
  • 1,1
  • 88,1
  • 2025
  • 88,1
  • 1,3
  • 89,4

Toelichting:

In het bestuursakkoord 2019-2023 is opgenomen dat de opcenten in de jaren 2020 t/m 2023 niet worden geïndexeerd (resultaat 61: de automatische inflatiecorrectie op de opcenten wordt 4 jaar buiten werking gesteld).

Opbrengsten 2021

  • (bedragen x € 1 miljoen)
  • Opbrengst
  • Begroot
  • 71,7
  • Realisatie
  • 71,9
  • Verschil
  • -0,2

  • Gemiddelde opbrengst per punt
  • Begroting 2021
  • 824.400
  • Realisatie 2021
  • 825.900

Toelichting:

Naar aanleiding van de ontwikkeling van het wagenpark is de raming van de opbrengsten in 2021 in de loop van het jaar met € 0,7 mln. opgehoogd. In tegenstelling tot de verwachtingen is sprake van een lichte stijging van het wagenpark (1-2%). Bovendien neemt het aandeel van elektrische auto’s, die t/m 2024 volledig zijn vrijgesteld voor de motorrijtuigenbelasting, minder snel toe dan verondersteld. De genoemde factoren hebben ervoor gezorgd dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan initieel begroot.

Print deze pagina