Wat willen we bereiken?
Om effectief en efficiënt te opereren om onze (economische) ambities te realiseren, is het van strategisch belang dat wij op verschillende schaalniveaus (noordelijk, landelijk, Europees) samenwerken.
Europees schaalniveau
Het Europees economisch beleid is richtinggevend voor de koers die wij varen. De Europa 2020-strategie gaat uit van slimme, duurzame en inclusieve groei. In de Regionale Innovatie Strategie Smart Specialisation (RIS3) en de Innovatie Agenda Noord-Nederland (NIA) hebben wij het noordelijk antwoord op de Europese strategie gegeven. Daarbij staan vier maatschappelijke uitdagingen centraal, waar wij samen met de provincies Groningen, Drenthe en andere noordelijke stakeholders op Europees niveau het verschil willen maken. Dat zijn (1) gezondheid, demografie en welzijn, (2) voedselzekerheid, duurzame landbouw en bio-economie, (3) zeker, schone en efficiënte energie en (4) schone, veilige watervoorziening
Landelijk schaalniveau
Binnen de MKB Samenwerkingsagenda, ook wel het landsdelig[1] arrangement genoemd, werken wij nauw samen met het ministerie van Economische Zaken & Klimaat, de Nederlandse provincies en MKB Nederland. Binnen dit platform informeren de partijen over de economische beleidsontwikkelingen en wordt ernaar gestreefd dat partijen instrumenten in samenhang aanbieden. Daarnaast is deze agenda het vehikel om afspraken te maken voor gezamenlijke beleidsinzet van Rijk en onze regio vast te leggen en uit te voeren.
Vanuit het topsectorenbeleid van het Rijk is in 2019 de Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) voortgekomen. Ambtelijk zijn we hierbij aangesloten om er voor te zorgen dat er kennis- en innovatieprogramma’s opgezet worden in de provincie.
Noordelijk schaalniveau
Samen met de provincies Groningen en Drenthe sturen wij aan op een sterkere samenwerking tussen de spelers die een verbindende en uitvoerende rol hebben binnen de innovatieketen. Hiervoor is in 2018 een start gemaakt met de Economic Board Noord-Nederland (EBNN). Dit is de tafel waaraan onderwijs, ondernemers en overheden de economische ambities vorm willen geven.
De belangrijkste vraagstukken waar wij met Groningen en Drenthe gezamenlijk aan werken is de aansturing van de NOM met het ministerie van Economische Zaken & Klimaat, de ontwikkeling van een gezamenlijke internationale acquisitiestrategie (zie beleidsveld 4.2) en het verbeteren van onze aansturende rol binnen het noordelijke ecosysteem.
Lobby
Onze ambitie is dat Noord-Nederland ook in de periode 2021-2027 toegang houdt tot de strategische Europese fondsen. Wij willen als provincie altijd scherp zijn op externe ontwikkelingen die impact kunnen hebben op onze Friese ambities. Daarom houden wij zelfstandig en via het SNN een lobbyagenda bij. Op Europees niveau is het van belang om vinger aan de pols te houden hoe o.a. de nieuwe Structuurfondsen eruit zullen komen te zien en wat dit voor invloed heeft op de Europese-middelen op landsdelig niveau na 2020. Op het terrein van circulaire economie willen wij ons op landelijk en Europees niveau manifesteren.
Onze ambitie is om minimaal €130 miljoen aan Europese middelen binnen te halen. Dit doen we o.a. door het opzetten we een Friese projectenmachine. Dit betreft een samenwerking tussen de provincie en Friese gemeenten, kennisinstellingen, ondernemers en maatschappelijke instellingen. De Friese projectenmachine is gericht op het ontwikkelen van meer en betere projecten waarmee een beroep op Europese middelen kan worden gedaan.
Welke resultaten willen we in 2021 behalen?
- In 2021 willen we meer Europees geld binnenhalen via het EBNN en SNN en door middel van calls.
- In 2021 ligt er een meerjarenplan van de NOM.
- Door het opzetten van een Friese projectenmachine zetten we in op het binnenhalen van meer Europese middelen.
[1] Het Rijk gaat uit van 5 landsdelen: Noord, Oost, Zuid, Noordvleugel (Flevoland, Noord-Holland en Utrecht) en Zuidvleugel (Zuid-Holland). Wij werken samen met de provincies Groningen en Drenthe in noordelijk verband.
Prestatie indicatoren
Onderwerp | Indicator | Doelwaarde 2021 |
---|---|---|
EBNN | Aantal projecten | 5 |
MIT / VIA / KEI (SNN-regelingen) | Aandeel gehonoreerde friese projecten | 30% |
Calls (SNN-tenders) | Aandeel Friese projecten in ‘calls’ | 25% |
NOM | Meerjarenplan | Gereed |
Europa | Aantal projecten die voldoen aan de Europese voorschriften | 6-8 | Het opzetten van Friese projectenmachine | Gereed |
Wat mag het kosten?
- Bedragen x € 1.000,-
- Totaal lasten
- Totaal baten
- Saldo van lasten en baten
-
Realisatie 2019
- 3.713
- 972
- 2.741
-
Begroting 2020
- 3.886
- 204
- 3.682
-
Begroting 2021
- 1.574
- 0
- 1.574
-
Begroting 2022
- 1.574
- 0
- 1.574
-
Begroting 2023
- 1.574
- 0
- 1.574
-
Begroting 2024
- 199
- 0
- 199
Toelichting:
De begrote lasten dalen ten opzichte van de begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door de co-financiering op EFRO-, Interreg- en Waddenfondsprojecten. Voor 2020 en verder bestaan de begrote lasten uit de voorstellen bestuursakkoord. Dit betreft de deelnemersbijdrage NOM /clusterorganisaties en middelen voor het aanjagen van Europese projecten.