9.2 Infrastructurele projecten

Begroting

2  Spoorprojecten (programma infrastructuur)

De Spoorprojecten zijn onder te verdelen in vier hoofdprojecten:
a. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle voor de uitbreiding van het aantal treinen van twee naar vier per uur in beide richtingen.
b. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Groningen voor de tweede sneltrein die gaat rijden.
c. Aanleg van station Werpsterhoeke met een onderdoorgang voor auto’s en vrachtwagens en een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers.
d. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Sneek voor de uitbreiding van het aantal treinen van drie naar vier per uur in de spits.

2a   Capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle

De besluiten van Provinciale Staten
Provinciale Staten besloten op 20 juni 2018 om op termijn de huidige spoorbrug HRMK te vervangen door een aquaduct. Dit biedt een oplossing voor enerzijds de robuustheid van de toekomstige (trein)dienstregeling op het traject Leeuwarden – Zwolle – Randstad en anderzijds de robuustheid op het Van Harinxmakanaal voor de scheepvaart. Daarnaast besloten PS om het Van Harinxmakanaal verder geschikt te maken voor Klasse Va schepen. Onderdeel daarvan is om voor de vervanging van de spoorbrug HRMK op zoek te gaan naar aanvullende eigen financiële middelen en een lobby te starten voor de benodigde cofinanciering van het Rijk en / of Europa.

Financiële stand van zaken
De capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle wordt voor het grootse deel gefinancierd uit de ‘Motie Koopmansgelden’. Een klein gedeelte komt van de gemeenten.

De capaciteitsvergroting Herfte-Zwolle is geraamd op € 240 mln. Dit bedrag is inclusief de maatregelen ter bescherming van het grondwater onder het opstelterrein (RGS) ten westen van station Zwolle. Het Rijk financiert het bedrag van € 240 mln. voor het grootste gedeelte met eigen middelen. De bijdrage vanuit  RSP-middelen (Motie Koopmans) is € 70 mln. De provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Fryslân stellen aanvullend gezamenlijk € 36 mln. beschikbaar als regionale bijdrage. Provincie Fryslân draagt hier € 10 mln. aan bij uit de Investeringsagenda Drachten-Heerenveen. De risico’s van het project Herfte-Zwolle zijn voor het Rijk.

Daarnaast hebben we vanaf de dienstregeling 2022 te maken met een capaciteitsprobleem van de HRMK spoorbrug bij Leeuwarden. Zowel vanuit de scheepsvaart als vanuit het treinverkeer. Provinciale staten hebben in juni 2018 besloten om de huidige spoorbrug HRMK te vervangen door een spooraquaduct. Hiervoor gaan we op zoek naar aanvullende eigen financiële middelen en gaan we verder met de lobby voor de benodigde cofinanciering van het Rijk en/of Europa. In het BO-MIRT 2020 gaan we afspraken maken met het Rijk over (het onderzoek naar) de voorkeursvariant van de te vernieuwen HRMK spoorbrug en de bekostiging daarvan.

Wat gaan we doen in 2021?
In 2021 wordt verder gegaan met de uitvoering van de spooruitbreiding Zwolle-Herfte. De planning is dat de benodigde infrastructurele aanpassingen voor extra capaciteit op het spoor ten behoeve van o.a. de sprinterdienst Leeuwarden-Zwolle in september 2021 gerealiseerd zijn. In 2021 realiseert ProRail volgens de planning de uitbreiding van de tractie (stroomvoorziening treinen) en de verbetering van de overwegveiligheid tussen Meppel-Zwolle. De uitbreiding van de tractie en de verbetering van de overwegveiligheid zijn nodig voor het doortrekken van de Sprinters Leeuwarden-Meppel naar Zwolle vanaf september 2021 in de dienstregeling 2022.

Risico’s

  • Spooruitbreiding Zwolle-Herfte niet gereed in 2021 als gevolg van een tegenvallende uitvoering. De dienstregeling die geldt voor 2020, blijft dan gelden totdat het project wel gereed is.
  • Geen externe financiering gevonden voor de realisatie van een spooraquaduct onder het Van Harinxmakanaal.

2b   Capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Groningen

De besluiten van Provinciale Staten

  • Provinciale Staten besloten op 18 september 2013 om in te stemmen met de realisatie van het maatregelenpakket ESGL.
  • Provinciale Staten besloten op 24 september 2014 garant te staan voor de financiering van de spoorwegonderdoorgang in de Rijksstraatweg aan de westkant van Hurdegaryp met een maximum van € 10 mln. en de onderdoorgang aan te sluiten op de rondweg Hurdegaryp middels een turborotonde.

De financiële stand van zaken
Voor de capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Groningen is een budget beschikbaar van € 170,5 mln, excl. BTW. Het totale project bestaat uit drie onderdelen. Het grootste onderdeel bestaat uit al het spoorse werk (spoorinfra). Voor dit onderdeel is geen BTW verschuldigd. Daarnaast is er een onderdeel onderdoorgang Hurdegaryp en een onderdeel onderdoorgang Paterswoldseweg. Voor de onderdoorgangen is de BTW compensabel.

Het project heeft een aantal tegenvallers gehad. Deze tegenvallers en de bij ons bekende risico’s voor de resterende uitvoering kunnen we zoals het nu lijkt opvangen binnen de financiele kaders, zoals uw staten die hebben meegegeven.

Wat gaan we doen in 2021?
In 2021 worden de werkzaamheden afgerond. Mogelijk moeten enkele onderdelen van het project nog worden overgedragen. Het project wordt financieel afgerekend.

Risico’s 

  • Er loopt een discussie tussen ProRail en de aannemer over vergoeding van de kosten die voortkomen uit het verschuiven van een deel van de werkzaamheden naar 2020. Dit kan leiden tot een financiële tegenvaller voor het project. In 2020 is er op ingezet om hier voor 2021 uit te komen.
  • Een deel van het werk moet worden overgedragen aan gemeenten en de onderhoudsafdeling van ProRail. Mogelijk komt dit niet tot stand omdat gemeenten niet tevreden zijn over de uitvoering. Gemeenten en de onderhoudsafdeling van ProRail zijn nauw betrokken bij de totstandkoming van de ontwerpen en de uitvoering.

2c. Station Werpsterhoeke

De besluiten van Provinciale Staten
Provinciale Staten besloten op 18 september 2013 tot de realisatie van fase 1 (twee onderdoorgangen) van het station Leeuwarden Werpsterhoeke.

De financiële stand van zaken
De provincie is inhoudelijk opdrachtgever en risicodrager van het project. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu financiert het project vanuit de RSP middelen.

Het project bestaat uit de 2 fasen. De 1e fase bestaat uit de aanleg van twee onderdoorgangen bij het toekomstig station Werpsterhoeke. Deze fase is voor een bedrag van € 14.592.700,- (excl. BTW) binnen het budget van € 16.726.400,- (excl. BTW) uitgevoerd. Het restant wordt vanuit het ministerie overgemaakt naar de provincie. In de 2e fase wordt het station (af)gebouwd.

Wat gaan we doen in 2021?
De bestaande overwegen Nije Werpsterdyk en Barrahûs zijn 2020 afgesloten voor het verkeer. In 2021 worden de overwegen definitief gesaneerd tijdens een buitendienststelling. Dan wordt de vloer in het spoor verwijderd en wordt de overweg uit de spoorbeveiliging gehaald.

De 2e fase van dit project is de aanleg van het station Werpsterhoeke. De start van de 2e fase is afhankelijk van de ontwikkeling van De Zuidlanden en de mogelijkheid om station Werpsterhoeke in te passen in de dienstregeling. De gemeente en de provincie hebben de ambitie om in 2025 het station te openen. In 2021 willen we hierover met de gemeente Leeuwarden, ProRail en het ministerie van IenW nadere afspraken maken.

Risico’s
De ontwikkeling van De Zuidlanden gaat minder snel dan aanvankelijk werd gedacht. Hierdoor kan het verwachte reizigersaanbod uit/naar dit nieuwe stadsdeel in 2025 nog te laag zijn om een trein te laten stoppen. De bouw van het station Werpsterhoeke (fase 2) start dan later.

2d. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Sneek

De besluiten van Provinciale Staten
Geen. 

De financiële stand van zaken
De baanstabiliteit van het spoor tussen Mantgum en Sneek Noord is onvoldoende voor de snelheidsverhoging die nodig is voor het rijden van een 4e trein tussen Leeuwarden en Sneek. In 2018 is gekozen voor een alternatieve oplossing. In onze brief van 3 juli 2018 met kenmerk 01542228 is deze oplossing beschreven. De kosten van deze alternatieve oplossing bedragen € 1,3 mln. Vanuit de middelen uit de ‘Motie Sienot’ heeft IenW hiervoor een bijdrage beschikbaar gesteld van 50%. De andere 50% wordt gefinancierd uit de middelen die bij de provincie beschikbaar zijn voor de capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Sneek ten behoeve van de 4e trein Sneek. Onderdeel van het project is de aanpassing van het emplacement aan de westkant van station Leeuwarden. Dit is nodig om de rijtijdnormen van ProRail te halen. Omdat er uitzicht is op een aanpassing van het emplacement mag de 4e trein al vanaf december 2020 rijden. De aanpassing van het emplacement voor de 4e trein lift mee in een project dat ProRail hier uitvoert in 2023. Voor deze aanpassing is € 5,4 mln. budget beschikbaar. Tot slot is voor de definitieve oplossing nog een bedrag gereserveerd van € 3 miljoen. De definitieve oplossing kan pas worden uitgevoerd als het Rijk bereid is om de versteviging van de ondergrond tussen Mantgum en Sneek – Noord te financieren.

Wat gaan we doen in 2021?
De aanpassingen rondom station Mantgum worden financieel afgerekend. De aanpassing voor het emplacement van station Leeuwarden staat gepland voor 2023. In 2021 worden hier de voorbereidingen gestart.

De mogelijke risico’s

  • Onvoldoende financiering voor de aanpassing van het emplacement aan de westkant van station Leeuwarden die extra nodig is voor het rijden van de 4e De provincie heeft met ProRail overleg over de kostenraming van het totale project emplacement Leeuwarden West. Daarin wordt bekeken of de kosten die ProRail opvoert nodig zijn voor de 4e trein of voor een ander onderdeel van het totaal.

 

Print deze pagina