2.5 De risico’s

Begroting

In de onderstaande tabel staat een toelichting op de risico’s.

Actuele risico’s

  • Omschrijving
  • Negatieve waarden afvalbedrijven
  • De provincie verleent in het kader van de Wabo vergunningen aan onder andere bedrijven die afval bewerken, verwerken en/of opslaan. De provincie kan geen dekking eisen voor financiële risico’s die voortvloeien uit Wabo-vergunningverlening. De negatieve waarden bij de provinciale afvalbedrijven worden onderzocht. De resultaten hiervan zullen halverwege 2020 bekend zijn en verwerkt worden in de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting 2022. Onder de Omgevingswet kan de provincie voor majeure risico bedrijven en mogelijk de afvalbedrijven in een omgevingsvergunning voorschriften opnemen die de vergunninghouder verplichten tot financiële zekerstelling. De omgevingswet wordt naar verwachting 1-1-2022 van kracht.
  • Repressieve handhaving
  • Op grond van een aantal milieuwetten is de provincie verantwoordelijk voor handhaving bij bepaalde categorieën van inrichtingen. Bij deze handhaving is incidenteel bestuursdwang nodig zonder dat financiële verrekening is verzekerd.
  • Onvoldoende overheidstoezicht
  • Sinds de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam staat onvoldoende overheidstoezicht in de belangstelling. Ook de strafrechtelijke immuniteit van de overheid staat ter discussie. Thans ligt bij de Eerste Kamer een voorstel om de strafrechtelijke immuniteit van betrokken bestuursorganen en ambtenaren op te heffen. Hoewel bedrijven en saneerders zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het voldoen aan de betreffende milieuregelgeving, kan de provincie te maken krijgen met claims uit gesteld onvoldoende toezicht. Uit jurisprudentie blijkt dat de overheid onder omstandigheden aansprakelijk kan zijn indien er onvoldoende toezicht is gehouden op naleving van regelgeving.
  • Vergunningverlening & toezicht
  • Bij vergunningverlening bestaan er risico’s dat er onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen en dergelijke worden verleend, gewijzigd of geweigerd. Onder meer voor Wabo, ontgrondingen, vuurwerk en luchtvaart. Bij bodemverontreinigingen bestaat het risico dat een onjuiste beschikking voor een verontreinigingssituatie en/of saneringsplan wordt afgegeven. Daarnaast kunnen er financiële gevolgen voor bedrijven of derden ontstaan als gevolg van termijnoverschrijdingen bij het aanvragen van vergunningen waar de provincie aansprakelijk voor kan worden gesteld. Ook kan gedacht worden aan financiële gevolgen van het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht.
  • Landschapsbeheer Fryslân (LBF)
  • Het POP3 project “Landschapsherstel droge dooradering Fryslân” heeft in de uitvoering te kampen gehad met een liquiditeitsprobleem en vertragingen in de afhandeling van de financiële declaraties. Het liquiditeitsprobleem waardoor ook het voortbestaan van Landschapsbeheer Fryslân in gevaar kwam, is met een lening door het Groenfonds gecombineerd met een provinciale borgstelling ingezet. In 2019 is de liquide situatie van LBF verder verslechterd. De geldlening van het Groenfonds is daarom ook inzetbaar gemaakt voor andere (buiten POP3 om) projecten van LBF. Er zijn vergaande plannen voor een bestuurlijke fusie van LBF met It Fryske Gea. De verwachting is dat dan eind 2020 de lening wordt afgeslost, waarmee de garantstelling automatisch komt te vervallen.
  • Europese programma’s
  • Overcommittering EFRO/EZ, Interreg en POP3. Het is een bekend verschijnsel dat de bedragen uit een subsidieaanvraag van een project hoger zijn dan de bedragen uit het afrekeningsverzoek. Dit leidt dan tot vrijval van cofinancieringsmiddelen. Om te voorkomen dat Europese middelen terugvloeien, wordt zowel door het SNN als door de provincie tot overcommittering van de beschikbare middelen overgegaan. In de loop der jaren zijn ervaringscijfers beschikbaar gekomen (10 tot 15% vrijval). De provincie blijft met de gepleegde overcommittering van 10% beneden dat percentage. De vrijval die ontstaat bij de eindafrekening van de projecten, wordt aangewend ter dekking van de overcommitteringsruimte.
  • Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen
  • Wanneer de begunstigde van een borgstelling of de ontvanger van een verstrekte geldlening niet aan zijn verplichtingen voldoet, komen de eventuele lasten voor de provincie. De deelnemingen en verstrekte geldleningen zijn van dien aard dat het risico gering is. Voor die enkele keer dat de provincie naar eigen inschatting wel enig risico loopt, is een voorziening getroffen. Voor de borgstellingen wordt een marginaal risico aangehouden van het restantbedrag dat per balansdatum resteert. Per medio 2020 stond de provincie borg voor € 10,9 mln. aan door aan andere publieke financiers verstrekte leningen. Overigens zullen wij als provincie zelf in principe geen leningen meer aangaan, daarvoor kan men nu gebruik maken van de FOM of FSFE.
  • Revolverende middelen uitgezet
  • In paragraaf 4 Financieringen is opgenomen welke revolverende middelen nu daadwerkelijk zijn uitgezet door de provincie
  • Verbonden partijen
  • In paragraaf 5 Verbonden partijen is aangegeven welk risico de provincie loopt.
  • Juridische procedures
  • Hieronder vallen de nog lopende juridische procedures van derden tegen de provincie. Gelet op de onderliggende risico’s komt het risicopercentage uit op gemiddeld 42%..
  • Informatieveiligheid en privacy
  • De nieuwe Europese privacy verordening, de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is per 25 mei 2018 van kracht geworden. In deze verordening staat dat de autoriteit persoonsgegevens boetes aan overheidsinstanties mag geven tot een maximum van € 20 miljoen. Het risico bestaat dat door het onzorgvuldig omgaan met persoonsgegevens en het niet tijdig melden van incidenten de provincie (een) boete(s) kan krijgen van de autoriteit persoonsgegevens. Wij trachten dit risico te beheersen door gebruik te maken van een continue proces van verbetering rondom informatieveiligheid en privacy waardoor nieuwe risico’s tijdig kunnen worden gesignaleerd en aanvullende beheersmaatregelen kunnen worden getroffen.
  • OV concessies en Corona
  • OOp dit moment is nog niet te voorzien wat de financiële effecten van corona zijn op het OV in de huidige bus- en treinconcessies en welk effect dit heeft op de (aanbesteding van de) nieuwe busconcessie. Het is op moment van schrijven nog niet duideijk of het ministerie van Financiën ook voor 2021 (ev.) een beschikbaarheidsvergoeding beschikbaar stelt voor de reële kosten als gevolg van de corona-maatregelen. De besprekingen hierover moeten nog plaatsvinden. Als het Rijk hierin niet voorziet, kan er een financiële consequentie zijn voor de provincie of het voorzieningen niveau van het OV moet worden bijgesteld. Van dit risico is ook melding gemaakt bij beleidsveld 2.4 Openbaar Vervoer.
  • Programma
  • Omgeving
  • Omgeving
  • Omgeving
  • Omgeving
  • Omgeving
  • Verschillende programma's
  • Algemene dekkingsmiddelen
  • Algemene dekkingsmiddelen
  • Verschillende programma’s
  • Verschillende programma’s
  • Verschillende programma’s
  • Infrastructuur
  • Bedrag en kanspercentage
  • Min. € 10.000,-
  • Max. € 70 mln. Kans: 2%
  • Min. € 10.000,-
  • Max. € 10 mln. Kans: 2%
  • Min. € 10.000,-
  • Max. € 70 mln. Kans: 4%
  • Min. € 10.000,-
  • Max. € 70 mln. Kans: 1%
  • Max. € 690.000,-
  • Kans in 2020: 10%, na bestuurlijke fusie: 0%
  • p.m.
  • Min. € 0,2 mln.
  • Max. € 10,9 mln. Kans: 1%
  • € 185,3 mln.
  • Kans: 33,3%
  • € 102,2 mln.
  • Kans: 2%
  • € 5,7 mln.
  • Kans: 42%
  • € 20 mln.
  • Kans: 1%
  • p.m.
Print deze pagina