1.1 Opcenten motorrijtuigenbelasting

Begroting

De motorrijtuigenbelasting wordt geheven over het bezit van een motorvoertuig. De heffing en inning van de motorrijtuigenbelasting, waarop de provinciale opcenten meeliften, verzorgt de Belastingdienst. Bovenop de motorrijtuigenbelasting betalen houders van personenauto’s en motoren “provinciale opcenten”. De provincies stellen het opcenten tarief vast, en zijn daarbij gehouden aan het door het Rijk bepaald wettelijk maximum. Het huidige wettelijk maximum bedraagt per 1 januari 2021 116,8 (Provinciewet artikel 222, 2de lid).

Ontwikkeling brandstofgebruik voertuigen
In het Belastingplan 2020 zijn de maatregelen van het kabinet om de CO2-uitstoot te verminderen door elektrisch vervoer te stimuleren verlengt tot en met 2024. Dit houdt in dat voor plug-in hybride auto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km de MRB (en opcenten) tot en met 2024 de helft van het reguliere tarief bedraagt. Voor voertuigen met alleen een elektromotor of met waterstofverbranding is men geen motorijtuigenbelasting verschuldigd. Onderstaand overzicht geeft de ontwikkeling aan in het soort brandstof van de voertuigen (incl. motoren) vanaf 2017 t/m 1 januari 2020. Het onderstaande overzicht toont aan dat het aantal energiezuinige voertuigen in onze provincie langzamerhand toeneemt. Relatief gezien is het aandeel energiezuinige voertuigen klein, echter de groei is relatief groot. Het aantal voertuigen op benzine neemt ook nog steeds toe. De gemiddelde groei van het totaal aantal voertuigen ligt de afgelopen jaren op ongeveer 1,8%. Echter, ook hier speelt de coronacrisis. Men haalt namelijk de auto van de weg door het thuiswerken of de slechte economsche omstandigheden. Naar verwachting is de groei in 2020, vanwege de coronacrisis, een stuk lager of wellicht zelfs negatief (krimp van het wagenpark). Dit is uiteraard afhankelijk van de maatregelen die van kracht zijn en de economische omstandigheden.

  • Aantal voertuigen (incl. motoren)
  • Benzine
  • Diesel
  • Gas
  • Electro
  • Aardgas
  • Schoongas
  • Overige (+ waterstof)
  • Totaal
  • 1-1-2017
  • 273.759
  • 77.859
  • 2.485
  • 488
  • 401
  • 5.384
  • 13
  • 360.389
  • 1-1-2018
  • 279.402
  • 78.903
  • 2.417
  • 710
  • 486
  • 4.924
  • 22
  • 366.864
  • 1-1-2019
  • 285.230
  • 79.588
  • 2.369
  • 1.110
  • 621
  • 4.520
  • 41
  • 373.479
  • 1-1-2020
  • 291.878
  • 78.896
  • 2.343
  • 2.308
  • 641
  • 4.199
  • 70
  • 380.335

Ontwikkeling gewichtsklassen voertuigen
Onderstaand overzicht geeft aan hoe de voertuigen verdeeld zijn over de verschillende gewichtsklassen. De verdeling blijft nagenoeg gelijk maar omdat het aantal voertuigen toeneemt stijgt het aantal in de gewichtsklasse 1.050 t/m 2.050 kg het meest. Dit is conform de landelijke trend.

  • Gewichtsklasse
  • 0 t/m 1.050 kg
  • 1.051 t/m 2.050 kg
  • 2.051 t/m 3.050 kg
  • 3.051 t/m 3.551 kg
  • Totaal
  • 1-1-2017
  • 39%
  • 58%
  • 2%
  • 0%
  • 100%
  • 1-1-2018
  • 38%
  • 59%
  • 2%
  • 0%
  • 100%
  • 1-1-2019
  • 38%
  • 59%
  • 3%
  • 0%
  • 100%
  • 1-1-2020
  • 37%
  • 59%
  • 3%
  • 0%
  • 100%

Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting
Het verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten, bepaalt de zogenoemde vrije ruimte. Dit is de onbenutte (belasting)capaciteit die de provincie heeft tot verhoging van haar inkomsten. Deze capaciteit wordt betrokken bij de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Zie paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting in punten

  • Heffing voorgaand jaar
  • Einde van de verlaging opcenten Coalitie akkoord 2015-2019
  • Verlaging opcenten Kadernota 2018 structureel vanaf 2020
  • Jaarlijkse inflatiecorrectie (in punten)
  • Totaal heffing
  • Wettelijk maximum
  • 2020
  • 71,1
  • 27,4
  • -12,9
  • 1,4
  • 87,0
  • 115,0
  • 2021
  • 87,0
  • 0,0
  • 87,0
  • 2022
  • 87,0
  • 0,0
  • 87,0
  • 2023
  • 87,0
  • 0,0
  • 87,0
  • 2024
  • 87,0
  • 1,6
  • 88,6

Toelichting:

Naar aanleiding van het coalitieakkoord 2015-2019 zijn de opcenten gedurende de jaren 2016-2019 verlaagd met € 20 mln. per jaar. Met ingang van 2020 zouden deze dan weer teruggaan naar het oude niveau zijnde 100,1 punt (inclusief inflatiecorrectie) met een opbrengst van € 77 mln. In 2018 heeft GS besloten om de opcenten met ingang van 2020 structureel met € 10 mln. te verlagen. In het bestuursakkoord 2019-2023 is opgenomen dat de opcenten in de jaren 2020 t/m 2023 niet worden geïndexeerd (resultaat 61: de automatische inflatiecorrectie op de opcenten wordt 4 jaar buiten werking gesteld).

Gemiddelde niveau
In onderstaande grafiek staat het niveau van de provinciale opcenten van onze provincie. In de grafiek staan ook de gemiddelde niveaus van de opcenten van alle provincies en het wettelijk toegestane niveau. De provincie Fryslân zit in 2021 boven het landelijk gemiddelde.

Opbrengsten 2020-2024
De raming van de verwachte opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Realisatie opbrengst opcenten 2019 en het wagenpark per 1-1-2020.
  • Groei wagenpark van 0% zodat eventuele groei van het wagenpark de groei van de voertuigen zonder heffing kan compenseren.
  • Geen indexatie van de opcenten in de periode 2020-2023.

  • (bedragen x € 1 miljoen)
  • Opbrengst
  • 2020
  • 71,1
  • 2021
  • 71,1
  • 2022
  • 71,1
  • 2023
  • 71,1
  • 2024
  • 72,4

In het kader van de maatregelen uit het Klimaatakkoord (vrijstelling van opcenten voor energiezuinige voertuigen) is aan de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) gevraagd om onderzoek te doen naar de gevolgen voor de provinciale opcenten. Het ROB-advies is op 1 mei 2020 afgerond en gepubliceerd. Of het Rijk de provincies compenseert is – conform het advies van de ROB – een politiek-bestuurlijke weging. Het Rijk en het IPO gaan daarom over dit advies met elkaar aan tafel.

Onbenutte belastingcapaciteit 2021
De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt in 2021, uitgaande van het wettelijk maximum van 2021, 29,8 punten (116,8 – 87,0 punten). Eén punt verhoging komt in 2021 overeen met circa € 817.000. De onbenutte belastingcapaciteit in 2021 bedraagt daarmee ongeveer € 24,3 mln.

Print deze pagina