Hieronder staat de ontwikkeling van de baten, de lasten en de mutaties van de reserves. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele baten en lasten. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt of de provinciale begroting structureel in evenwicht is en blijft.
De structurele baten en lasten betreffen alle budgetten met een looptijd tot en met 2029. Dus ook de onderdelen voorzieningen, overlopende passiva of reserves.
De mutaties in de bestemmingsreserves hebben vooral betrekking op de reserves van de tijdelijke budgetten. De verschuiving van de bestedingsritmes over de jaren heen verloopt via deze reserves. In het ene jaar wordt gevormd en in het volgende jaar en/of volgende jaren wordt onttrokken aan deze reserves.
Ontwikkeling financieel kader 2020 t/m 2024
- Bedragen x € 1 miljoen
- Baten
- Totaal baten
- Lasten
- Totaal lasten
- Saldo voor bestemming reserves
- Totaal saldo voor bestemming reserves
- Reserves
- Totaal reserves
- Saldo na bestemming reserves
- Begrotingssaldo
-
2020
- 313,1
- 52,3
- 365,4
- 314,3
- 210,8
- 525,2
- -1,2
- -158,6
- -159,8
- 269,4
- 109,6
- 159,8
- -15,8
- 15,8
- 0,0
-
2021
- 310,4
- 22,1
- 332,5
- 301,7
- 125,8
- 427,5
- 8,8
- -103,8
- -95,0
- 125,9
- 29,2
- 96,7
- 6,0
- -4,3
- 1,7
-
2022
- 308,0
- 16,3
- 324,3
- 298,5
- 119,7
- 418,1
- 9,5
- -103,4
- -93,8
- 122,8
- 25,6
- 97,1
- 3,1
- 0,2
- 3,3
-
2023
- 308,4
- 13,3
- 321,6
- 291,7
- 83,2
- 374,9
- 16,7
- -69,9
- -53,2
- 77,6
- 22,5
- 55,1
- 10,3
- -8,3
- 1,9
-
2024
- 310,0
- 7,9
- 317,9
- 291,1
- 20,7
- 311,8
- 18,8
- -12,8
- 6,1
- 10,7
- 16,2
- -5,5
- 13,1
- -12,5
- 0,6
Ontwikkeling financieel kader 2025 t/m 2029
- Bedragen x € 1 miljoen
- Baten
- Totaal baten
- Lasten
- Totaal lasten
- Saldo voor bestemming reserves
- Totaal saldo voor bestemming
- Reserves
- Totaal reserves
- Saldo na bestemming reserves
- Begrotingssaldo
-
2025
- 313,5
- 6,2
- 319,7
- 296,1
- 10,0
- 306,1
- 17,4
- -3,8
- 13,6
- 8,6
- 14,4
- -5,8
- 11,6
- -3,8
- 7,8
-
2026
- 317,7
- 6,2
- 323,8
- 301,4
- 10,0
- 311,4
- 16,2
- -3,8
- 12,4
- 8,6
- 14,4
- -5,8
- 10,5
- -3,8
- 6,6
-
2027
- 321,8
- 6,1
- 327,9
- 306,8
- 10,0
- 316,8
- 15,0
- -3,9
- 11,1
- 8,6
- 14,4
- -5,8
- 9,2
- -3,9
- 5,3
-
2028
- 297,2
- 6,1
- 303,3
- 283,4
- 10,0
- 293,4
- 13,8
- -3,9
- 9,9
- 8,6
- 14,4
- -5,8
- 8,0
- -3,9
- 4,2
-
2029
- 301,6
- 6,1
- 307,7
- 289,0
- 10,0
- 299,0
- 12,6
- -3,9
- 8,7
- 8,6
- 14,4
- -5,8
- 6,9
- -3,9
- 3,0
Baten
Provinciefonds algemene uitkering
Ontwikkeling accres
In de meicirculaire 2020 is de algemene uitkering geactualiseerd. Daarbij is het accres voor 2021 en 2022 opwaarts bijgesteld t.o.v. de septembercirculaire. Het accres voor 2023 en 2024 neerwaarts bijgesteld. Dit is het gevolg van de hogere geraamde loon- en prijsontwikkeling in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau en de meerjarige besluitvorming over de rijksuitgaven. Verwerking van de Middellangetermijnverkenning (MLT) Zorg leidt tot een neerwaartse bijstelling van de zorguitgaven die doorwerkt in het accres vanaf 2022. Daarnaast zijn ook de indexcijfers lager. Dit houdt in dat deze meicirculaire op de lange termijn een oplopend structureel negatief effect heeft.
Raming accres
Het accres voor 2020 en 2021 wordt door het Rijk bevroren. Dit is één van de maatregelen uit het compensatiepakket coronacrisis medeoverheden (van 28 mei jl.). Het Rijk wil medeoverheden hiermee zekerheid bieden met betrekking tot de middelen uit het provinciefonds. Doordat de accrestranches van 2020 en 2021 worden bevroren en daarmee zekerheid wordt geboden, is het voor die jaren niet nodig om een voorzichtigheidsmarge te ramen, zoals wij normaal gesproken wel doen.
De accrestranches na 2021 worden niet bevroren door het Rijk. Het is aan een nieuw kabinet om in overleg met de medeoverheden te besluiten hoe in de toekomst met het accres om te gaan. Hiermee blijft onzekerheid bestaan gezien de schommelingen die binnen de ontwikkeling van het accres kunnen plaatsvinden. Vanwege de onzekerheid die er vanaf 2022 weer in het accres zit, houden wij rekening met een voorzichtigheidsmarge van 1% in de ontwikkeling van het accres. Voor 2022 houden wij zelfs rekening met een voorzichtigheidsmarge van 2%, omdat het verwachte accres van 2022 relatief gezien behoorlijk afwijkt van de jaren daarna. Hiermee brengen we het accres van 2022 in lijn met het accres van de jaren daarna.
De accresreeks ziet er dan als volgt uit:
- (in procenten)
- Accres meicirculaire 2020
- Voorzichtigheidsmarge
- Accresberekening Algemene Uitkering Fryslân
-
2020
- 4,62
- 4,62
-
2021
- 3,71
- 3,71
-
2022
- 3,65
- -2,00
- 1,65
-
2023
- 2,76
- -1,00
- 1,76
-
2024
- 2,72
- -1,00
- 1,72
Dit resulteert in onderstaande raming van de algemene uitkering.
- Bedragen x € 1 miljoen
- Accres cf. meicirculaire 2020
- Begroting 2020
- Kadernota 2021
- Begroting 2021
- Mutatie
-
2020
- 4,62
- 176,10
- 176,30
- 182,20
- 5,90
-
2021
- 3,71
- 177,20
- 178,60
- 187,30
- 8,80
-
2022
- 3,65
- 179,60
- 180,60
- 187,40
- 6,50
-
2023
- 2,76
- 183,20
- 183,80
- 189,10
- 5,30
-
2024
- 2,72
- 186,40
- 186,70
- 190,70
- 4,00
Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB)
De gegevens over het wagenpark van onze provincie zijn geactualiseerd aan de hand van de opgaaf van de belastingdienst per 1 januari 2020. Hieronder zijn de verwachte inkomsten opcenten motorrijtuigenbelasting aangegeven. Hierbij is een groei van het wagenpark van 0% meegenomen, zodat eventuele groei van het wagenpark de groei van de voertuigen zonder heffing kan compenseren.
- Bedragen x € 1 miljoen
- Begroting 2020
- Kadernota 2021
- Begroting 2021
- Mutatie
-
2020
- 69,9
- 71,1
- 71,1
- 0,0
-
2021
- 69,9
- 71,1
- 71,1
- 0,0
-
2022
- 69,9
- 71,1
- 71,1
- 0,0
-
2023
- 69,9
- 71,1
- 71,1
- 0,0
-
2024
- 71,1
- 72,4
- 72,4
- 0,0
Rendement vermogen
Door het verkopen van alle obligaties in 2019 en 2020 met hoge koerswinsten zijn de rendementen voor de jaren 2021 – 2029 al bij de verkoop gerealiseerd. De opbrengsten van de verkochte obligaties zijn algemene dekkingsmiddelen en staan in de VAR. Als gevolg van de koerswinst op de verkopen is het rendement in 2020 ten opzichte van de begroting gestegen met € 4,1 mln.
Op de leningen aan decentrale overheden wordt een bescheiden rendement behaald, die als gevolg van aflossingen gedurende de looptijd daalt.
- Bedragen x € 1 miljoen
- Begroting 2020
- Kadernota 2021
- Begroting 2021
- Mutatie
-
2020
- 0,8
- 0,8
- 4,9
- 4,1
-
2021
- 0,8
- 0,8
- 0,4
- -0,4
-
2022
- 0,8
- 0,8
- 0,4
- -0,4
-
2023
- 0,7
- 0,7
- 0,3
- -0,4
-
2024
- 0,7
- 0,7
- 0,3
- -0,4
Dividend
De provincie Fryslân neemt deel in het aandelenkapitaal van een aantal bedrijven. Wij ontvangen daarvoor dividend. Er is voor de komende jaren geen dividend in de begroting opgenomen voor Vitens, vanwege de grote investeringen die Vitens moet doen. De dividenduitkering van Alliander daarentegen is inmiddels hoger geraamd dan eerder bij de begroting 2020 werd verwacht. Hieronder zijn de verwachte dividendinkomsten weergegeven.
- Bedragen x € 1 miljoen
- Begroting 2020
- Kadernota 2021
- Begroting 2021
- Mutatie
-
2020
- 9,0
- 14,5
- 14,5
- 0,0
-
2021
- 9,4
- 10,1
- 10,1
- 0,0
-
2022
- 8,7
- 7,6
- 7,6
- 0,0
-
2023
- 8,7
- 7,6
- 7,6
- 0,0
-
2024
- 8,7
- 7,6
- 7,6
- 0,0
Lasten
Nominale ontwikkeling
De raming voor nominaal is gebaseerd op de septembercirculaire 2019. Voor 2021 en 2022 houden we rekening met 1,7% en voor de jaren daarna met 1,8%. Conform de uitgangspunten begroting (bijlage 8) worden aan bepaalde onderdelen in de begroting afwijkende inflatiepercentages toegekend.
- Bedragen x € 1 miljoen
- Nominaal lonen
- Nominaal goederen en diensten
- Begroting 2020
- Kadernota 2021
- Begroting 2021*
-
2020
- 2,5%
- 2%
- 1,9
- 1,6
- 1,3
-
2021
- 2,9%
- 1,7%
- 7,6
- 5,9
- 2,1
-
2022
- 2,5%
- 1,8%
- 14,0
- 10,9
- 7,1
-
2023
- 2,3%
- 1,8%
- 20,1
- 15,9
- 12,1
-
2024
- 2,3%
- 1,8%
- 25,3
- 21,0
- 17,3