3. Overige projecten

Tweede bestuursrapportage

3    Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
3 Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf)

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
–  PS heeft ingestemd met de benoeming van mevrouw Vlietstra als nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen.
–  PS heeft op 17 juni 2020 ingestemd met het herstelplan voor Thialf waarvan een beschikbaarstelling van € 2.000.000,- door de provincie als aandeelhouder is goedgekeurd.

Naast het herstelplan doen zich ook nog andere omstandigheden voor die een rol kunnen spelen bij de toekomstige exploitatie van Thialf. Daarbij moet rekening gehouden worden met eventuele tegenvallers vanwege de coronacrisis en met het mogelijk verwijderen van de zonnepanelen in het kader van de verzekerbaarheid van de accommodatie. Wanneer dat laatste definitief een rol gaat spelen zou het kunnen zijn dat het herstelplan aangepast moet worden.

Wat heeft het gekost?
IJshal

  • In 2020 heeft provincie Fryslân € 2.000.000 geïnvesteerd in het herstelplan Thialf.
  • De jaarcijfers voor het seizoen 2018-2019 zijn in april 2020 ingediend en zijn behandeld in de AvA vergadering van 24 april 2020.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
IJshal:

IJshockeyhal:
De gemeente Heerenveen is eigenaar van de ijshockeyhal. Het groot onderhoud is de verantwoordelijkheid van Thialf OG B.V. (waar de provincie voor 2/3 deel aandeelhouder is).  Een ingrijpende renovatie van de ijshockeyhal is noodzakelijk vanwege de bouwkundige toestand van de hal en de behoefte om er ook activiteiten als curling en short track in te kunnen organiseren; sporten die een grote vlucht nemen. De discussie over de renovatie zal binnen de definitieve herstructeringsoperatie van Thialf na de zomer 2020 plaatsvinden.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
IJshal

  • Wanneer Thialf BV uiteindelijk de exploitatie blijft doen en niet in de zwarte cijfers blijft, is het mogelijk dat er een bijdrage van de aandeelhouders in de exploitatie wordt gevraagd. Een aanhoudende zorg is dat er weinig opbrengsten uit de schaatshal zijn. In het reddings- en herstructureringsplan worden de kosten verder teruggebracht. Ook wordt hierin aangegeven dat bij nieuwe contracten met gebruikers en leveranciers gunstigere voorwaarden bedongen moeten gaan worden.
  • Een ander risico is het nakomen van de afspraken door de KNSB en ISU ten aanzien van wedstrijden in de toekomst (vier wedstrijden per jaar gedurende vijf jaar); een minimale hoeveelheid wedstrijden is van belang voor gezonde exploitatie. Het aantal wedstrijden en grote evenementen waar Thialf gastheer van is in de komende tijd neemt toe. Wanneer de coronamaatregelen blijven leiden tot een sterke reductie van de toegestane publiekcapaciteit is een renderende verhuur voor toernooien bijna onmogelijk.
  • Er is nog geen uitspraak van de verzekeraar over het eventuele verwijderen van de zonnepanelen of over de verzekerbaarheid van de zonnepanelen in de toekomst. Wanneer de verzekeraar niet akkoord gaat met de verzekerbaarheid van zonnepanelen betekent dit een forse tegenvaller op de exploitatie.

IJshockeyhal

  • Wat betreft de ijshockeyhal zal de provincie als aandeelhouder van Thialf gevraagd worden om bij de renovatie van de hal een bijdrage te overwegen. Daar zijn echter nog geen middelen voor geraamd. Op grond van een motie in PS (nummer 1810) wordt een business case ontwikkeld voor de verbouwing, in het licht van de totale schaatssport. Deze notitie wordt mede gemaakt op grond van het door externe partij opgestelde beslisdocument.
  • Wanneer wij besluiten tot een bijdrage voor renovatie van de IJshockeyhal dan zal daarvan opnieuw melding bij de EU moeten worden gedaan om het risico op staatssteun te voorkomen.

– Jaarrekening:
De jaarrekeningen 2018/2019 en 2019/2020 zijn door Thialf opgemaakt, maar de accountant heeft tot op heden alleen een verklaring met beperkingen kunnen geven omdat er onder andere nog een discussie loopt met de belastingdienst over de waardering van het onroerend goed. Er komt pas duidelijkheid over de waardering van het vastgoed als er een exploitant gevonden is.

4     RUG/Campus Fryslân (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
4 RUG / Campus Fryslân

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluiten over de RUG/Campus Fryslân genomen.

Wat heeft het gekost?
In totaal kost het project  RUG/Campus Fryslân € 57,1 mln. voor de periode 2016-2023. Na 2023 kan RUG/Campus Fryslân naar verwachting zichzelf bekostigen.
De verdeling ziet er als volgt uit:
Provincie Fryslân                   €  17,83 mln.
Gemeente Leeuwarden          €    3,33 mln.
RUG                                      €  29,94 mln.
Derden                                  €    5,67 mln.
Stelpost                                 €    0,33 mln.
Totaal                                    €  57,1   mln.

De totale werkelijk gemaakte kosten t/m 2019 bedragen € 7.435.406 (op basis van de concept-jaarrekening 2019). De bevoorschotting loopt redelijk in de pas met de gemaakte kosten. Het totaal aantal uitgekeerde voorschotten, inclusief het voorschot 2020, bedraagt: €9.972.347,-.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
Onderstaande tabel bevat een samenvattend overzicht in relatie tot de in de beschikking genoemde vier projectdoelen van RUG CF (inclusief de 1e generatie master/tracks uit de UCF1-periode, welke formeel geen deel uitmaken van het project Opbouw RUG Campus Fryslân).

Stand van zaken op de peildatum 1 maart 2020.

  • Project doelen
  • Een brede driejarige bacheloropleiding voor 600 studenten.
  • Tien masters / tracks voor in totaal 400 studenten (inclusief de ‘oude’ UCF masters)
  • Een International Graduate Research School (IGRS) voor jaarlijks 15 promovendi
  • Het opzetten van een faculteitsbureau.
  • Totaal
  • Opleidingen
  • University College met bacheloropleiding Global Responsibility & Leadership (start 1/9/2018, 3-jarig)
  • ‘Oude’ UCF masters (1e generatie):
  • ·         Multilingualism (1-jarig)
  • ·         Watertechnologie (2-jarig)
  • ·         MEEM (master Environmental & Energy Management (1-jarig)
  • Master/tracks (2e generatie)**:
  • ·   Tourism Geography & Planning (start 1/9/2017), (1-jarig)
  • ·  Governance and Law in Digital Society (start 1/9/2018), (1-jarig)
  • Master (3e generatie ):
  • ·         Sustainable Entrepreneurship (start 1/9/2018), (1-jarig)
  • In totaal 15 van de 35 promovendi die vanuit de UCF1-periode zijn overgedragen aan RUG Campus Fryslân zijn gepromoveerd. In totaal (vanaf 2016) zijn 34 nieuwe promovendi aangesteld onder de vlag van RUG Campus Fryslân, waarvan inmiddels 1 is gepromoveerd.
  • Operationeel
  • Aantal ingeschreven studenten 1/9/2018
  • 26 (7)*
  • 17 (2)*
  • 40 (1e + 2e jaars)
  • 38
  • Totaal: 95
  • 9 (0)*
  • 7 (5)*
  • Totaal: 16
  • 16 (2)*
  • 153 studenten op basis van 7 opleidingen
  • Aantal ingeschreven studenten 1/9/2019
  • 24 (2e jrs) + 53 (1e jrs) = 77 (16)*
  • 12 (0)*
  • 32 (1e + 2e jrs)
  • 33
  • Totaal: 77
  • 7 (1)*
  • 6 (5)*
  • Totaal: 13
  • 30 (3)*
  • 197 studenten op basis van 7 opleidingen
  • Geprognosticeerd aantallen volgens Ontwikkelplan 2016, jaar 2019/ 2020 (totaal aan ingeschrevenen)
  • 215
  • Totaal ca.110 (bij 3 masters/tracks)
  • Totaal 90 (bij 4 master/ tracks)
  • Totaal 120 (bij 3 masters/ tracks)
  • 15 p/j
  • 535 studenten op basis van 11 opleidingen
(..)* aantal studenten afkomstig uit Fryslân.
Het aantal Friese studenten bij de opleidingen MEEM en Watertechnology zijn niet bekend. Deze opleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid van respectievelijk de TUTwente en Wetsus.  Met deze partijen zijn geen afspraken over de het bijhouden van de herkomst van studenten.
**) een track (30 studiepunten) is een bepaalde richting binnen een master (totaal 60 studiepunten)

Verder:

  • Premasters; dit zijn extra onderwijsmodules voor HBO-ers die na hun afstuderen een aansluitende masteropleiding willen volgen. Deze pre-masteropleidingen zijn vooral interessant voor studenten die aan de Friese HBO´s afstuderen. De hogescholen zijn begonnen met het aanbieden van enkele premasters die aansluiten op de masters van RUG/Campus Fryslân. Tot op heden heeft dat (nog) geen substantiële toename van HBO-studenten opgeleverd. Hierover is de RUG Campus Fryslân in gesprek met NHL Stenden.
  • Er worden jaarlijks minimaal 4 voortgangsgesprekken met RUG/Campus Fryslân gevoerd en er is minimaal 1 bestuurlijk overleg. Daarnaast wordt twee maal per jaar aan Provinciale Staten gerapporteerd over de voortgang van RUG/Campus Fryslân. Voorts hebben drie universiteiten, 4 hogescholen, 6 kennisinstellingen, 1 bibliotheek en de gemeente Leeuwarden en de provincie zich met de ondertekening van het Hoger-Onderwijsakkoord Fryslân op 24 juni 2016 verbonden aan samenwerking met RUG Campus Fryslân. Het doel van deze samenwerking is om o.a. een impuls te geven aan het niveau van het Friese hoger onderwijs, het academisch klimaat in Leeuwarden en de gezamenlijke werving van studenten richting Leeuwarden. De geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025 is een product van dit samenwerkingsverband. De provincie is initiatiefnemer van de totstandkoming van het Hoger Onderwijs Fryslân Akkoord.
  • Drie maal per jaar komt de Raad van Advies RUG Campus Fryslân bijeen. Hierin zitten alle ondertekenaars van het Hoger Onderwijs Akkoord Fryslân. De provincie heeft een ‘standing invitation’. Eens per jaar vindt het HOAF-overleg plaats dat de provincie voor zit. De verdere uitwerking van de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025 is een terugkerend agendapunt.
  • De ‘oude’ UCF-1projecten ‘Flankerend beleid onderzoeksschool RUG Campus Fryslân’  (provinciaal subsidie van € 1.768.000) en Marketing&Werving (provinciaal subsidie € 190.750) zijn bij de start van RUG CF overgedragen aan RUG CF. De einddatum van het project Flankerend Beleid is, na verlenging, 31 december 2020. Het UCF1-project Marketing & Werving van studenten voor masters, dat is ontwikkeld in de UCF1 periode, is inmiddels afgerond en zal dit jaar worden afgerekend. Beide projecten maken geen onderdeel uit van het project Opbouw RUG Campus Fryslân.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Macrodoelmatigheidstoets en accreditatietoets:
Het opstarten van nieuwe opleidingen vraagt veel samenwerking met andere kennisinstellingen. Vervolgens is het doorlopen van de toetsing van de twee commissies bepalend voor het tempo waarin nieuwe masters of master/tracks van start kunnen gaan. Wanneer een opleiding de toetsing met goed gevolg doorloopt, is rijksfinanciering geborgd. Latere accreditatie heeft een latere werving van studenten tot gevolg t.b.v. een nieuw studiejaar. Voornoemde complexe trajecten spelen een rol bij de vertraagde start van nieuwe opleidingen bij RUG CF.

Te weinig studenten: De ambities in de plannen van RUG/Campus Fryslân zijn hoog. Er staat daarom in het ontwikkelplan dat het risico aanwezig is dat de gestelde aannames voor studentenaantallen niet worden gehaald. De RUG gaat uit van een periode van zes à zeven jaar om 1000 studenten en 50 promovendi aan Fryslân te binden. De RUG draagt het financiële risico wanneer er sprake is van een lagere instroom van studenten. In de beschikking is rekening gehouden met enige vertraging. Met de start van het collegejaar 2018/2019 is duidelijk naar voren gekomen dat de instroom aanzienlijk onder de geprognosticeerde aantallen ligt, zowel per opleiding, als in z’n totaliteit. Het collegejaar 2019/2020 laat wel een toename zien, maar onvoldoende om in de buurt van de aanvankelijk geprognosticeerde studentenaantallen te komen uit 2016. Op het moment van dit schrijven is nog geen duidelijkheid over de studentenaantallen voor het collegejaar 2020/2021. Door de crisis rondom Covid-19 bestaat de kans dat er minder internationale studenten kiezen voor een opleiding in het buitenland, dus ook voor Leeuwarden. In de tweede helft van 2020 zal het resultaat van de Tussenbalans RUG CF bekend zijn. De Tussenbalans kijkt terug op de afgelopen jaren en in relatie daarmee wordt gekeken naar hettoekomstperspectief en -bestendigheid van RUG CF. De uitkomst zal aan GS en PS worden voorgelegd.

Imago Leeuwarden als (studie)stad: Leeuwarden heeft geen vergelijkbaar imago als studiestad Groningen. Een risico is ook de nabijheid van Groningen, met als gevolg dat er te weinig studenten in Leeuwarden komen wonen. Binnen de planvorming van Campus Fryslân hebben de partijen afspraken gemaakt om de krachten te bundelen en een aansprekend programma te ontwikkelen voor het bevorderen van het academisch klimaat in Leeuwarden. Dit programma moet in 2020 zich verder ontwikkelen en indien gewenst worden aangepast.

5     Leeuwarden -Fryslân 2028 (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
5 Leeuwarden - Fryslân 2028

In 2018 heeft Leeuwarden – Fryslân zich namens Nederland als Europese Culturele Hoofdstad Fryslân nationaal en internationaal op de kaart gezet. Na dit succesvolle jaar willen we de in gang gezette ontwikkelingen vasthouden en uitbouwen. Provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden hebben hierin het voortouw genomen. Het programma voor LF2028 wordt gevuld met sterke culturele producties die zijn verbonden met onze Iepen Mienskip, bijdragen aan het culturele veld, cultuurtoerisme, het vestigingsklimaat en de leefbaarheid van Fryslân.

Inmiddels zijn besluiten genomen over de inrichting en governance van de uitvoeringsorganisatie. Op 10 maart jl. hebben wij en het College van B&W van de Leeuwarden voor LF2028 gekozen voor de stichtingsvorm: we weten dankzij LF2018 dat werken met een stichting werkt, zeker waar het gaat om onafhankelijk programmeren en het werven van sponsors en fondsen. U bent hierover bij brief van 10 maart (kenmerk: 01719914) geïnformeerd.

Op 30 juni jl. hebben wij positief besloten over de subsidieaanvraag vanuit de Stichting LF2028, voorzien van werkplan met inzicht in programmering, organisatie en financiën. Wij hebben op basis van de aanvraag voor (het restant van) 2020 een incidentele subsidie toegekend aan de stichting. Daarbij hebben we besloten dat we bij de behandeling van de provinciale begroting 2021 uw staten het voorstel doen om de stichting voor de jaren 2021, 2022 en 2023 een boekjaarsubsidie te geven. U bent hierover per brief geïnformeerd (kenmerk: 01775242).

De stichting is in de zomer op zoek gegaan naar een nieuwe directeur-bestuurder. Bij het schrijven van de tweede bestuursrapportage is de sollicitatieprocedure nog niet afgerond, dus wij kunnen hier niet melden wie de functie op zich neemt.

Binnen het budget voor LF2028 is ook geld beschikbaar voor projecten i.h.k.v. Sense of Place. Het voor 2020 geplande budget zal niet volledig besteed worden. Hieraan ligt een aantal oorzaken ten grondslag:

  • De stichting Sense of Place heeft nog niet een geschikte locatie gevonden waarop De Streken gebouwd kan worden;
  • De ruimtelijke procedure met het Rijk om Sense of Place-kunstwerken te mogen bouwen in het Waddengebied is nog niet afgerond;
  • Die financiële situatie van de stichting Sense of Place is enige tijd onzeker geweest.

Wij verwachten dat deze activiteiten in 2021 wel verder opgepakt kunnen worden. Daarom stellen wij voor € 184.000 door te schuiven van 2020 naar 2021.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Geen

Wat heeft het gekost?
Met de gemeente Leeuwarden is een samenwerkingsovereenkomst gesloten om gezamenlijk handen en voeten te geven aan de organisatie en programmering van LF 2028. Er wordt voor de jaren 2019 en 2020 gewerkt met een gezamenlijke begroting van € 5,470 mln. Van dit budget 2020 is een incidentele subsidie aan de Stichting LF 2028 verleend.

Binnen het budget voor LF2028 is geld beschikbaar voor projecten i.h.k.v. Sense of Place. Het voor 2020 geplande budget zal niet volledig besteed worden, omdat:

  • De stichting Sense of Place nog niet een geschikte locatie heeft gevonden waarop De Streken gebouwd kan worden;
  • De ruimtelijke procedure met het Rijk om Sense of Place-kunstwerken te mogen bouwen in het Waddengebied nog niet is afgerond;
  • Die financiële situatie van de stichting Sense of Place enige tijd onzeker is geweest.

Wij verwachten dat deze activiteiten in 2021 wel verder opgepakt kunnen worden. Daarom stellen wij met bijgevoegde begrotingswijziging het budget voor Sense of Place door te schuiven van 2020 naar 2021.

In juni 2017 hebben PS 1 mln. beschikbaar gesteld voor het afgeven van garanties voor ticketrisico’s LF2018. Besloten is deze middelen beschikbaar te houden voor een vergelijkbare regeling voor LF 2028. De regeling is in april 2020 vastgesteld.

Wat willen we bereiken en wat hebben we bereikt?
De Agenda2028 betreft de doorontwikkeling van LF2018 door verschillende Friese partijen. Er is een nieuw bidbook LF2028 opgeleverd (“Generatie 2028”), waarin ook de programmering  voor 2020 en een doorkijk met ambities richting 2028 staat. Hierbij wordt uitgegaan van een triënnale, waarbij in de aanloop naar het triënnale jaar ook wordt ingezet op extra culturele impulsen. Hierbij wordt cultuur ingezet als middel om resultaten te bereiken op de volgende vijf programmalijnen:

  1. Versterken economie en cultuurtoerisme
  2. Verbetering artistiek klimaat
  3. Werken aan ecologie en circulariteit
  4. Elkenien docht mei
  5. Meertaligheid/Frysk.

Bij het opstellen van de tweede bestuursrapportage is duidelijk dat de gevolgen van corona voor de culturele sector heel groot zijn. Bijna alle evenementen en geplande producties zijn afgelast of worden doorgeschoven naar volgend jaar (bijv. Wadopera Peter Grimes) en sommigen vinden manieren om online of kleinschalig te werken (bijv. Opera Spanga die een film heeft opgenomen).

LF2028 is in de laatste week van maart begonnen met online programmering: culturele instellingen en festivals, maar ook amateurs, leveren content aan voor de Facebook-pagina en zo kunnen mensen thuis toch genieten van mooie cultuur. Ook IepenUp, dat normaalgesproken met publiek plaatsvindt, gaat in een andere vorm door met het maken van programma’s.

Agenda2028 voorziet in een langjarig en aantrekkelijke programmering als “plus” bovenop de bestaande en reguliere activiteiten in de provincie, met als bovenliggende doelen:

  • Via culturele interventies verschillende maatschappelijke issues (economisch, sociaal, ecologisch) bespreekbaar maken;
  • Blijvende (inter)nationale aandacht;
  • Blijvende energie in Fryslân (zowel bij amateurs als professionals);
  • Blijvend investeren in A-merk Fryslân, met effect op inkomend toerisme

We willen hiermee tevens bijdragen aan de global goals.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Een belangrijke afspraak die is gemaakt  is dat LF2018 blijvende effecten moet hebben. Een risico is onvoldoende inzet hier op, waardoor die blijvende effecten zullen achterblijven. Fryslân kan zich optillen als er een gemeenschappelijk doel voor de toekomst wordt gesteld. Het is noodzakelijk de energie van 2018 vast te houden voor de toekomst, allereerst voor de jaarschijven 2019 en 2020. Er is in de Mienskip veel energie opgebouwd. Er is energie om door te gaan na 2018 op voor de provincie belangrijke thema’s. Er moet worden voorkomen dat de energie wegzakt. Door een actief faciliterende rol van de overheden in Agenda2028 kan dit worden voorkomen. De beschikbare middelen zullen gematched worden met middelen van derden. Met dit budget kan het werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Fryslân vooreerst gecontinueerd worden. Er is een risico dat dit onvoldoende omvang krijgt.

Voor 2019 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor marketing aanvullend op de reguliere begroting. Voor de jaren daarna niet.

6     Europese watertechnologiehub  (programma economie)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
6 Europese watertechnologiehub

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluit over de Europese watertechnologiehub genomen.

In het bestuursakkoord 2019-2023 zijn financiële middelen voor Wetsus, WaterCampus (waaronder Water Alliance) gealloceerd zijnde in totaal €9 miljoen voor de jaren 2021-2023.

Wat heeft het gekost?
Het  REP- regio budget van €13 miljoen, dat in 2014 door PS beschikbaar is gesteld ten behoeve van het Uitvoeringskader Watertechnologie 2014 – 2020, is bijna helemaal weggezet in de vorm van subsidie aan de volgende projecten:

  1. Watercampus Actieplan 2017-2020
  2. Researchinfrastructuur Wetsus
  3. Internationalisering Friese Watertechnologiesector

Daarnaast heeft het Dagelijks Bestuur van het SNN op 2 december 2012 ingestemd met een bijdrage aan de Stichting Wetsus uit het centrale deel van het REP (het zgn. RijksREP) van €38 miljoen. Eerst is een bijdrage van €19 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2013-2016. De €19 miljoen voor de periode 2017 tot en met 2020 is in 2016 toegekend na een positieve evaluatie van Wetsus.

De WaterCampus partijen hebben in 2016 een actieplan opgesteld. Het plan beschrijft het doel, de acties en brengt in beeld wat het benodigde budget is voor de jaren 2017 tot en met 2020 om het plan te kunnen uitvoeren. Uitgangspunt van het actieplan is dat de huidige activiteiten van de WaterCampus partijen gecontinueerd worden en daarmee het innovatie ecosysteem van de WaterCampus in stand kan worden gehouden. Voor het WaterCampus Actieplan is in 2017 een bijdrage van € 6.030.000,- beschikbaar gesteld vanuit de beschikbare middelen REP-regio. Begin 2017 is ten behoeve van het project “Research infrastructuur Wetsus 2017-2020” een subsidie van € 3.019.804,- beschikbaar gesteld vanuit REP-regio en € 480.196,- vanuit het restant RijksREP. En ten slotte is in 2018 een subsidie verstrekt aan de Water Alliance om een impuls te geven aan de internationalisering van de Friese watertechnologiesector.

Wat wilden wij bereiken en wat hebben wij gerealiseerd?
Het vigerende Uitvoeringskader Watertechnologie heeft een werkingsduur van 2014 tot en met 2020 en zou geactualiseerd moeten worden. Echter dit uitvoeringskader wordt niet separaat geactualiseerd, maar wordt onderdeel van de in ontwikkeling zijnde beleidsbrief (Circulaire) Economie.

In de provinciale begroting is ten behoeve van de financiering van Wetsus voor 2021 tot en met 2023 jaarlijks een financiële bijdrage gereserveerd van respectievelijk € 1.125.000,-,  € 1.125.000,- en € 1.525.000,-. In de afgelopen periode zijn er afspraken gemaakt met Wetsus over de wijze waarop en onder welke voorwaarden de bijdragen kunnen worden geformaliseerd. Inmiddels is hiervoor een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie.

Het huidige WaterCampus Actieplan 2017-2020 loopt eind van dit jaar af. WaterCampus partijen hebben een vervolg op dit Actieplan ontwikkeld voor de periode 2021-2023 (hierna te noemen WaterCampus Actieplan II). In dit Actieplan wordt de strategie beschreven voor de verdere uitbouw van de regionale impact en de internationale positie van WaterCampus Leeuwarden. Voor dit plan is inmiddels ook een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie.

Jaarlijks wordt over de uitvoering van het WaterCampus Actieplan een monitor uitgevoerd. De uitkomsten van de monitor over 2019 zijn te raadplegen via de volgende link: Monitoring 2019 WaterCampus.

Er is nog geen duidelijkheid over de langetermijnfinanciering van Wetsus (Europese watertechnologiehub) na 2022. Het ministerie van EZK heeft in de tweede helft van 2018 een Expertgroep Watertechnologie ingesteld, die advies heeft uitgebracht aan staatssecretaris Keijzer over duurzame financiering van Wetsus vanaf 2021.  Het opgestelde Adviesrapport Expertgroep Governance Watertechnologisch Onderzoek is gedeeld met PS.

De lobby om het innovatie ecosysteem van de WaterCampus meer nationaal/EU gefinancierd te krijgen voor met name de periode na 2020 zal worden gecontinueerd.
In 2020 wordt de uitvoering van het WaterCampus Actieplan over de jaren 2017 en 2018 geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie zijn gedeeld met PS.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Om uit te groeien tot Europese hub op het gebied van Watertechnologie is zekerheid over langjarige continuïteit van Wetsus een essentiële voorwaarde. Dit geldt zowel voor de contracten met het bedrijfsleven en vooraanstaande universiteiten als voor het aantrekken van de beste onderzoektalenten. Het Wetsus-programma werkt met promovendi die worden aangesteld op een vierjarig contract, maar de langetermijnfinanciering van Wetsus is na 2022 nog niet volledig afgedekt.

Het college van B&W van de gemeente Leeuwarden heeft besloten zowel Wetsus, als de WaterCampus een subsidie toe te kennen onder voorbehoud van het vaststellen van de begroting 2021 door de raad van de gemeente Leeuwarden. Wetsus ontvangt een subsidie van € 500.000,- voor de uitvoering van haar onderzoeksprogramma 2021 en de WaterCampus ontvangt een subsidie van in totaal € 600.000,- voor het WaterCampus Actieplan II (activiteiten in 2021, 2022 en 2023). In het najaar 2020 is er meer helderheid over de lange termijnfinanciering voor een mogelijk vervolg van de gemeentelijke en provinciale bijdragen voor de jaren daarna als gevolg van het actualiseren van de intentieverklaring die in april 2013 door de provincie en gemeente Leeuwarden is getekend.

7   De Nieuwe Afsluitdijk (programma’s infrastructuur, omgeving en economie)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
7 De Nieuwe Afsluitdijk

De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) is opgedeeld in twee ontwikkelfasen:

  • Fase 1 betreft grotendeels de projecten die meelopen met het Rijkscontract voor de versterking van de Afsluitdijk, zoals de Vismigratierivier (VMR), of al realiseerd zijn, zoals het Afsluitdijk Wadden Center en enkele duurzame energie pilots.
  • Fase 2 betreft opgaven als het verder benutten van de Afsluitdijk als kraamkamer op het gebied van duurzame energie, de vervanging van bruggen, verdieping vaargeulen en verbreding van de sluis Kornwerderzand alsmede de projectcommunicatie en (inter)nationale profilering van de Afsluitdijk.

Het programma DNA is van de ontwikkel naar de realisatiefase verschoven en wordt – zoals nu voorzien – in de loop van 2023 afgerond. Het onderdeel bruggen en sluizen Kornwerderzand wordt uitgevoerd door de projectorganisatie DNA, om reden van efficientie en netwerk/raakvlak beheersing. Het project kent een andere geografische bestuurlijke samenwerking en zal na formele beëindiging van het programma De Nieuw Afsluitdijk nog doorlopen. Om die reden en om het strategische belang is dit project hierna separaat opgenomen in de begroting en kent dus een langere doorlooptijd dan het programma zelf. De stand van zaken rondom de verbreding van de sluis vindt u onder 7a.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluiten genomen.

Wat heeft het gekost?
Er zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld in het eerste kwartaal van 2020.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
2018 is het Rijkscontract voor de versterking van de Afsluitdijk gegund aan Levvel B.V., een  combinatie van; Van Oord, BAM en Rebel. Inmiddels heeft Levvel het eerste deel van de dijk, tussen Zurich en Kornwerderzand, versterkt en zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor de aanleg van de coupure van de Vismigratierivier in de vorm van het omleggen van het dijklichaam. De aanleg van een bypass voor autoverkeer volgt in de loop van 2020. Tegelijkertijd is Windpark Fryslân (WPF) begonnen met de werkzaamheden op de Afsluitdijk. De kabel naar het vaste land is gelegd en de eerste werkzaamheden aan de natuurvoorziening in het IJsselmeer zijn van start gegaan. Bij Breezanddijk is men druk bezig met de bouw van een transformatorgebouw.

Afsluitdijk Wadden Center
Begin dit jaar heeft de exploitant van het Afsluitdijk Wadden Center gemeld dat er sprake was van tegenvallende bedrijfsresultaten. Het aantal bezoeken is licht teruggelopen, maar vooral de bestedingen zijn lager dan verwacht. Kort daarop heeft het AWC de deuren moeten sluiten vanwege het coronavirus. Na gesprekken met de exploitant hebben GS besloten eenmalig en gedurende de coronaperiode de huur kwijt te schelden en de exploitatievergoeding door te betalen. Onder de voorwaarde dat het AWC weer open gaat. Het centrum heeft 15 juli de deuren weer geopend voor publiek. Bezoekers zien daar een geactualiseerde expositie. Na de zomervakantie gaat de Provincie weer in gesprek met de exploitant over de effecten van corona op de bedrijfsvoering en het perspectief voor de rest van het jaar en 2021. We verwachten bij de jaarstukken 2020 de effecten van de coronaperiode voor de afgelopen periode en de toekomst beter in te kunnen inschatten.

Vismigratierivier
In verband met complexe raakvlakken met de projecten versterking Afsluitdijk en Windpark Fryslân, actief in hetzelfde gebied, wordt de aanbesteding aangepast. De uitvoering van de Vismigratierivier is sterk afhankelijk van de planning van deze grote projecten. Op dit moment is er nog onvoldoende duidelijkheid over een aantal raakvlakken om de aanbesteding te kunnen starten. De komende periode hopen we daar met het Rijk en Windpark Fryslân afspraken over te kunnen maken. Door de raakvlakken is het project in meerdere contracten opgedeeld. Een eerste contract, zijnde de westelijke dam van de Vismigratierivier, is vanwege de complexe raakvlakken gegund aan de aannemer die de natuurvoorziening van Windpark Fryslan gaat bouwen. Voor de zomer is begonnen met de bouw daarvan.
De afgelopen maanden hebben verder in het teken gestaan van het helder krijgen van de rest van de complexe raakvlakken met de andere projecten. Op basis daarvan wordt momenteel het ontwerp geactualiseerd en wordt het contract verder voorbereid.
In de zomer is er een dienstencontracten op de markt gezet, ter ondersteuning van de verdere voorbereiding en realisatie van het project.
Het project ligt nog op koers om, conform afspraken in de realisatieovereenkomst met het Rijk, medio 2023 gereed te zijn. Wel is het project daarbij afhankelijk van het tijdig afronden van de werkzaamheden aan en rondom de coupure door Levvel.

Duurzame Energie projecten
DNA heeft de ambitie om van de Afsluitdijk een kraamkamer te maken voor duurzame innovaties. De Afsluitdijk is een ideale proeftuin om nieuwe technieken op het gebied van duurzame energie te testen. Een aantal innovaties zijn actief op de Afsluitdijk. Op/bij de dijk wordt nog steeds succesvol getest met Blue Energy. De Afsluitdijk is volgens de initiatiefnemers de betere optie voor opschaling en het starten van een demoproject, in tegenstelling tot andere onderzochte locaties. Initiatiefnemers stellen momenteel een Businesscase op en zijn in gesprek met mogelijke investeerders.
Het testen met een onderwaterkite, een vlieger die energie opwekt door gebruik te maken van de stroming, nabij Breezanddijk is inmiddels succesvol afgerond. Voor de doorontwikkeling van de techniek verplaatst het project naar een locatie nabij Ameland.

Er wordt concreet onderzocht of een test met zonnepanelen op asfalt/parkeerterrein bij het Waddencentrum mogelijk is. Een initiatiefnemer wil de onderhoudsvraagstukken rondom deze techniek langjarig gaan testen.
Een proef met drijvende zonnepanelen bij Breezanddijk is gepauzeerd. Rijkswaterstaat wil eerst op één andere plek in het IJsselmeer de effecten testen voordat het project verder gaat.
Door het faillissement van de leverancier van stromingsturbines gaan de getijdenenergieprojecten op de Afsluitdijk helaas definitief niet door.

Living Lab
In december 2017 is door PS een motie aangenomen om een breed Living Lab, meerdere thema’s, op de Afsluitdijk te verkennen. In 2020 wordt verwacht dat een Living Lab rondom de innovaties Duurzame Energie op de Afsluitdijk een verbijzondering zal worden van c.q. zich gaan aansluiten bij het initiatief voor de Energiecampus in Leeuwarden. Daarmee kan een schaalgrootte ontstaan waarbinnen de Triple Helix (onderwijs, overheid, ondernemers) goed kan functioneren.
Voor de brede insteek van het Living Lab wordt gezocht naar aansluiting bij o.a. de Fryslan  Campus, Blue Delta discussie, IPF en het Global Centre on Climate Adaptation (GCA) van de VN te Groningen. De belangstelling vanuit de kennissector is nog steeds groot.

Monument
In 2020 gaan we samen met Rijkswaterstaat verder met de ontwikkeling van het Monument. De buitenruimte van het Monument zit in het Rijkscontract en zal de komende jaren opgeknapt worden. RWS wil de upgrade van het vastgoeddeel graag gereed hebben begin 2023. DNA participeert financieel en inhoudelijk in de ontwikkeling. Focus is met name op toegevoegde waarde op het gebied van recreatie en toerisme en energieprestaties.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Het niet tijdig leeg hebben van depot Oostpoort is geen actueel risico meer. De gronden zullen worden ingezet in de natuurvoorziening van Windpark Fryslan, waar het project Vismigratierivier een samenwerking mee heeft.

Voor de Vismigratierivier zijn PFAS en stikstof actuele thema’s in relatie tot vergunningen. Vooralsnog leidt dat echter niet tot problemen.

In 2015 hebben PS middelen beschikbaar gesteld voor de financiering van het programmabureau tot en met 2020. Destijds is aangegeven tzt met een nieuw voorstel te komen voor de jaren 2021 tot en met 2023. De partners van DNA hebben een bijdrage al geregeld. Bij de eerste berap is voor de jaren 2021 en 2022 financiering georganiseerd. Voor 2023 zal er alternatieve financiering gezocht worden.

De Covid-19 crisis kan meerdere gevolgen hebben voor de lopende activiteiten. Eerste zichtbare effect is de sluiting van het Afsluitdijk Wadden Center geweest tot 15 juli jl. Het centrum is sinds kort weer open. Het werk aan de Afsluitdijk gaat vooralsnog gewoon door.

7a   Sluis Kornwerderzand

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
7a Sluis Kornwerderzand

Het onderdeel sluis Kornwerderzand wordt uitgevoerd door de projectorganisatie DNA maar kent een andere geografische bestuurlijke samenwerking. Om die reden en om het strategische belang is dit project hierna separaat opgenomen in de begroting.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

  • 17 juni 2020 hebben Provinciale Staten besloten geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken voor de vaststelling van de Bestuursovereenkomst Sluis Kornwerderzand.

Wat heeft het gekost?
Zoals gemeld aan de Staten bij behandeling van de BOK juni jl. zijn de kosten op basis van de provinciale systematiek geraamd op € 180 miljoen. De regionale bijdrage daarin is € 69 miljoen.  De Friese bijdrage is € 19,5 miljoen euro. € 4,5 miljoen zal nog aan PS worden voorgelegd als onderdeel van fase 2 van het project, zodra de marktbijdrage definitief is

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
17 juni hebben Provinciale Staten ingestemd met de Bestuursovereenkomst met het Rijk voor de verruiming van de sluis en bouw van bruggen. De Bestuursovereenkomst is 24 juni ondertekend, door de Minister van I&W en gedeputeerde Fokkens. Omdat de financiering nog niet definitief rond is wordt er voor gekozen het project te faseren. Eerst worden de nieuwe bruggen gebouwd en de vaargeulen verdiept (fase 1). Wanneer er een positief besluit is genomen over de Waddenfonds subsidieaanvraag en de marktbijdrage definitief is kan er, na positieve besluitvorming door PS, ook gestart worden met de verruiming van de sluis (fase 2).  Ondertussen wordt er ook gewerkt aan het opstellen van een realisatieovereenkomst. Daarin worden o.a afspraken met Rijkswaterstaat vastgelegd over de financiering, projectscope en planning.
De verdere projectuitwerking/voorbereiding zal vanaf september 2020 worden opgepakt. Ter ondersteuning daarvan is voor de zomer een dienstencontract op de markt gezet. De uitvoeringstermijnen zijn afhankelijk van nog nader te maken afspraken met de aannemer van de versterking van de Afsluitdijk. De provincie streeft naar realisatie van fase 1 in uiterlijk 2025. Indien mogelijk proberen we ook fase 2 in die periode te realiseren. Bestuurlijk is afgesproken uiterlijk in 2028 af te ronden.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

  • Project/bouwrisico’s; elk project kent risico’s in de voorbereiding- en bouwfase. Er moeten o.a nog diverse vergunningen worden aangevraagd. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen soms tot onverwachte neveneffecten leiden, zoals bv momenteel de PAS (Programma Aanpak Stikstof).
  • Financieringsrisico’s; Onduidelijk is momenteel nog de hoogte van de bijdrage vanuit het Waddenfonds en de wijze waarop de marktbijdrage geïnd gaat worden. De Waddenfondsaanvraag zal kort na de zomer worden ingediend voor behandeling in het najaar. De marktbijdrageregeling wordt de komende periode verder uitgewerkt. Begin 2021 verwachten we definitief duidelijkheid te hebben over de haalbaarheid van de regeling. Mocht het niet haalbaar blijken dan kan er teruggevallen worden op de afspraak die de markt met de minister gemaakt heeft om gezamenlijk op zoek te gaan naar een andere oplossing.

8     Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
8 Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus)

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluiten over het Innovatiecluster Drachten genomen.

Wat heeft het gekost?
Voor de vierde fase is op 18 december 2018 € 3.587.197,- beschikbaar gesteld. Er is toen ook besloten om een bedrag van € 538.400 beschikbaar te stellen voor de periode 2021-2022. Dekking hiervoor moet komen uit vrijval uit de eerdere fasen eventueel aangevuld vanuit het budget Agenda Economie. De bijdrage van de provincie is maximaal 25% van de totale projectkosten. De gemeente Smallingerland draagt ook 25% bij, de overige 50% komt van de deelnemende bedrijven.

Voor de financiering na 2023 is een bedrijfsplan 2028 opgesteld. Voor dit bedrijfsplan moet nog noordelijke steun worden verkregen.

Wat wilden wij bereiken en wat hebben wij bereikt?
Het Innovatiecluster Drachten is opgedeeld in vier fasen van twee jaar.

  • fase 1 (2013-2014): eerste aanzet geven voor het realiseren van een volwaardig innovatiecluster in Drachten. Accent ligt op het boeien en binden van personeel.
  • fase 2 (2015-2016): nadruk op doorontwikkeling van fase 1 en het realiseren van twee R&D projecten.
  • fase 3 (2017-2018) en fase 4 (2019-2020): opschalen naar nog meer ecosysteemfuncties, zoals precompetatieve gezamenlijke R&D in samenwerking met regionale onderzoeksinstellingen (UCF, NHL Hogeschool/Stenden, Hanzehogeschool, Windesheim, RUG, UT Twenthe).

Zwaartepunt in de vierde fase is gericht op het laten doorgroeien van het cluster naar 20-24 bedrijven waardoor er een soort Noordelijk vliegwiel met een as in Drachten ontstaat. Inmiddels zijn er 21 bedrijven uit de drie noordelijke provincies aangesloten bij het Innovatiecluster Drachten.

In de vierde en laatste fase van het project (2019-2020) blijft de nadruk liggen op de doorontwikkeling van het boeien en binden van personeel, aansluiten van regionale hbo en universitaire kennisinstellingen, gezamenlijke R&D projecten en shared facilities. Met name het vinden van geschikt personeel is een belangrijk aandachtspunt. De Mastertrack HTSM die door de RUG wordt ontwikkeld, speelt hierbij een belangrijke rol.

Een volgende stap is de noordelijke samenwerking in de Smart Industry Hub. Het ICD is het Friese onderdeel van deze noordelijke hub. Doel van deze hub is het meenemen van de regio Noord-Nederland in de digitalisering. Dit door Noordelijke bedrijven de kans te geven om met sparringpartners op niveau in Europa samen te werken, zodat de digitalisering van bedrijven en daarmee de regio versnelt. Inmiddels is de EFRO-aanvraag toegekend voor deze Smart Industry Hub.

Naast bovenstaande wordt ook gekeken naar een Med Tech cluster, die vanuit het ICD zijn oorsprong kan vinden.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Een mogelijk risico is dat de inzet van de reeds participerende bedrijven zich reduceert, en daarmee ook de financiële inbreng, waardoor de geformuleerde doelstellingen van het project niet worden gehaald. Vooralsnog lijkt hier geen sprake van te zijn, ondanks de impact van de coronacrisis.

9   Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel – Harlingen (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
9 Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel - Harlingen

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

In 2020 heeft PS geen besluiten genomen. Op 23 mei 2012 hebben Provinciale Staten op basis van het ontwerp-inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen een bedrag van € 12,8 mln. beschikbaar gesteld. Op 18 oktober 2017 heeft PS de vierde planwijziging vastgesteld.

Wat heeft het gekost?
Voor 2020 is circa € 4 mln. aan uitgaven gepland, waarvan de provincie ongeveer 21,5%  bijdraagt. De totale uitgaven van provincie en betrokken partijen vanaf 2014 tot 1 september 2020 bedragen bijna € 40,6 mln., waarvan € 2,2 mln. uitgaven in 2020. Tot de € 40,6 mln. behoort de aankoop van grond  – in de periode 2014-2017- voor ongeveer € 14 mln. voor de wettelijke herverkaveling. De aangekochte grond met opstal is vooruitlopend op de wettelijke herverkaveling verkocht (€ 1,5 mln.) De door partijen en provincie beschikbaar gestelde budgetten voor de uitvoering van de maatregelen zijn toereikend om het plan uit te voeren.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
De geplande bouw van een gemaal in het deelgebied de Mieden is nogmaals vertraagd, omdat het verkrijgen van medewerking van grondeigenaren veel tijd vroeg en de technische uitwerking lastig bleek te zijn. Beide kwesties vergen nog tijd tot het najaar van 2020. De aanbesteding zal in het najaar van 2020 plaatsvinden en het gemaal zal eind 2021 gerealiseerd zijn. De lopende uitvoering van het waterlopenbestek Herbaijum ligt op schema en zal in het voorjaar van 2021 klaar zijn. In dit bestek gaat het om verhoging van kades, verbreding van vaarten en sloten en aanleg van stuwen en duikers. De verbreding van twee gemeentelijke landbouwwegen is volgens plan voor de zomer afgerond. Er is op verzoek en op kosten van Wetterskip Fryslân een extra bestek voor drie grote inlaten gemaakt. Twee daarvan waren eind 2019 klaar. De derde is nu ook klaar.

Het definitieve ruilplan (wettelijke herverkaveling) zou medio 2020 ter inzage komen, maar de totstandkoming vergt meer tijd, naar verwachting tot het najaar van 2020. Belangrijke reden hiervoor is dat bij de ruilingen op goede wijze rekening gehouden moet worden met landschappelijke waarden. Om dat goed te kunnen doen, hebben de gemeenten Waadhoeke en Harlingen haar landschapsbeleid in december 2019 verduidelijkt. De afronding van het ruilplan, inclusief de financiële verrekening, loopt langer door. Die afronding blijft binnen de planning tot 2024.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
De planuitvoering vergt naar verwachting meer tijd bij de verkaveling. De beoogde afronding van de verkaveling verschuift mogelijk van 2023 naar 2024. De kosten blijven binnen de planbegroting. Er is naast de planbegroting € 50,5 mln  voor € 14 mln aan grond en opstallen grond aangekocht. De opstallen en daarbij behorende grond zijn verkocht. De overige aangekochte gronden worden in het ruilplan ingebracht en verkocht. De grond is tot nu toe gefinancierd uit de planbegroting. In de bestuurscommissie hebben partijen de intentie uitgesproken de grond afzonderlijk van de planbegroting te financieren. Dit gaat om een bedrag van ongeveer € 12,5 mln. Dit om een effectieve en efficiënte uitvoering van de maatregelen te borgen.  In het najaar van 2020 moet er een  voorstel voor de financiering van de grond liggen. Het risico dat dit niet tijdig slaagt, is klein. In de planbegroting is geld gereserveerd voor mogelijke waardedaling van aangekochte grond en de (voor)financiering van grondaankopen.

Het mogelijke risico van vertraging door de corona problematiek is tot nu toe beperkt. Een ander risico ligt bij de wettelijke herverkaveling. Het  rekening houden met landschappelijke waarden kan in een aantal situaties onvoldoende oplossingen bieden in de verkaveling. Dat kan later bij de ter inzage legging leiden tot meer beroepen en daarmee vertraging en bijbehorende extra kosten. De kans op het zich voordoen van dit risico is redelijk groot.

In 2019 staakte Frisia Zout BV haar zoutwinning bij winput BAS 3Orginal (nabij Sexbierum)  vanwege technische problemen. Onderzoek van de bestuurscommissie wijst uit dat er geen gevolgen voor de planuitvoering te verwachten zijn.

10   Uitvoering natuuropgave

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
10 Uitvoering natuuropgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave.

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. Wij rapporteren over de uitvoering van het Natuurpact in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de verantwoording over het lopende begrotingsjaar. Daarnaast is inzicht nodig in de voortgang van de uitvoering over de gehele looptijd van het Natuurpact, met name voor de natuurontwikkelingsopgave. Om dit inzicht te kunnen bieden, nemen we het Natuurpact op in de paragraaf grote projecten. Naar aanleiding van het PS besluit op 10 juli 2019 is nu in de begroting 2020 een eerste aanzet gegeven voor de definitieve opzet van dit onderdeel.

M.b.t. de natuurontwikkelingsopgave is het beeld dat de realisatie van de afgesproken opgave op basis van scenario 5B niet alle gronden gerealisseerd gaan worden. Reden hiervoor is dat de gronden op basis van vrijwilligheid verworven moeten worden. De inschatting is dat dit niet voor alle grond gaat lukken.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben de volgende besluiten genomen:

  • Op 1 juli 2020 zijn de evaluatiecriteria vastgesteld voor de beoordeling van de pilots van Natuer mei de Mienskip.
  • Op 27 mei 2020 is de grondnota vastgesteld. Relevant voor de natuurontwikkelingsopgave is dat besloten is dat er dit najaar een brief met de inzet van instrumentarium aan PS opgestuurd moet worden en dat volgend jaar een strategische nota m.b.t. de voortgang van de natuurontwikkelingsopave en inzicht in de onteigening t.b.v. natuur opgestuurd moet worden.

Wat heeft het gekost?
De uitvoering van de natuuropgave bestaat uit verschillende onderdelen. In het onderzoek naar de tekorten op het Natuurpact door BMC is geconstateerd dat er op verschillende onderdelen tekorten te verwachten waren. In het kader van het BMC onderzoek is berekend dat het verwachte tekort in totaal op € 63 mln. uitkwam. Het beleid was om deze tekorten ten laste te brengen van de natuurontwikkelingsopgave, onder andere omdat kwaliteit voor kwantiteit van natuur gaat. Dit is ook het uitgangspunt geweest bij het PS besluit van 10 juli 2019.

Naar aanleiding van dit PS besluit is de programmering vorig jaar geactualiseerd. Dat wil zeggen dat de peildatum van zowel de inkomsten als de uitgaven is aangepast naar 1-1-2019. Na de besluitvorming in PS is de tabel geactualiseerd en zijn de tekorten op de andere onderdelen verrekend ten laste van de ontwikkelopgave. In de onderstaande tabel is de peildatum aangepast naar 1-1-2020. Deze nieuwe programmering staat in onderstaande tabel, inhoudelijk rapporteren we in deze paragraaf alleen over onderdeel 1, de natuurontwikkelingsopgave. Over de andere onderdelen wordt gerapporteerd in programma 3.1 bij het onderdeel natuur.

Tabel met programmering totale natuuropgave in nieuwe indeling op basis van het scenario 5 b van de Natuer mei de Mienskip. Betreft periode 2014-2027, peildatum 1-1-2020

De programmering 2020 is aangepast naar aanleiding van de kosten van 2019. Daarbij zijn een paar grotere wijzigingen opgetreden. Bij het doel Natura 2000 is in 2019 minder budget gebruikt. Dit niet bestede budget is over de komende jaren herverdeeld. Bij de doelen Natuurbeheer en Agrarisch natuurbeheer speelde de kasritme schuif. Dit houdt in dat het Rijk de kosten van deze doelen altijd achteraf betaalde en dat de provincie deze vooruit betaald. Daarin was in de programmering rekening gehouden, maar de kasschuif bleek in beide gevallen hoger uit te pakken. De lagere kosten bij het doel Soortenbeleid – Ganzen komt doordat voor 2019 de kosten waren geraamd op € 10,7 miljoen. Als gevolg van het lagere droge stofgehalte van het gras zijn de kosten fors maar beneden gegaan naar € 7,5 miljoen.

Bij de uitwerking van de scenario’s voor de natuurontwikkelingsopgave is aangegeven dat er vanaf 1-1-2018 € 79 mln. beschikbaar is voor verwerving en nog te starten inrichtingsprojecten. Het bedrag van € 79 mln. is in bovenstaande tabel bij de ontwikkelopgave niet zo terug te vinden, omdat in het bedrag in de tabel ook het budget voor de lopende inrichtingsprojecten is opgenomen. Dit bedrag is over de verschillende kolommen bij de ontwikkelopgave verdeeld. In de 1e berap was aangegeven dat in de 2e berap een toelichting op de € 79 mln. wordt gegeven en hoe dit terug te vinden is in de bedragen in bovenstaande tabel. De inzichten zijn na het schrijven van de 1e Berap gewijzigd. Er wordt momenteel gewerkt aan een stresstest voor de gehele natuuropgave.
Deze stresstest geeft inzicht in de financiële voortgang en geeft tevens op basis van een scenario-analyse een prognose van de financiële ruimte, zodat duidelijk is of er het berekende budget dat beschikbaar is voor de realisatie van het resterende deel van het NNN nog actueel is. Het is de bedoeling dat PS separaat over de uitkomsten van de stresstest wordt geïnformeerd.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

  • We gaan verder met de uitvoering van de ontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS.
  • De inschatting is dat er nog twee projecten worden afgerond, namelijk: Swette de Burd en het LIFE project Alde Feanen. Door de PFAS en PAS zijn er vorig jaar een aantal projecten niet in uitvoering gekomen; deze projecten worden na het broedseizoen 2020 gestart. Het betreft de uitvoering van: Beekdal Linde 3e module, Koningsdiep 3e module en Alde Feanen 3e module. Daarnaast wordt gewerkt aan een aantal planvoorbereidingsprojecten. De inschatting is dat door de Corona-maatregelen deze projecten toch vertragen omdat besluitvorming naar achteren schuift.
  • b.t. de verwerving van gronden binnen NNN lopen er diverse onderhandelingen, maar omdat dit een minnelijk traject betreft is het onzeker of deze onderhandelingen tot een aankoop komen en zo ja wanneer. De inschatting is dat er dit jaar niet zoveel hectares worden verworven, o.a. doordat door de corona onderhandelingen stil liggen. Naast te verwerven hectares worden er ook ingerichte provinciale gronden verkocht. De inschatting is dat er dit jaar ca. 150 hectare ingerichte provinciale gronden worden verkocht.
  • In 2020 werken wij in samenwerking met de partners van Natuer mei de Mienskip aan een vernieuwende aanpak van het natuurbeleid door pilots uit te voeren. Inmiddels is daarvoor een organisatie ingericht. Ook zijn twee gebiedspilots gestart met een voorverkenning. In het eerste pilotgebied Burgumer mar en De Leijen heeft dat een vervolg gekregen en wordt via een verkenning met het gebied een plan opgesteld. In het tweede pilotgebied bij het Sneekermeer zijn enkele concrete kansen voor realisatie van het NNN naar voren gekomen en die worden opgepakt, maar bleek een gebiedsproces geen haalbare weg. Er wordt een nieuwe gebiedspilot opgestart die aansluit bij bestaande initiatieven. Ook is er een leertraject opgezet in samenwerking met het ministerie van BZK om de leerervaringen in beeld te brengen en de pilotfase te kunnen evalueren. Het leertraject heeft inmiddels een 0-meting opgeleverd.

Vanwege de corona-maatregelen zijn de gebiedsbijeenkomsten voor de pilots uitgesteld (die waren voor Burgumer mar en De Leijen gepland in april). De eerste bijeenkomsten vinden nu in september of oktober plaats, waarbij er gekozen is te werken met kleine deelgebieden en met kleine groepen. Er is daardoor een vertraging 5 maanden of meer.

Tabel met programmering re realiseren ha’s in de natuurontwikkelingsopgave

Betreft periode 2020-2027, peildatum 1-9-2020. Gebaseerd op scenario 5b

* De hectares in deze kolom zijn gebaseerd op de berekeningen van sceneario 5b van de Natuer mei de Mienskip. Dit betekent dat we het programma uitvoeren conform besluit zoals PS dat 10 juli 2019 hebben genomen, dus binnen het beschikbare budget. Een deel van de provinciale ambitie wordt niet gerealiseerd.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

  • Tempo grondverwerving te laag Het tempo van de vrijwillige grondverwerving is te laag om de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 te behalen. Als maatregel kan worden gekozen om het instrument onteigening in te zetten om de laatste percelen, die nodig zijn om een groter gebied in te richten, sneller te verwerven. PS heeft in 2020 m.b.t. de onteigening gevraagd om een strategische nota op te stellen. Deze wordt in 2021 ter besluitvorming aan PS voorgelegd. Onteigening/schadeloosstelling brengt wel hogere kosten met zich mee wat op zichzelf weer een negatief effect heeft op het aantal ha’s dat kan worden gerealiseerd met het budget. PS is op 27 mei 2020 akkoord gegaan met de inzet van de grondbank. De inzet van de grondbank kan ook dienen om de grondverwerving te versnellen.
  • Bij verdere uitwerking blijkt scenario 5b niet uitvoerbaar te zijn – scenario 5b vergt nog verdere uitwerking, er zijn nog vragen over de concrete uitvoerbaarheid, de tools en de governance. Daarom zullen er 3 pilots uitgevoerd worden. Het risico bestaat dat scenario 5b toch niet uitvoerbaar zal blijken. PS hebben besloten om in dat geval scenario 3+ als terugvaloptie te kiezen.
  • Risico op vertraging vanwege de Corona-maatregelen – zie bij ‘wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt’
  • Tekorten op andere onderdelen van het Natuurpact komen mogelijk ten laste komen van € 79 mln. – De natuurontwikkelingsopgave is onderdeel van het Natuurpact. Binnen het Natuurpact is afgesproken dat er voldoende financiering moet zijn voor de andere onderdelen. En dat als er een tekort is binnen het Natuurpact dit ten laste komt van de € 79 mln. met als gevolg dat er minder NNN wordt aangelegd. In PS d.d. 10 juli 2019 is afgesproken dat indien dit aan de orde is, we dit ter goedkeuring aan u voorleggen en we 2x per jaar een risicoanalyse op het totale Natuurpact aan u opleveren.
    Plafond InvesteringsKrediet Grond (IKG) is niet toereikend – De grondaankopen voor de natuurontwikkelingsopgave worden gefinancierd vanuit het Investeringskrediet Grond (IKG: dit is een voorfinancieringsinstrument; pas op een later moment als de gronden worden verkocht, worden de gronden gefinancierd vanuit het Natuurpact). Wanneer het plafond van het IKG bereikt wordt, kunnen nieuwe aankopen niet gefinancierd worden. In de begroting 2020 is dit als risico benoemd.
    Bij de jaarrekening 2019 is de afwaarderingssystematiek gelijk getrokken met de reguliere waarderingssystematiek; Dit houdt in dat de afwaardering plaatsvindt op het moment van besluitvorming over de inrichting van de gronden waarbij de functieverandering definitief wordt. De IKG gronden die al in inrichting zijn, zijn bij de jaarrekening 2019 afgewaardeerd naar natuurwaarde. Hierdoor is er meer ruimte gekomen is in het IKG. Daarnaast is er meer inzet om ingerichte natuurgronden te verkopen. Wij hebben vorig jaar het Verkoopkader natuurgronden vastgesteld en de voorbereiding van de verkopen gestart; dit jaar verwachten we de eerste verkopen te kunnen realiseren. Inzet is om dit te gaan versnellen.
  • Bij verdere uitwerking blijkt scenario 5b niet uitvoerbaar te zijn – scenario 5b vergt nog verdere uitwerking, er zijn nog vragen over de concrete uitvoerbaarheid, de tools en de governance. Daarom zullen er 3 pilots uitgevoerd worden. Het risico bestaat dat scenario 5b toch niet uitvoerbaar zal blijken. PS hebben besloten om in dat geval scenario 3+ als terugvaloptie te kiezen. Scenario 3+ is het scenario dat door de Provincie is opgesteld en dat gebaseerd is op de reguliere uitgangspunten.

11   Breed cofinancieringsbudget

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
11 Breed cofinancieringsbudget

Toelichting score:
De onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (de meerjarenbegroting van de EU) verlopen moeizaam en een akkoord wordt waarschijnlijk pas voor het najaar van 2020 verwacht. Dit heeft als consequentie dat het onzeker is welke Europese middelen beschikbaar zullen worden gesteld. De start van het nieuwe programma GLB-NSP als opvolger van POP3 staat gepland voor 2023 waardoor er een overgangsperiode komt in de jaren 2021 en 2022.

De provinciale cofinancieringsmiddelen zijn vooralsnog voldoende voor de pijplijnprojecten.

Op 31 oktober 2018 hebben Provinciale Staten de notitie vereenvoudiging financieel beleid vastgesteld. Onderdeel hiervan vormde het instellen van een breed cofinancieringsbudget.
Met dit breed cofinancieringsbudget wordt meer flexibiliteit in de begroting gecreëerd.
In deze paragraaf wordt het totaal overzicht van het cofinancieringsbudget gepresenteerd inclusief het onderscheid in de verschillende (europese) programma’s. Hiermee is inzichtelijk wat de stand is van zowel het totale budget als het budget voor de onderliggende programma’s.

De overzichten zijn verdeeld in 2 groepen namelijk:

  • projecten die vóór 1 augustus 2019 zijn gestart en die per 1 april 2020 nog niet zijn vastgesteld.
  • lopende projecten die na 1 augustus 2019 zijn gestart.

Deze laatste groep projecten levert een bijdrage aan het resultaat 59 uit het bestuursakkoord:
Resultaat 59: we halen minimaal 130 mln. aan Europese middelen binnen die bijdragen aan de brede Friese welvaart.”
Door dit onderscheid sluiten we niet helemaal meer aan bij de Europese programmaperiode die loopt van 2014-2020.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluit genomen.

Opbouw het breed cofinancieringsbudget
Het breed cofinancieringsbudget is onderverdeeld in drie onderwerpen, namelijk enerzijds twee onderwerpen gericht op Europese programma’s, te weten 1)‘EFRO-OP, Interreg, e.a.’ en 2) ‘POP3 en de opvolger van dat programma GLB-NSP’. Als derde de cofinanciering voor het ‘IKW en Waddenfondstenders’.

Financiële stand van zaken

Opbouw reserve breed cofinancieringsbudget

  • bedragen x € 1.000
  • Europese programma’s:
  • Efro-ez/Interreg/Waddenfonds
  • POP3
  • Totaal
  • Stand per 1-1-2019
  • 5.562
  • 9.843
  • 15.405
  • Stand per 31-12-2019
  • 10.408
  • 16.840
  • 27.248

Toelichting:

De cofinancieringsbijdrage is in de meerjarenbegroting opgenomen. Wanneer deze in het jaar zelf niet tot besteding komt, dan vloeien de restant middelen naar de reserve. Voor een deel zal dit al belegd zijn met verplichtingen voor projecten/maatregelen die nog in uitvoering zijn. Aan het eind van dit onderdeel is een overzicht opgenomen van de co-financieringsmiddelen die nog inzetbaar zijn in deze collegeperiode.
Voor de rapportage van het aantal projecten en de bijbehorende kosten en bijdrage-verdeling maken wij onderscheid tussen de vorige en huidige collegeperiode. Dit doen wij omdat in het bestuursakkoord het volgende resultaat is opgenomen:

Resultaat 59: we halen minimaal 130 mln. aan Europese middelen binnen die bijdragen aan de brede Friese welvaart.”
Ook dragen wij daarmee bij aan de aan de beleidsbrief Fryslân en de daarin opgenomen integrale inhoudelijke resultaten uit het bestuursakkoord waarop het Friese Europabeleid is gericht.
Voor de monitoring daarvan is het gewenst om in deze paragraaf dat onderscheid aan te brengen waarmee we niet helemaal meer aansluiten bij de Europese programmaperiode die loopt van 2014-2020.

Projecten collegeperiode 2015-2019

Europese programma’s

Hieronder is een overzicht gegeven van de projecten die gestart zijn in de vorige collegeperiode (voor 1-8-2019) en die op 1 juni 2020 nog niet waren vastgesteld door Europa. In het overzicht zijn de totale kosten opgenomen van de nog lopende projecten en de bijdrageverdeling daarvan. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal projecten voor het gehele noorden zijn en dat niet de gehele bijdrage van de EU in onze provincie terecht komt. De bijdrage die wij ontvangen is daarom apart weergegeven.

  • Europees programma - bedragen x € 1.000
  • Programma 2007-2013
  • Creative Europe
  • Programma 2014-2020
  • EFRO-EZ
  • Interreg VA
  • Interreg North Sea
  • Interreg Europa
  • Horizon 2020
  • Creative Europe
  • Erasmus +
  • Overige EU fondsen
  • Overig
  • Fryslân fernijt (restant)
  • SNN regeling KEI
  • SNN regeling VIA
  • Totaal EU programma’s
  • Aantal vastgesteld
  • 1
  • 8
  • 2
  • 0
  • 0
  • 3
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 4
  • 2
  • 20
  • Aantal lopend
  • 1
  • 10
  • 22
  • 7
  • 9
  • 6
  • 1
  • 5
  • 11
  • 1
  • 1
  • 1
  • 75
  • Project omvang
  • 206
  • 31.346
  • 108.929
  • 64.298
  • 14.464
  • 25.016
  • 639
  • 2.305
  • 9.610
  • 10
  • 4.500
  • 13.500
  • 274.823
  • Europese subsidie
  • 103
  • 11.736
  • 52.906
  • 31.547
  • 12.295
  • 25.016
  • 383
  • 2.060
  • 4.860
  • 0
  • 4.500
  • 13.500
  • 158.906
  • Europese subsidie Fryslân
  • 103
  • 6.755
  • 5.585
  • 2.875
  • 2.087
  • 6.750
  • 55
  • 983
  • 1.502
  • 0
  • 1.500
  • 4.500
  • 32.696
  • Cofinanciering Provincie
  • 103
  • 2.213
  • 1.349
  • 1.546
  • 268
  • 0
  • 37
  • 39
  • 243
  • 10
  • 0
  • 0
  • 5.807
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 206
  • 17.581
  • 10.221
  • 6.477
  • 2.456
  • 6.750
  • 92
  • 1.228
  • 2.082
  • 10
  • 1.500
  • 4.500
  • 53.103

Verduidelijking

Interreg:
Interreg kent drie vormen:

Interreg A, grensoverschrijdende samenwerking: Nederland – Duitsland
De provincie is een van de 15 partners in dit interregionale Europese programma langs de Nederlands-Duitse grens. Het lopende programma Interreg VA D_NL 2014 – 2020 is zo goed als besteed voor beide prioriteiten, te weten innovatieve projecten en projecten die de grensbarrière verlagen. En groot deel van de projecten loopt nog tot eind 2022.

Interreg B, Transnationale samenwerking: voor Fryslan is het belangrijkste programma het Noord Zee programma (North Sea Region of NSR), en af en toe wordt meegedaan in het interreg programma Noord West Europa (NWE). Fryslan maakt geen deel uit van NWE maar kan op bijvoorbeeld waterkwaliteit wel mee doen aan dit programma.

Interreg Europe. Ook dit programma is nagenoeg uitgeput. Er is nog geld beschikbaar maar of dit tot een call gaat leiden is niet te verwachten.

Horizon 2020:
De afgelopen jaren zijn Friese partijen zoals Wetsus en andere partners in WaterCampus Leeuwarden er in geslaagd om te participeren in Horizon 2020 projecten. De internationale concurrentie bij Horizon 2020 is zeer hoog. Alleen excellente projecten van uitgebalanceerde international consortia worden gehonoreerd. De Friese partijen streven er naar om onder het huidige programma dat tot en met 2020 loopt nog een aantal projecten te scoren, die dan tot 2024 kunnen doorlopen. Dit heeft weinig invloed op het provinciale co-financieringsbudget, Bij Horizon 2020 is geen of nauwelijks co-financiering van de provincie nodig.

LIFE:
Hier worden momenteel nog steeds projecten ingediend. 

Creative Europe
Creative Europe (2014-2020) is het zevenjarige ondersteuningsprogramma van de Europese Commissie voor de culturele en audiovisuele sector en bestaat uit twee subprogramma’s: Cultuur en MEDIA.

Erasmus+
Erasmus+ is het EU-programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport in Europa. Erasmus+ is loopt tot 2020 en biedt allerlei kansen, niet alleen voor studenten. Het is een bundeling van zeven voorgaande programma’s met mogelijkheden voor particulieren en allerlei organisaties.

POP3

Het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) maakt sinds 2000 deel uit van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De Europese Commissie heeft op 16 februari 2015 het nationaal plan van Nederland voor het POP3-programma goedgekeurd. Het programma is gemaakt in een samenwerking van het Ministerie van Economische zaken, de 12 provincies en landbouw- en natuurorganisaties. POP3 richt zich op 5 thema’s:

  • versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht
  • jonge boeren
  • natuur en landschap
  • verbetering van waterkwaliteit
  • LEADER (versterken landelijk gebied)

De provincies bepalen zelf op welke thema’s ze de nadruk leggen.

In onderstaand overzicht zijn de maatregelen uit het POP3 programma aangegeven inclusief de totale kosten van de lopende projecten en de bijdrageverdeling.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5a
  • 5b
  • 6a
  • 6b
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10a
  • 10b
  • 10c
  • POP3 Maatregel - bedragen x € 1.000
  • Trainingen, workshops
  • Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering landbouwbedrijven
  • Jonge landbouwers
  • Proceskosten kavelruil
  • Niet productieve investeringen biodiversiteit
  • Niet productieve investeringen PAS *
  • Niet productieve investeringen water
  • Niet productieve investeringen water internationale doelen
  • Samenwerking voor innovaties
  • Samenwerking in het kader van EIP
  • Leader
  • ANLB *
  • ANLB blauwe diensten
  • Behoude akker- en weidevogels
  • Overgangsmaatregelen POP2
  • Uitvoeringskosten
  • Totaal POP3
  • Aantal vastgesteld
  • 0
  • 16
  • 59
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 2
  • 0
  • 2
  • 2
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • Aantal lopend
  • 12
  • 57
  • 91
  • 1
  • 2
  • 4
  • 16
  • 6
  • 18
  • 9
  • 20
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • Totale kosten
  • 2.748
  • 2.743
  • 1.515
  • 1.750
  • 4.265
  • 5.957
  • 21.576
  • 8.968
  • 4.042
  • 1.318
  • 4.262
  • 97.946
  • 2.900
  • 2.288
  • 6.054
  • 9.000
  • 177.331
  • Bijdrage EU
  • 1.374
  • 1.372
  • 758
  • 875
  • 2.133
  • 2.978
  • 10.788
  • 8.968
  • 2.021
  • 659
  • 2.155
  • 63.310
  • 1.450
  • 2.288
  • 6.054
  • 744
  • 107.925
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.374
  • 1.372
  • 758
  • 875
  • 2.133
  • 2.978
  • 0
  • 0
  • 2.021
  • 659
  • 2.134
  • 34.636
  • 0
  • 0
  • 0
  • 8.256
  • 57.194
  • Bijdrage Overig
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 10.788
  • 0
  • 0
  • 0
  • 21
  • 0
  • 1.450
  • 0
  • 0
  • 0
  • 12.259
* De provinciale cofinancieringsbijdrage bij deze maatregelen wordt geleverd vanuit de natuurpactgelden.

Waddenfonds

Naast de cofinanciering van Europese programma’s levert de provincie ook een cofinancieringsbijdrage aan door het Waddenfonds gesubsidieerde programma’s en projecten. Eind 2016 hebben Provinciale Staten van de drie Waddenprovincies het Investeringskader Waddengebied 2016 – 2026 vastgesteld. Doel is om via dat  Investeringskader robuuste meerjarige programma’s en projecten voor de versterking van de economie en ecologie van het Waddengebied van de grond te krijgen en succesvol te realiseren. Het investeringskader Waddengebied richt zich daarbij op 6 majeure opgaven, waarvoor verwezen wordt naar www.investeringskaderwaddengebied.nl

Sindsdien betreft de provinciale cofinanciering van met Waddenfondsmiddelen gesubsidieerde programma’s en projecten twee (in plaats van één) categorieën. Ten eerste de gebruikelijke cofinanciering van projecten die via de (reguliere) Waddenfondstenders lopen en ten tweede de cofinanciering van robuuste meerjarige programma’s en projecten die invulling geven aan het Investeringskader Waddengebied.

In onderstaand overzicht staat de totale cofinanciering vanuit de provincie Fryslân van met Waddenfonds middelen gesubsidieerde programma’s en projecten die gestart zijn in de vorige coalitieperiode en nog niet zijn vastgesteld per 1 september 2020.

  • (bedragen x €1.000)
  • Waddenfonds tenders
  • Investeringskader waddengebied
  • Totaal waddenfonds
  • Aantal vastgesteld
  • 9
  • 1
  • 10
  • Aantal lopend
  • 14
  • 2
  • 16
  • Totale kosten
  • 34.920
  • 9.936
  • 44.856
  • Bijdrage Waddenfonds
  • 24.625
  • 5.433
  • 30.058
  • Cofinanciering Provincie
  • 5.143
  • 1.229
  • 6.372
  • Bijdrage Overig
  • 5.151
  • 3.274
  • 8.425

Bestuursakkoord 2019-2023
Het Bestuursakkoord gaat uit van het centrale begrip ‘brede welvaart’ en kiest voor intensivering van de Friese inzet op Europa. Het binnenhalen van meer Europese middelen in deze collegeperiode is de meest tastbare vertaling van deze grotere inzet.

De intensivering van de inzet op Europa heeft een tweeledige achtergrond:

  • Inhoudelijk: meer aanhaken bij Europese ambities stelt Fryslân beter in staat de eigen doelen te realiseren. We verbreden onze horizon, worden erop gevergd onze doelen scherper te formuleren, meer samen te werken met andere regio’s in Europa en bij te dragen aan Europese doelstellingen. Projecten die een beroep kunnen doen op Europese middelen, opereren steevast in een omgeving van internationale concurrentie en worden beoordeeld op excellentie. We worden hierdoor voortdurend uitgedaagd het beste uit onszelf te halen
  • Financieel: door de krimpende provinciale begroting wordt het binnenhalen van meer Europese middelen steeds urgenter.

We willen dit realiseren via:

  • Door gericht uit te blinken in Friese sterke punten als Watertechnologie, Circulaire Economie, de Maritieme sector en Natuurinclusieve Landbouw – waar Fryslân goed in is en echt iets kan bijdragen aan de Europese ambities – willen we ook een groter beroep doen op Europese middelen. Op basis daarvan ontwikkelen we projecten rondom deze onderwerpen en halen daarmee extra Europese middelen naar Fryslân.”
  • Onze belangrijkste partner buiten de landsgrenzen is de Europese Unie zelf. We stellen ons de komende jaren als een open partner op tegenover Europa en stoppen meer menskracht en tijd in de verbinding met Europa. Daarbij blijven wel altijd onze eigen Friese doelen uitgangspunt. Op veel terreinen dragen we daarmee ook bij aan de doelen van Europa.

Projecten collegeperiode 2019-2023
Hieronder is een overzicht gegeven van de projecten gestart na 1 augustus 2019 per Europees programma met daarbij de totale kosten en de bijdrageverdeling daarvan. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal projecten voor het gehele noorden zijn en dat niet de gehele bijdrage van de EU in onze provincie terecht komt. De bijdrage die wij ontvangen is daarom apart weergegeven.

  • Europees programma - bedragen x €1.000
  • Programma 2019-2023
  • EFRO-EZ
  • Interreg VA
  • Interreg Europe
  • Erasmus+
  • Horizon 2020
  • Totaal EU programma’s
  • Aantal
  • 6
  • 6
  • 2
  • 4
  • 2
  • 20
  • Project omvang
  • 13.699
  • 4.713
  • 1.292
  • 7.231
  • 9.268
  • 36.203
  • Europese subsidie
  • 8.815
  • 2.341
  • 180
  • 5.981
  • 6.973
  • 24.290
  • Europese subsidie Fryslân
  • 3.402
  • 422
  • 79
  • 951
  • 2.438
  • 7.292
  • Cofinanciering Provincie
  • 407
  • 239
  • 54
  • 0
  • 93
  • 793
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 5.493
  • 1.077
  • 234
  • 1.109
  • 3.017
  • 10.930

Regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren voor Noord-Nederland (MIT)

Voor de uitvoering van de regeling MIT ontvangen wij een Rijkssubsidie. De verplichte cofinanciering vanuit de provincie komt vanuit het breed cofinancieringsbudget vandaar dat wij deze regeling ook in deze paragraaf weergeven.

  • Regeling - bedragen x €1.000
  • MIT 2020
  • Totaal MIT
  • Aantal
  • 1
  • 1
  • Project omvang
  • 6.000
  • 6.000
  • Rijkssubsidie
  • 3.000
  • 3.000
  • Rijkssubsidie Fryslân
  • 1.120
  • 1.120
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.120
  • 1.120
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 2.240
  • 2.240

POP3

Het huidige POP3 programma loopt nog door t/m 2020. In onderstaand overzicht zijn de maatregelen uit het lopende POP3 programma aangegeven die gestart zijn na 1 augustus 2019 inclusief de totale kosten en de bijdrageverdeling. De uitvoering van deze maatregelen vindt de komende jaren nog plaats.

  • 3
  • 9
  • POP3 Maatregel - bedragen x € 1.000
  • Jonge landbouwers
  • Leader
  • Totaal POP3
  • Totale kosten
  • 540
  • 2.051
  • 2.591
  • Bijdrage EU
  • 270
  • 1.026
  • 1.296
  • Cofinanciering Provincie
  • 270
  • 1.026
  • 1.296
  • Bijdrage Overig
  • 0
  • 0
  • 0

De start van het nieuwe programma GLB-NSP als opvolger van POP3 staat gepland voor 2023 waardoor er een overgangsperiode komt in de jaren 2021 en 2022. De provinciale cofinancieringsmiddelen zijn vooralsnog voldoende voor de pijplijnprojecten voor zover bekend.

Waddenfonds
Het brede cofinancieringsbudget is tevens bedoeld voor provinciale cofinanciering (subsidies) voor de regeling Cofinanciering Waddenfonds Fryslân. (zie tevens eerdere toelichting in deze paragraaf).

Het overzicht van de lopende projecten die gestart zijn na 1 augustus 2019 is hieronder weergegeven met ook hierbij de totale kosten en de bijdrageverdeling.

  • (bedragen x €1.000)
  • Waddenfonds tenders
  • Investeringskader Waddengebied
  • Totaal waddenfonds
  • Aantal
  • 1
  • 5
  • 6
  • Totale kosten
  • 877
  • 27.069
  • 27.947
  • Bijdrage Waddenfonds
  • 500
  • 15.535
  • 16.035
  • Cofinanciering Provincie
  • 130
  • 1.690
  • 1.820
  • Bijdrage Overig
  • 247
  • 9.844
  • 10.091

Risico’s

  • De onderhandelingen over de nieuwe Europese meerjarenbegroting (Het Meerjarig Financieel Kader) 2021-2027 en het Europees Crisis- en Herstelprogramma hebben op 21 juli 2020 toch nog onverwacht tot een akkoord geleid binnen de Europese Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders. Het voorstel voor het nieuwe MFK beloopt ruim € 1.000 mld. het ReactEU programma (herstelplan) omvat € 750 mld. (combinatie van leningen en subsidies).  Het akkoord draagt alle sporen van een typisch Europees compromis waarin partijen met sterk tegenstelde opvattingen zich uiteindelijk hebben kunnen vinden. Het voorstel voor het MFK gaat nu naar het Europees Parlement dat het akkoord alleen kan goedkeuren of afkeuren. Een eerste bespreking in het EP leverde behoorlijk wat kritiek op: de omvang van het MFK ligt veel lager dan het Parlement vooraf had gewild, er is flink gesneden in uitgaven t.b.v. onderzoek en gezondheid en voor de compensatie van klimaatmaatregelen (al wordt dat deels weer gecompenseerd via ReactEU). Dit onderhandelingsproces vergt nog enige tijd, de verwachting is dat er in november of december een definitief akkoord tussen de Europese Raad en het Parlement wordt bereikt. De middelen ten behoeve van de Europese Green Deal  zijn in het voorgestelde MFK en React EU behoorlijk overeind gebleven.
  • Het is op dit moment nog niet precies te zeggen wat de consequenties zijn voor Fryslân/Noord-Nederland van de besluiten in Brussel; dat is pas mogelijk als een definiet begrotingsakkoord ligt. Echter, de eerste verkenningen lijken niet ongunstig. Doordat Fryslân en Drenthe (met Flevoland) de status van ‘transitieregio’s krijgen (minder dan 100% van het gemiddelde bruto regionaal product binnen de EU, zwakkere sociaaleconomische structuur) komt er meer EFRO-geld naar die provincies. Groningen is prominent in beeld als het gaat om de toedeling van middelen uit het zgn. Just Transition Fund (compensatie voor regio’s die nu sterk afhankelijk zijn van CO2-uitstotende bedrijvigheid en moeten omschakelen in het kader van de Green Deal. Het afbouwen van de gaswinning die in het Noorden ca. 20.000 arbeidsplaatsen kost, speelt hier sterk in mee). Echter: de definitieve toedeling van EFRO- en JTF-gelden is een beslissing van het kabinet en daarover wordt vanuit de diverse landsdelen, waaronder Noord-Nederland, momenteel een stevige lobby gevoerd. De uiteindelijke verdeling van EFRO- en JTF-middelen zal ook pas in de loop van het laatste kwartaal 2020 duidelijk worden.
  • De middelen uit het ELFPO (Europees fonds voor Plattelandsontwikkeling) zal naar verwachting ook gekort gaan worden na het vaststellen van het MFK. Naast de gecalculeerde korting door het vertrek van lidstaat Engeland, is er ook zorg over een korting nav het ‘level playingfield’ met betrekking tot de hectare premies voor agrarische ondernemers. Landen als Polen, onder leiding van EU commissaris Wojciechowski, vinden de hectare vergoeding in Nederland gelijk getrokken zou moeten worden met de rest van de lidstaten. Dit kan in het ergste geval leiden tot een reductie van 25 % van het pijler 1 budget. Deze zorgen blijken na de vaststelling van het MFK in juli 2020, deels ongegrond. Wat de exacte financiële gevolgen zijn is nu nog niet door te rekenen. De budgetten van het POP3 spoor wat in de transitieperiode tussen POP3 en GLB – NSP georganiseerd is, worden voortgezet door een landelijke (LNV) en een IPO bijdrage van 2 maal 12 mln extra om de korting na vaststelling MFK op te vangen. De GLB verordening wordt in Nederland vertaald naar een Nationaal Strategisch Plan (NSP). Binnen het NSP worden de doelen vertaald in doelgerichte betalingen voor het leveren van maatregelen / diensten op het gebied van de 3 hoofdthema’s van het GLB, sectorale steun, groenblauwe diensten en leefbaar platteland. De start GLB – NSP staat vooralsnog gepland vanaf 2023. Huidige situatie ELFPO (POP3): 28 lidstaten, 58 miljard euro (2018). Waarvan 888 miljoen euro (NL). Nieuwe geschatte begroting MFK 52 miljard euro (2021 ?, waarvan 770 miljoen euro (NL).
  • De EU zet veel extra geld in voor de bestrijding van de coronacrisis. Het is overigens de vraag of dat leidt tot een complete verschuiving van de EU-begroting. De extra middelen die nu worden ingezet, worden voor een deel gevonden in onderbenutting binnen de huidige begroting. Dat betreft grotendeels Cohesiemiddelen waar Nederland niet door wordt geraakt (het Nederlandse budget was namelijk al besteed of verplicht). Verder komt er veel geld uit het Europees Stabiliteitsmechanisme (waarvan het budget geregeld is) en levert de Europese Investeringsbank (met eigen financieringsbronnen) een forse bijdrage. En de grootste inzet komt van de Europese Centrale Bank (die ook niet put uit de EU-begroting maar eigen financieringsinstrumenten heeft).

Inzetbaar deel cofinancieringsbudget
De volgende provinciale cofinancieringsmiddelen zijn per 1 juni 2020 nog beschikbaar voor de projecten die in deze collegeperiode starten:

  • Programma - bedragen x € 1.000
  • Europese programma’s waaronder Efro-EZ/Interreg
  • GLB-NSP (POP4)
  • Investeringskader Waddengebied/Tenders Waddenfonds
  • Totaal beschikbaar
  • Cofinancieringsbudget
  • 5.583
  • 16.000
  • 12.466
  • 34.049

12 Corona maatregelen provincie

Door het Coronavirus heeft het begrip `Geluk op 1′ nog meer betekenis en richting gegeven aan onze bestuurlijke verantwoordelijkheden. Het Coronavirus heeft een grote impact op de Friese mienskip. Sinds half maart zijn er diverse maatregelen getroffen door het college  waarvan wij u periodiek op de hoogte hebben gesteld via corona update brieven. In deze paragraaf geven wij een kort overzicht van de getroffen financiële maatregelen.

In maart hebben wij het besluit genomen dat onze bijdrage in het openbaar vervoer gestand blijft ook al wordt het aantal reizigers niet meer gehaald vanwege de Rijks maatregelen. Ook hebben wij besloten dat wij coulant zullen omgaan met de gesubsidieerde activiteiten en instellingen wanneer zij vanwege de corona maatregelen hun prestatie niet (geheel) kunnen leveren. In deze maand is de voucherregeling MKB Fryslân uitgebreid met een extra subsidiabele activiteit namelijk het omscholen of bijscholen van werknemers die gericht is op het versterken of vergroten van de inzetbaarheid van deze medewerkers binnen de organisatie van de subsidieontvanger. Daarnaast zijn de volgende maatregelen genomen om het bedrijfsleven tegemoet te komen: uitstel aflossing MKB kredieten, betaaltermijn van 21 naar 7 dagen, 1e lijn service via Ynbusiness en het samen optrekken met het Rijk in borgstelling MKB (BMKB).

In april zijn vooruitlopend op het corona budget een aantal subsidieregeling opengesteld. Er is een subsidieplafond van € 1 miljoen opengesteld door de 3 noordelijke provincies voor de EFRO-EZ regeling gericht op kennisontwikkeling (onderzoek) en innovatie op het gebied van de huidige gezondheidscrisis rond het COVID-19 virus. Daarnaast is via het Kansfonds € 100.000 per jaar in de periode 2020-2023 beschikbaar gesteld voor de subsidieregeling “Lok op ien”. Vanuit het IMF budget is € 50.000 beschikbaar gesteld voor kleine eenzaamheids- en leefbaarheidsinitiatieven. De FOM heeft een kredietregeling met een plafond van € 2 miljoen opengesteld voor bedrijven die door Corona zijn getroffen en waar de bank geen (extra) financiering aan kan verstrekken.

In mei heeft u bij de 1e berap 2020 een budget van € 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de corona maatregelen. Uit bestaande budgetten wordt voor de herstelmaatregelen nog € 4,9 miljoen gehaald waarmee een totaal budget van € 9,9 miljoen beschikbaar is.

De stand van de openstellingen van regelingen op 1 september vanuit de € 9,9 miljoen is als volgt:

  • Onderdeel
  • Arbeidsmarkt
  • 1. Opleidingsvoucher
  • 2. Begeleidings-voucher
  • 3. Facilitering arbeidsmarkt
  • Innovaties
  • 4. Innovatiematrix
  • 5. Nieuwe economie challenge
  • 6. Toekomst gericht investeren
  • 7. Faciliteren innovaties
  • Vestigingsklimaat/vitaliteit
  • 8. Actieplan recreatie en toerisme
  • 9. Actieplan leefbaarheid
  • 10. Actieplan cultureel
  • Aanvullende projecten ter versterking
  • Omschrijving
  • Totaal beschikbaar
  • Subsidieregeling arbeidsmarktscholing
  • Uitvoeringskosten SNN
  • Subsidieregeling stageplaatsen
  • Uitvoeringskosten SNN
  • Subsidieregeling
  • Subsidieregeling
  • Subsidieregeling tender
  • Subsidieregeling
  • Subsidieregeling/subsidies
  • Subsidieregeling COVID-19 maatregelen VTE sector Fryslân
  • Aanvullende boekjaarsubsidie merk Fryslân
  • Kwijtschelding huur afsluitdijkwaddencentrum
  • Uitvoeringskosten SNN
  • Cofinanciering marketing
  • Subsidieregeling COVID-19 maatschappelijke sector
  • Uitvoeringskosten
  • Sportverenigingen zomeractiviteiten
  • Cofinanciering OCW-middelen Fries Museum en filmhuis Slieker, kleinere culturele initiatieven
  • Budget
  • Budget blockbuster
  • Steun lokale Friese media
  • Subsidieregeling duurzaamheid
  • Subsidieregeling retail
  • Subsidieregeling Wolkom Tus
  • Totalen
  • Nog inzetbaar
  • Totaal
  • 9.900.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 550.000
  • 200.000
  • 650.000
  • 550.000
  • 890.000
  • 1.000.000
  • 180.000
  • 45.300
  • 250.000
  • 124.700
  • 375.000
  • 35.000
  • 50.000
  • 250.000
  • 300.000
  • 250.000
  • 100.000
  • 1.000.000
  • 950.000
  • 1.500.000
  • 9.900.000
  • Ingezet Coronabudget
  • 5.000.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 700.000
  • 180.000
  • 45.300
  • 375.000
  • 25.000
  • 50.000
  • 250.000
  • 100.000
  • 2.375.300
  • 2.624.700
  • Ingezet extra uit bestaande budgetten
  • 4.900.000
  • 300.000
  • 1.000.000
  • 1.300.000
  • 3.600.000

Compensatie schade decentrale overheden door het Rijk
In het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) is een traject gestart gericht op compensatie van de schade die decentrale overheden lijden als gevolg van de Corona crisis. Op 28 juni is hierover door de minister van BZK een brief gestuurd aan de Tweede Kamer, met een eerste voorschot van € 566 miljoen voor gemeenten. De afgelopen weken is de schadestaat tot 1 juni voor de provincies opgesteld. Deze heeft voor deze periode betrekking op de kerntaken Cultuur en Regionale Economie (incl. Recreatie en Toerisme).
In een extra BOFv van 17 augustus is deze besproken waarbij ambtelijk door Financiën en BZK is aangegeven dat men de netto schade voor culturele instellingen die onder verantwoordelijkheid van de provincie vallen reëel vinden en bereid zijn te compenseren. Ons aandeel daarin bedraagt € 1,4 miljoen. Onderdeel van dit bedrag is de cofinanciering van OCW middelen van € 250.000. In de kamerbrief van 31 augustus wordt dat bevestigd. De kamerbrief gaat tevens in op de (financiële) positie van gemeenten. In 2020 en 2021 vervalt de opschalingskorting voor gemeenten.
De provincies gaan met de minister van BZK is in gesprek over de vraag of voor de begroting 2021 afspraken over invulling van het financieel toezicht nodig zijn.
Voor wat betreft de schade op het gebied van Regionale Economie stelt het Rijk voor om met de inhoudelijke ministeries EZK en SZW eerst een integraal beeld te verkrijgen. Via deze paragraaf zullen wij u op de hoogte houden van de toegekende compensatie door het Rijk.

Print deze pagina