9.3 Overige projecten

Jaarstukken

3. Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf, programma 5. Mienskip)

Het doel is een schaatsaccommodatie te behouden die voldoet aan de normen van deze tijd, bestemd voor (topsport)wedstrijden, (topsport)trainingen en recreatiesport. Tevens is het streven om de A-status te behouden. De ambitie is om het schaatshart van de wereld te zijn met het snelste ijs.

Het project is uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van Thialf Onroerend Goed bv (OG), waarin de provincie voor 2/3 deel aandeelhouder is en de gemeente Heerenveen voor 1/3 deel. Het project bestaat uit vier onderdelen:

  1. Het vernieuwen van het schaatscomplex (geregeld);
  2. Het aanpassen van de governance op de Thialf organisatie (afhankelijk van de exploitatie);
  3. Een gedeelte aanbesteding van de exploitatie: horeca en schoonmaak heeft inmiddels plaatsgevonden;
  4. De opening van het vernieuwde Thialf heeft eind januari 2017 plaatsgevonden.

De provincie is als aandeelhouder én subsidieverstrekker betrokken bij het project.

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
3 Heerenveen, stad van Sport

Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?

IJshal:
Thialf bv doet op dit moment de exploitatie van de ijshal. Gezien de omvang van de opdracht zou volgens de aanbestedingsregelgeving openbare aanbesteding van de nieuwe exploitatie openbaar nodig zijn. Aan de Europese Commissie is gevraagd om toestemming om hiervan af te wijken. De EC heeft geantwoord dat de exploitatie zonder aanbesteding voort te zetten is door Thialf bv, mits die een marktconforme huur betaalt aan Thialf OG. Die huur is betaald tot en met het seizoen 2018- 2019. Daarna is hij gestaakt.
De exploitatie van Thialf is verliesgevend. Dat heeft te maken met gestegen energieprijzen, contracten met derden als KNSB en ISU die onvoldoende omzet genereren, dure ICT en bovendien een niet verrekenbare BTW. Dat betekent dat er voor de aandeelhouders een risico is ontstaan. Dit heeft eind 2019 geresulteerd in een opdracht aan Thialf om een reddings- en herstructureringsplan te maken. Het reddings- en herstructureringsplan betekent een forse afslanking van Thialf. Thialf gaat in de toekomst meer een faciliterende dan organiserende rol in de schaatsport spelen. Een plek waar zowel plaats is voor topsport als breedtesport. Thialf heeft conform haar herstelplan reeds een bezuiniging doorgevoerd naar een slankere faciliterende organisatie. Betrokken aandeelhouders leveren een bijdrage om de bedrijfsvoering tot en met 2022 mogelijk te maken en in die tijd te herstructureren. Het totale herstelplan gaat om een bijdrage van € 3 mln. waarvan de provincie € 2 mln. bijdraagt. Via een  geldleningsovereenkomst is er in eerste instantie een reddingkrediet akkoord bevonden door de EC en verstrekt van € 2 mln. Thialf heeft in september 2020 een eerste trekking van € 636.000,- uit de geldleningsovereenkomst gedaan. Er is in 2020 verder gewerkt aan de uitwerking van het herstelplan, dat in maart 2021 aan de Europese Commissie is voorgelegd, om in te stemmen met de volledige € 3 mln. De sluitende exploitatie na de herstructureringsperiode is onderwerp van een discussie waarvan (vervanging)investeringen of een (structurele) bijdrage in de exploitatie door de aandeelhouders onderdeel uitmaken. Gesprekken hierover zijn in het najaar van 2020 gestart met alle betrokkenen.

De coronatijd maakte de belangrijke rol die Thialf in de schaatswereld speelt duidelijk. Wereldschaatsbond ISU besloot om alle grote internationale wedstrijden begin 2021 in Thialf te laten verrijden, waarbij de nationale en internationale deelnemers in de omgeving in een schaatsbubbel verbleven.

IJshockeyhal:
De gemeente Heerenveen is eigenaar van de ijshockeyhal. Thialf bv huurt deze hal van de gemeente. Thialf OG bv is de enige aandeelhouder van Thialf bv. Van Thialf OG bv is de provincie 2/3 deel aandeelhouder. Het groot onderhoud is de verantwoordelijkheid van Thialf OG bv.  Een ingrijpende renovatie van de ijshockeyhal is noodzakelijk vanwege de bouwkundige toestand van de hal en de behoefte om er ook activiteiten als curling en short track in te kunnen organiseren; sporten die een grote vlucht nemen. De discussie over de renovatie zal binnen de definitieve herstructureringsoperatie van Thialf plaatsvinden.
In 2020 zijn geen verdere besluiten over de ijshockeyhal genomen.

Wat heeft het gekost?

IJshal

  • In 2020 heeft provincie Fryslân € 2 mln. als lening beschikbaar gesteld voor het herstelplan Thialf. In 2020 is hiervan € 635.000,- opgenomen (2/3 deel hiervan voor rekening van de Provincie). De provincie heeft voor dit bedrag een risicovoorziening gevormd.
  • De jaarcijfers voor het seizoen 2018-2019 zijn in april 2020 ingediend en zijn behandeld in de AvA vergadering van 24 april 2020.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

  • PS heeft ingestemd met de benoeming van mevrouw Vlietstra als nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen.

PS heeft op 17 juni 2020 ingestemd met het herstelplan voor Thialf waarvan een beschikbaarstelling van € 2 mln. als lening door de provincie als aandeelhouder is goedgekeurd. Voor dit bedrag wordt tevens een risicovoorziening gevormd.
Naast het herstelplan doen zich ook nog andere omstandigheden voor die een rol kunnen spelen bij de toekomstige exploitatie van Thialf. Hoewel de coronacrisis zorgde voor extra wedstrijden in het ijsstadion, leverde dit onvoldoende extra inkomsten op om andere tegenvallers op te vangen. Tot eind 2020 was er vrijwel geen Rijksregeling op coronagebied waar Thialf kon aankloppen. In januari 2021 is er wel een mogelijkheid geopend voor o.a. ijsbanen om een vergoeding van het Rijk te kunnen krijgen. Thialf heeft hiervoor een aanvraag ingediend. Mede hierdoor was het nog niet duidelijk wat het netto-effect van de coronacrisis voor Thialf zou zijn.
Daarnaast speelde in 2020 de kwestie met de verzekerbaarheid van Thialf. Vanwege de aanwezigheid van zonnepanelen op het dak wilden verzekeraars niet langer het brandrisico dekken. Op initiatief van de provincie is onderzoek gedaan wat voor oplossingen hiervoor mogelijk zijn, bij voorkeur met behoud van de zonnepanelen op het dak. Het onderzoek is in december 2020 afgerond en in januari 2021 aan de Staten gestuurd. Mogelijk biedt het aanbrengen van een nieuwe coating op het dak voldoende vertrouwen bij de verzekeraars om het brandrisico van Thialf te blijven dekken, met behoud van de zonnepanelen op het dak. Voor 1 juni 2021 moet een oplossing zijn doorgevoerd, want dan eindigt de huidige verzekeringspolis. De financiële consequenties van het eventueel permanent verwijderen van de zonnepanelen zijn nog niet bekend, of de panelen nu wel of niet op het dak blijven.
Verder moet rekening gehouden worden met eventuele tegenvallers vanwege de coronacrisis.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

IJshal

  • Wanneer Thialf bv uiteindelijk de exploitatie blijft doen en niet in de zwarte cijfers geraakt, is het mogelijk dat Thialf een bijdrage van de aandeelhouders en andere stakeholders in de exploitatie vraagt. Een aanhoudende zorg is dat er onvoldoende opbrengsten uit de schaatshal zijn voor een sluitende exploitatie. In het reddings- en herstructureringsplan zijn de kosten verder teruggebracht. Bovendien staat hierin dat Thialf bij nieuwe contracten met gebruikers en leveranciers gunstigere voorwaarden moet bedingen. Gesprekken met KNSB en NOCNSF over wat zij kunnen en willen betekenen voor Thialf zijn eind 2020 gestart met de bedoeling daar in het eerste kwartaal van 2021 overeenstemming over te bereiken. Dat maakt ook duidelijk welke structurele bijdrage van gemeente en provincie gevraagd zal worden
  • Een ander risico is het nakomen van de afspraken door de KNSB en ISU ten aanzien van wedstrijden in de toekomst (vier wedstrijden per jaar gedurende vijf jaar); een minimale hoeveelheid wedstrijden is van belang voor gezonde exploitatie. Het aantal wedstrijden en grote evenementen waar Thialf gastheer van is in de komende tijd neemt toe. Wanneer de coronamaatregelen blijven leiden tot een sterke reductie van de toegestane publiekcapaciteit is een renderende verhuur voor toernooien bijna onmogelijk.
  • Er is nog geen uitspraak van de verzekeraars over het eventueel verwijderen van de zonnepanelen of over de verzekerbaarheid van de zonnepanelen in de toekomst. Wanneer de verzekeraars uiteindelijk niet akkoord gaan met de verzekerbaarheid van zonnepanelen betekent dit een forse tegenvaller op de exploitatie. Als er een oplossing komt om de zonnepanelen op het dak te houden met een brandwerende coating kan dit betekenen dat Thialf hiervoor een behoorlijke hersteluitgave moet gaan doen die zij zelfstandig niet kan dragen.

IJshockeyhal

  • De gemeente werkt momenteel aan plannen voor vernieuwbouw van de ijshockeyhal vanwege de bouwkundige toestand van de hal en de behoefte om er ook activiteiten als curling en short track in te kunnen organiseren; sporten die een grote vlucht nemen. Voor dit laatste is onder andere een andere boarding nodig. Een deel van de kosten wil de gemeente bij de huurder Thialf bv in rekening brengen. Dit kan dan deels op het bord van de provincie (als aandeelhouder van Thialf OG bv) komen. Het huurcontract loopt af in 2024 met de mogelijkheid tot verlenging.
  • Een overheidsbijdrage voor renovatie van de IJshockeyhal zal moeten worden gemeld aan de EU om het risico op staatssteun te voorkomen.

Jaarrekening:
De jaarrekeningen 2018/2019 en 2019/2020 zijn door Thialf opgemaakt en door de accountant gecontroleerd. Maar de accountant heeft tot op heden alleen een verklaring met beperkingen kunnen afgeven omdat er onder andere nog een discussie loopt met de belastingdienst over de waardering van het onroerend goed. Er komt pas duidelijkheid over de waardering van het vastgoed als er een exploitant gevonden is, in die zin of duidelijk is dat de exploitatie moet worden aanbesteed of dat Thialf bv deze zelf mag doen. Na de aanbesteding dan wel de instemming van de EC zal hierover meer duidelijkheid komen.

4. RUG/Campus Fryslân (programma 4)

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
4 RUG / Campus Fryslân

Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?

Onderstaande tabel bevat een samenvattend overzicht in relatie tot de in de beschikking genoemde vier projectdoelen van RUG CF (inclusief de 1e generatie master/tracks uit de UCF1-periode, welke formeel geen deel uitmaken van het project Opbouw RUG Campus Fryslân).

Stand van zaken op de peildatum 1 maart 2020

  • Project doelen
  • Een brede driejarige bacheloropleiding voor 600 studenten.
  • Tien masters / tracks voor in totaal 400 studenten (inclusief de ‘oude’ UCF masters)
  • Een International Graduate Research School (IGRS) voor jaarlijks 15 promovendi
  • Het opzetten van een faculteitsbureau.
  • Totaal
  • Opleidingen
  • University College met bacheloropleiding Global Responsibility & Leadership (start 1/9/2018, 3-jarig)
  • ‘Oude’ UCF masters (1e generatie):
  • ·         Multilingualism (1-jarig)
  • ·         Watertechnologie (2-jarig)
  • ·         MEEM (master Environmental & Energy Management (1-jarig)
  • Master/tracks (2e generatie)**:
  • Tourism Geography & Planning (start 1/9/2017), (1-jarig)
  • Governance and Law in Digital Society (start 1/9/2018), (1-jarig)
  • Master (3e generatie ):
  • Sustainable Entrepreneurship (start 1/9/2018), (1-jarig)
  • In totaal 16 van de 35 promovendi die vanuit de UCF1-periode zijn overgedragen aan RUG Campus Fryslân zijn gepromoveerd.
  • In totaal (vanaf 2016) zijn 39 nieuwe promovendi aangesteld onder de vlag van RUG Campus Fryslân, waarvan inmiddels 1 is gepromoveerd.
  • Operationeel
  • Aantal ingeschreven studenten 1/9/2018
  • 26 (7)*
  • 17 (2)*
  • 40 (1e + 2e jrs)
  • 38
  • Totaal: 95
  • 9 (0)*
  • 7 (5)*
  • Totaal: 16
  • 16 (2)*
  • 153 studenten op basis van 7 opleidingen
  • Aantal ingeschreven studenten 1/9/2019
  • 77 (16)*
  • 12 (0)*
  • 32 (1e + 2e jrs)
  • 33
  • Totaal: 77
  • 7 (1)*
  • 6 (5)*
  • Totaal: 13
  • 30 (3)*
  • 197 studenten op basis van 7 opleidingen
  • Aantal ingeschre-ven studenten 1/9/2020
  • 153 (29)*
  • 10 (1)*
  • 26 (1e + 2e jrs)
  • 33
  • Totaal: 69
  • 9 (1)*
  • 7 (3)*
  • Totaal: 16
  • 32 (7)*
  • 270 studenten op basis van 7 opleidingen
(..)* aantal studenten afkomstig uit Fryslân.
Het aantal Friese studenten bij de opleidingen MEEM en Watertechnology zijn niet bekend. Deze opleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid van respectievelijk de TUTwente en Wetsus.  Met deze partijen zijn geen afspraken over de het bijhouden van de herkomst van studenten.
**) een track (30 studiepunten) is een bepaalde richting binnen een master (totaal 60 studiepunten)

Verder:

  • Premasters; dit zijn extra onderwijsmodules voor HBO-ers die na hun afstuderen een aansluitende masteropleiding willen volgen. Deze pre-masteropleidingen zijn vooral interessant voor studenten die aan de Friese HBO´s afstuderen. De hogescholen zijn begonnen met het aanbieden van enkele premasters die aansluiten op de masters van RUG/Campus Fryslân. Tot op heden heeft dat (nog) geen substantiële toename van HBO-studenten opgeleverd. De inhoud van beide tracks wordt aangepast.
  • Er worden jaarlijks minimaal 4 voortgangsgesprekken met RUG/Campus Fryslân gevoerd en er is minimaal 1 bestuurlijk overleg. Daarnaast wordt twee maal per jaar aan Provinciale Staten gerapporteerd over de voortgang van RUG/Campus Fryslân. Voorts hebben drie universiteiten, 4 hogescholen, 6 kennisinstellingen, 1 bibliotheek en de gemeente Leeuwarden en de provincie zich met de ondertekening van het Hoger-Onderwijsakkoord Fryslân op 24 juni 2016 verbonden aan samenwerking met RUG Campus Fryslân. Het doel van deze samenwerking is om o.a. een impuls te geven aan het niveau van het Friese hoger onderwijs, het academisch klimaat in Leeuwarden en de gezamenlijke werving van studenten richting Leeuwarden. De geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025 is een product van dit samenwerkingsverband. De provincie is initiatiefnemer van de totstandkoming van het Hoger Onderwijs Fryslân Akkoord.
  • Drie maal per jaar komt de Raad van Advies RUG Campus Fryslân bijeen. Hierin zitten alle ondertekenaars van het Hoger Onderwijs Akkoord Fryslân. De provincie heeft een ‘standing invitation’. Eens per jaar vindt het HOAF-overleg plaats dat de provincie voor zit. De verdere uitvoering van de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025 is een terugkerend agendapunt.
  • De ‘oude’ UCF-1projecten ‘Flankerend beleid onderzoeksschool RUG Campus Fryslân’ (provinciaal subsidie van € 1.768.000) en Marketing&Werving (provinciaal subsidie € 190.750) zijn bij de start van RUG CF overgedragen aan RUG CF. Het project Flankerend Beleid wordt op verzoek van de RUG Campus Fryslân verlengd tot 31 december 2021. Het UCF1-project Marketing & Werving van studenten voor masters, dat is ontwikkeld in de UCF1 periode, is inmiddels afgerond maar moet nog worden afgerekend. Beide projecten maken geen onderdeel uit van het project Opbouw RUG Campus Fryslân.

Wat heeft het gekost?

In totaal kost het project  RUG/Campus Fryslân € 57,1 mln voor de periode 2016-2023.

De verdeling ziet er als volgt uit:
Provincie Fryslân                   €  17,83 mln.
Gemeente Leeuwarden          €    3,33 mln.
RUG                                      €  29,94 mln.
Derden                                  €    5,67 mln.
Stelpost                                 €    0,33 mln.
Totaal                                    €  57,10 mln.

De totale werkelijk gemaakte kosten t/m 2020 bedragen € 15.088.788 (op basis van de concept-jaarrekening 2020). De bevoorschotting loopt redelijk in de pas met de gemaakte kosten. Het totaal aantal uitgekeerde voorschotten, inclusief het voorschot 2021, bedraagt: € 12.693.784*.

*Er is t/m 2020 een bedrag van € 9.972.347 aan voorschotten uitbetaald. Op basis van de begroting 2021 zal een bedrag van € 3.401.796 als voorschot worden aangevraagd. Hiervan keren wij dit jaar 80% uit, wat neerkomt op een bedrag van € 2.721.437 (€ 9.972.347 + € 2.721.437 = € 12.693.784). Deze bedragen zijn onder voorbehoud van besluitvorming GS.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluiten over de RUG/Campus Fryslân genomen.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Macrodoelmatigheidstoets en accreditatietoets:
Het opstarten van nieuwe opleidingen vraagt veel samenwerking met andere kennisinstellingen. Vervolgens is het doorlopen van de toetsing van de twee commissies bepalend voor het tempo waarin nieuwe masters of master/tracks van start kunnen gaan. Wanneer een opleiding de toetsing met goed gevolg doorloopt, is rijksfinanciering geborgd. Latere accreditatie heeft een latere werving van studenten tot gevolg t.b.v. een nieuw studiejaar. Voornoemde complexe trajecten spelen een rol bij de vertraagde start van nieuwe opleidingen bij RUG CF.

Te weinig studenten:
De ambities in de plannen van RUG/Campus Fryslân zijn hoog. Er staat daarom in het ontwikkelplan uit 2016 dat het risico aanwezig is dat de gestelde aannames voor studentenaantallen niet worden gehaald. De RUG gaat uit van een periode van zes à zeven jaar om 1000 studenten en 50 promovendi aan Fryslân te binden. De RUG draagt het financiële risico wanneer er sprake is van een lagere instroom van studenten. In de beschikking is rekening gehouden met enige vertraging. Inmiddels is duidelijk dat de instroom aanzienlijk onder de geprognosticeerde aantallen ligt, zowel per opleiding, als in z’n totaliteit. De bacheloropleiding laat de afgelopen twee jaar wel een toename van studenten zien, maar onvoldoende om in de buurt van de aanvankelijk geprognosticeerde studentenaantallen uit 2016 te komen. Inmiddels is de RUG Campus Fryslân van start gegaan met het ontwikkelen van een tweede reguliere bacheloropleiding. Deze bachelor sluit aan bij de Friese Kennisagenda. RUG Campus Fryslân hoopt met deze tweede bacheloropleiding op een aanzienlijke toename van het aantal studenten. Er ligt een verzoek bij de provincie om deze tweede bachelor onderdeel te laten uitmaken van het project Opbouw RUG Campus Fryslân. De inmiddels gereed zijnde Tussenbalans kijkt terug op de afgelopen jaren en in relatie daarmee naar het toekomstperspectief en -bestendigheid van RUG CF. De uitkomst zal in maart 2021 aan GS worden voorgelegd. Daarna worden de uitkomsten toegestuurd aan PS.

Imago Leeuwarden als (studie)stad:
Leeuwarden heeft geen vergelijkbaar imago als studiestad Groningen. Een risico is ook de nabijheid van Groningen, met als gevolg dat er te weinig studenten in Leeuwarden komen wonen. Binnen de planvorming van Campus Fryslân hebben de partijen afspraken gemaakt om de krachten te bundelen en een aansprekend programma te ontwikkelen voor het bevorderen van het academisch klimaat in Leeuwarden. Dit programma moet zich in 2021 verder ontwikkelen en indien gewenst worden aangepast.

5. Leeuwarden-Fryslân 2028 – Agenda 2028 – (programma 5. mienskip, 4. Economie en  3.omgeving)

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
5 Leeuwarden-Fryslân 2028

In 2018 heeft Leeuwarden – Fryslân zich namens Nederland als Europese Culturele Hoofdstad Fryslân nationaal en internationaal op de kaart gezet. Na dit succesvolle jaar willen we de in gang gezette ontwikkelingen vasthouden en uitbouwen. Provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden hebben hierin het voortouw genomen. Het programma voor LF2028 wordt gevuld met sterke culturele producties die zijn verbonden met onze Iepen Mienskip, bijdragen aan het culturele veld, cultuurtoerisme, het vestigingsklimaat en de leefbaarheid van Fryslân.

In 2020 zijn verschillende besluiten genomen over de inrichting en governance van de uitvoeringsorganisatie. Op 10 maart 2020 hebben wij en het College van B&W van de gemeente Leeuwarden voor LF2028 gekozen voor de stichtingsvorm: we weten dankzij LF2018 dat werken met een stichting werkt, zeker waar het gaat om onafhankelijk programmeren en het werven van sponsors en fondsen. PS zijn hierover bij brief van 10 maart (kenmerk: 01719914) geïnformeerd.

Op 30 juni 2020 hebben wij positief besloten over de subsidieaanvraag vanuit de Stichting LF2028, voorzien van werkplan met inzicht in programmering, organisatie en financiën. Wij hebben op basis van de aanvraag voor (het restant van) 2020 een incidentele subsidie toegekend aan de stichting. PS zijn hierover per brief geïnformeerd (kenmerk: 01775242).

De stichting is in de zomer op zoek gegaan naar een nieuwe directeur-bestuurder. Per 1 oktober 2020 is de heer Floris de Gelder begonnen in deze functie. Samen met artistiek leider Sjoerd Bootsma en zakelijk leider Immie Jonkman vormt hij het managementteam van de stichting LF2028.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?

De Agenda2028 betreft de doorontwikkeling van LF2018 door verschillende Friese partijen. Er is een nieuw bidbook LF2028 opgeleverd (“Generatie 2028”), waarin ook de programmering voor 2020 en een doorkijk met ambities richting 2028 staat. Hierbij wordt uitgegaan van een triënnale 2022, waarbij in de aanloop naar het triënnale jaar ook wordt ingezet op extra culturele impulsen. Hierbij wordt cultuur ingezet als middel om resultaten te bereiken op de volgende vijf programmalijnen:

  1. Versterken economie en cultuurtoerisme
  2. Verbetering artistiek klimaat
  3. Werken aan ecologie en circulariteit
  4. Elkenien docht mei
  5. Meertaligheid/Frysk.

Agenda2028 voorziet in een langjarig en aantrekkelijke programmering als “plus” bovenop de bestaande en reguliere activiteiten in de provincie, met als bovenliggende doelen:

  • Via culturele interventies verschillende maatschappelijke issues (economisch, sociaal, ecologisch) bespreekbaar maken;
  • Blijvende (inter)nationale aandacht;
  • Blijvende energie in Fryslân (zowel bij amateurs als professionals);
  • Blijvend investeren in A-merk Fryslân, met effect op inkomend toerisme

We willen hiermee tevens bijdragen aan de global goals.

Het is inmiddels duidelijk dat de gevolgen van corona voor de culturele sector heel groot zijn. Bijna alle evenementen en geplande producties zijn afgelast of worden doorgeschoven naar volgend jaar (bijv. Wadopera Peter Grimes) en sommigen hebben manieren gevonden om online of kleinschalig te werken (bijv. Opera Spanga die een film heeft opgenomen).
LF2028 is in de laatste week van maart begonnen met online programmering: culturele instellingen en festivals, maar ook amateurs, leveren content aan voor de Facebook-pagina en zo kunnen mensen thuis toch genieten van mooie cultuur. Ook IepenUp, dat normaalgesproken met publiek plaatsvindt, is in een andere vorm doorgegaan met het maken van programma’s. Het bereik van deze online programmering is heel groot geweest: van over de hele wereld kwamen reacties op de uitzendingen binnen.

De voorbereidingen voor de eerste Triënnale, die onder de naam Arcadia wordt gehouden, zijn desondanks in volle gang. De stichting werkt hard aan het maken van aantrekkelijke programmering, met regionale, nationale en internationale instellingen en kunstenaars. Daarbij wordt ook waar nodig en mogelijk de mienskip betrokken. Streven is om in 2022 voor elk wat wils te bieden.

Verder zijn de voorbereidingen voor Sense of Place in gang gezet. De stichting Sense of Place kijkt momenteel naar twee locaties voor kunstwerk De Streken waarbij nog een afweging moet worden gemaakt welke het geschikts is op basis van ecologische omstandigheden, draagvlak en ruimtelijke procedure. Hiervoor zijn gesprekken gaande met de provincie, gemeente, Waddenfonds en projectbureau BugelHajema.

De financiële situatie van de stichting Sense of Place is enige tijd onzeker geweest. Voor de komende drie jaar hebben wij financiering toegezegd. De doorlopende samenwerking met initiatieven Arciadia en Landschapstriënnale zorgen daarnaast voor nieuwe mogelijkheden.

Wat heeft het gekost?

Met de gemeente Leeuwarden is een samenwerkingsovereenkomst gesloten om gezamenlijk handen en voeten te geven aan de organisatie en programmering van LF 2028. Er is in de jaren 2019 en 2020 gewerkt met een gezamenlijke begroting van € 5,470 mln. Van dit budget 2020 is een incidentele subsidie aan de Stichting LF2028 verleend.

In juni 2017 hebben PS 1 mln. beschikbaar gesteld voor het afgeven van garanties voor ticketrisico’s LF2018. Besloten is deze middelen beschikbaar te houden voor een vergelijkbare regeling voor LF2028. De regeling is in april 2020 vastgesteld.
Vanwege de uitstel van programma’s en voorstellingen is er in 2020 geen gebruik gemaakt van de regeling. De eerste gesprekken over programmering in 2021 en 2022 zijn echter al gestart, dus wij verwachten dat dit fonds de komende jaren een zeer bruikbaar instrument zal zijn.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Bij de vaststelling van de Begroting 2021 is ook de boekjaarsubsidie voor de stichting LF2028 voor de jaren 2021 t/m 2023 vastgelegd.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Een belangrijke afspraak die is gemaakt, is dat LF2018 blijvende effecten moet hebben. Een risico is onvoldoende inzet hier op, waardoor die blijvende effecten zullen achterblijven. Fryslân kan zich optillen als er een gemeenschappelijk doel voor de toekomst wordt gesteld. Het is noodzakelijk de energie van 2018 vast te houden voor de toekomst. Er is in de Mienskip veel energie opgebouwd. Er is energie om door te gaan na 2018 op voor de provincie belangrijke thema’s. Er moet worden voorkomen dat de energie wegzakt. Door een actief faciliterende rol van de overheden in Agenda2028 kan dit worden voorkomen. De beschikbare middelen zullen gematcht worden met middelen van derden. Met dit budget kan het werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Fryslân vooreerst gecontinueerd worden. Er is een risico dat dit onvoldoende omvang krijgt.

Voor 2019 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor marketing aanvullend op de reguliere begroting. Voor de jaren daarna niet.

6. Europese watertechnologiehub (programma 4)

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
6 Europese watertechnologiehub

Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?

Het vigerende Uitvoeringskader Watertechnologie heeft een werkingsduur van 2014 tot en met 2020 en zou geactualiseerd moeten worden. Echter dit uitvoeringskader wordt niet separaat geactualiseerd, maar wordt onderdeel van de in ontwikkeling zijnde beleidsbrief (Circulaire) Economie.

In de provinciale begroting is ten behoeve van de financiering van Wetsus voor 2021 tot en met 2023 jaarlijks een financiële bijdrage gereserveerd van respectievelijk € 1.125.000,-, € 1.125.000,- en € 1.525.000,-. In de afgelopen periode zijn er afspraken gemaakt met Wetsus over de wijze waarop en onder welke voorwaarden de bijdragen kunnen worden geformaliseerd. Inmiddels is hiervoor een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie.

Het huidige WaterCampus Actieplan 2017-2020 loopt eind van dit jaar af. WaterCampus partijen hebben een vervolg op dit Actieplan ontwikkeld voor de periode 2021-2023 (hierna te noemen WaterCampus Actieplan II). In dit Actieplan wordt de strategie beschreven voor de verdere uitbouw van de regionale impact en de internationale positie van WaterCampus Leeuwarden. Voor dit plan is inmiddels ook een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie.

Jaarlijks wordt over de uitvoering van het WaterCampus Actieplan een monitor uitgevoerd. De uitkomsten van de monitor over 2019 zijn te raadplegen via de volgende link: Monitoring 2019 WaterCampus.

Er is nog geen duidelijkheid over de langetermijnfinanciering van Wetsus (Europese watertechnologiehub) na 2022. Het ministerie van EZK heeft in de tweede helft van 2018 een Expertgroep Watertechnologie ingesteld, die advies heeft uitgebracht aan staatssecretaris Keijzer over duurzame financiering van Wetsus vanaf 2021. Het opgestelde Adviesrapport Expertgroep Governance Watertechnologisch Onderzoek is gedeeld met PS.

De lobby om het innovatie ecosysteem van de WaterCampus meer nationaal/EU gefinancierd te krijgen voor met name de periode na 2020 zal worden gecontinueerd.
In 2020 is de uitvoering van het WaterCampus Actieplan over de jaren 2017 en 2018 geëvalueerd. De evaluatie is gereed en zal op korte termijn naar PS worden gestuurd.

Wat heeft het gekost?

Het  REP- regio budget van € 13 miljoen, dat in 2014 door PS beschikbaar is gesteld ten behoeve van het Uitvoeringskader Watertechnologie 2014 – 2020, is bijna helemaal weggezet in de vorm van subsidie aan de volgende projecten:

  1. Watercampus Actieplan 2017-2020
  2. Researchinfrastructuur Wetsus
  3. Internationalisering Friese Watertechnologiesector

Daarnaast heeft het Dagelijks Bestuur van het SNN op 2 december 2012 ingestemd met een bijdrage aan de Stichting Wetsus uit het centrale deel van het REP (het zgn. RijksREP) van € 38 miljoen. Eerst is een bijdrage van € 19 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2013-2016. De € 19 miljoen voor de periode 2017 tot en met 2020 is in 2016 toegekend na een positieve evaluatie van Wetsus.

De WaterCampus partijen hebben in 2016 een actieplan opgesteld. Het plan beschrijft het doel, de acties en brengt in beeld wat het benodigde budget is voor de jaren 2017 tot en met 2020 om het plan te kunnen uitvoeren. Uitgangspunt van het actieplan is dat de huidige activiteiten van de WaterCampus partijen gecontinueerd worden en daarmee het innovatie ecosysteem van de WaterCampus in stand kan worden gehouden. Voor het WaterCampus Actieplan is in 2017 een bijdrage van € 6.030.000,- beschikbaar gesteld vanuit de beschikbare middelen REP-regio. Begin 2017 is ten behoeve van het project “Research infrastructuur Wetsus 2017-2020” een subsidie van € 3.019.804,- beschikbaar gesteld vanuit REP-regio en € 480.196,- vanuit het restant RijksREP. En ten slotte is in 2018 een subsidie verstrekt aan de Water Alliance om een impuls te geven aan de internationalisering van de Friese watertechnologiesector.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluit over de Europese watertechnologiehub genomen.

In het bestuursakkoord 2019-2023 zijn financiële middelen voor Wetsus, WaterCampus (waaronder Water Alliance) gealloceerd zijnde in totaal €9 miljoen voor de jaren 2021-2023.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Om uit te groeien tot Europese hub op het gebied van Watertechnologie is zekerheid over langjarige continuïteit van Wetsus een essentiële voorwaarde. Dit geldt zowel voor de contracten met het bedrijfsleven en vooraanstaande universiteiten als voor het aantrekken van de beste onderzoektalenten. Het Wetsus-programma werkt met promovendi die worden aangesteld op een vierjarig contract, maar de langetermijnfinanciering van Wetsus is na 2022 nog niet volledig afgedekt.

Het college van B&W van de gemeente Leeuwarden heeft besloten zowel Wetsus, als de WaterCampus een subsidie toe te kennen. Wetsus ontvangt een subsidie van € 500.000,- voor de uitvoering van haar onderzoeksprogramma 2021 en de WaterCampus ontvangt een subsidie van in totaal € 600.000,- voor het WaterCampus Actieplan II (activiteiten in 2021, 2022 en 2023). Momenteel wordt gewerkt aan het actualiseren van de intentieverklaring voor lange termijn financiering van Wetsus die in april 2013 door de provincie en gemeente Leeuwarden is getekend.

*Financieringsbronnen van de € 28.500.000 onder ‘anders’: Universiteiten, EU, Ministerie EZK, TKI en NWO.

7. De Nieuwe Afsluitdijk (programma’s 2. infrastructuur, 3. omgeving en 4. economie)

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
7 De Nieuwe Afsluitdijk

De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) is opgedeeld in twee ontwikkelfasen:

  • Fase 1 betreft grotendeels de projecten die meelopen met het Rijkscontract voor de versterking van de Afsluitdijk, zoals de Vismigratierivier (VMR), of al gerealiseerd zijn, zoals het Afsluitdijk Wadden Center en enkele duurzame energie pilots.
  • Fase 2 betreft opgaven als het verder benutten van de Afsluitdijk als kraamkamer op het gebied van duurzame energie, de vervanging van bruggen, verdieping vaargeulen en verruiming van de sluis Kornwerderzand alsmede de projectcommunicatie en (inter)nationale profilering van de Afsluitdijk.

Het programma DNA is van de ontwikkel naar de realisatiefase verschoven en wordt – zoals nu voorzien – in de loop van 2023 afgerond. Wel is er sprake van vertraging bij het Rijksproject voor de versterking van de Afsluitdijk. Dat kan gevolgen hebben voor de uitvoering van (onderdelen van) het programma. Daarover zijn we in het gesprek met Rijkswaterstaat. De onderdelen bruggen en sluizen Kornwerderzand worden uitgevoerd door de projectorganisatie DNA, om reden van efficiëntie en netwerk/raakvlak beheersing. Het project kent een andere geografische bestuurlijke samenwerking en zal na formele beëindiging van het programma De Nieuw Afsluitdijk nog doorlopen. Om die reden en om het strategische belang is dit project hierna separaat opgenomen in de begroting. De stand van zaken rondom de verbreding van de sluis vindt u onder 7a.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

De aannemer van het Rijk, consortium Levvel, is bezig met het versterken van een aantal delen van het dijklichaam, waaronder het deel tussen Zurich en Kornwerderzand. Laatste deel is nog niet gereed. Dat betekent oa. dat het fietspad op dat deel van dijk nog niet open kan. Verder heeft Levvel voorbereidingen getroffen om begin 2021 te kunnen beginnen met de bouw van de coupure van de Vismigratierivier. Zo is inmiddels een omlegging voor autoverkeer in gebruik. Eind 2020 heeft het Ministerie van I&W bekend gemaakt dat het Rijksproject een aantal jaren vertraagd vanwege wijzigingen in hydraulische randvoorwaarden bij de nieuw te bouwen spuisluizen en het renoveren van de bestaande spuisluizen. Dit heeft oa. tot gevolg dat het totale fietspad langer gesloten blijft. Wel heeft de minister middels een vastgestelde motie van de Tweede Kamer opdracht gekregen de mogelijkheden om (delen van) het fietspad eerder te openen te gaan verkennen. In de Stuurgroep Afsluitdijk is ook aangedrongen op deze verkenning.

Afsluitdijk Wadden Center
Het Afsluitdijk Wadden Center is vanwege de coronacrisis diverse perioden gesloten geweest. De veel lagere bezoekersaantallen hebben grote gevolgen voor de exploitatie van het centrum. GS hebben voor de zomer van 2020 besloten eenmalig en gedurende de coronaperiode de huur kwijt te schelden en de exploitatievergoeding door te betalen. Met de exploitant is verkend welke maatregelen nodig zijn om de exploitatie structureel weer op niveau te brengen. Hierover hebben wij u in november per brief geïnformeerd. De exploitant ziet bijvoorbeeld kansen om met een andere opzet van de horeca de besteding per bezoeker te verhogen. Ook wordt er gekeken naar het heffen van een toegangsprijs. Definitieve afspraken met de exploitant moeten nog gemaakt worden. Daarover zullen wij u informeren. Op dit moment is het AWC vanwege corona wederom gesloten voor publiek.

Vismigratierivier
In verband met complexe raakvlakken met de projecten versterking Afsluitdijk en Windpark Fryslân, actief in hetzelfde gebied, wordt de aanbesteding aangepast. De uitvoering van de Vismigratierivier is sterk afhankelijk van de planning van deze grote projecten. Op dit moment is er nog onvoldoende duidelijkheid over een aantal raakvlakken om de aanbesteding te kunnen starten, vooral door de vertraging bij het Rijksproject. De komende periode hopen we daar met het Rijk afspraken over te maken. De uitkomsten daarvan kunnen financiële consequenties hebben.
Door de raakvlakken is het project in meerdere contracten opgedeeld. Een eerste contract, zijnde de westelijke dam van de Vismigratierivier, is vanwege de complexe raakvlakken gegund aan de aannemer die de natuurvoorziening van Windpark Fryslân gaat bouwen. De westelijke dam is inmiddels gereed.
In september is een dienstencontract gegund, ter ondersteuning van de verdere voorbereiding en realisatie van de projecten Vismigratierivier en Sluis Kornwerderzand.

Omdat het project Vismigratierivier sterk afhankelijk is van de voortgang van het Rijksproject is afronding van het project medio 2023, conform Realisatieovereenkomst, mogelijk niet meer haalbaar. Meer duidelijkheid over de uitvoeringsplanning verwachten we, op basis van informatie van Rijkswaterstaat, voor de zomer van 2021. Vorenstaande betekent ook dat het dekkingsvoorstel voor de beheer- en onderhoudskosten voor de Vismigratierivier op een later moment wordt voorgelegd dan het eerdere vermeldde moment van 2022.

Duurzame Energie projecten
DNA heeft de ambitie om van de Afsluitdijk een kraamkamer te maken voor duurzame innovaties. De Afsluitdijk is een ideale proeftuin om nieuwe technieken op het gebied van duurzame energie te testen. Een aantal innovaties zijn actief op de Afsluitdijk. Op/bij de dijk wordt nog steeds succesvol gewerkt aan Blue Energy. De Afsluitdijk is volgens de initiatiefnemers de betere optie voor opschaling en het starten van een demoproject, in tegenstelling tot andere onderzochte locaties. Initiatiefnemers stellen momenteel een Businesscase op en zijn in gesprek met mogelijke subsidieverstrekkers en investeerders.
Het testen met een onderwaterkite, een vlieger die energie opwekt door gebruik te maken van de stroming, nabij Breezanddijk is inmiddels succesvol afgerond. Voor de doorontwikkeling van de techniek verplaatst het project naar een locatie nabij Ameland.
Momenteel wordt een test met zonnepanelen in het asfalt van het rijgedeelte van het parkeerterrein bij het Afsluitdijk Wadden Center voorbereid. Een initiatiefnemer wil de onderhoudsvraagstukken rondom deze techniek langjarig gaan testen. Initiatiefnemer heeft een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie.

Living Lab
In december 2017 is door PS een motie aangenomen om een breed Living Lab, meerdere thema’s, op de Afsluitdijk te verkennen. De verwachting was in 2020 dat een Living Lab rondom de innovaties Duurzame Energie op de Afsluitdijk een verbijzondering zou worden van c.q. zich zou gaan aansluiten bij het initiatief voor de Energiecampus in Leeuwarden. De Energiecampus heeft daarvoor subsidie aangevraagd bij SNN. Deze subsidie is randvoorwaardelijk voor het slagen ervan. Er loopt momenteel een bezwaar op een eerdere afwijzing van de subsidie. In Q1 2021 verwachten initiatiefnemers definitief duidelijkheid over het wel of niet toekennen van de subsidie.
DNA is een project en kan geen langjarige exploitaties rondom een Living Lab starten. Daarom is de strategie om het initiatief maatschappelijk sterk in te bedden.  Daarom wordt aansluiting gezocht bij o.a. de Fryslân Campus, Blue Delta discussie, IPF en het Global Centre on Climate Adaptation (GCA) van de VN te Groningen.  De belangstelling vanuit de kennissector is nog steeds groot. In 2021 wordt duidelijk of een kennisnetwerk in een brede opzet kan slagen.

Monument
In 2020 hebben Rijkswaterstaat en regionale overheden vanuit Noord-Holland een overeenkomst gesloten voor de vernieuwing van het Monument. De buitenruimte van het Monument zit in het Rijkscontract en zal de komende jaren opgeknapt worden. RWS wil de upgrade van het vastgoeddeel graag gereed hebben begin 2023. DNA participeert financieel en inhoudelijk in de ontwikkeling. Focus is met name op toegevoegde waarde op het gebied van recreatie en toerisme en de energieprestaties.

Wat heeft het gekost?

Er zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld in 2020.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluiten genomen.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Voor de Vismigratierivier zijn PFAS en stikstof actuele thema’s in relatie tot vergunningen. Vooralsnog leidt dat echter niet tot problemen.

In 2015 hebben PS middelen beschikbaar gesteld voor de financiering van het programmabureau tot en met 2020. Destijds is aangegeven tzt met een nieuw voorstel te komen voor de jaren 2021 tot en met 2023. De partners van DNA hebben een bijdrage al geregeld. Bij de eerste berap 2020 is voor de jaren 2021 en 2022 financiering georganiseerd. Voor 2023 zal er nog financiering gezocht worden. Eventuele gevolgen van de vertraging zullen hierin meegenomen worden.

De Covid-19 crisis kan meerdere gevolgen hebben voor de lopende activiteiten. Eerste zichtbare effect is de tijdelijke sluiting van het Afsluitdijk Wadden Center. Het werk aan de Afsluitdijk gaat vooralsnog gewoon door.

Ivm de forse vertraging van het Rijksproject is het mogelijk dat ook de Vismigratierivier vertraagd. Een langere doorlooptijd heeft financiële consequenties en mogelijk gevolgen voor de natuurwetvergunning. Tezamen met RWS wordt al gekeken in hoeverre een betere afstemming van de werkzaamheden een positief effect kan hebben op de planning. Dit betekent mogelijk ook dat het dekkingsvoorstel voor de beheer- en onderhoudskosten op een later moment wordt voorgelegd dan het eerder vermeldde moment van 2022.

Zoals geconstateerd zijn de raakvlakken tussen de VMR en het rijksproject Versterking Afsluitdijk groot. Gesprekken met RWS en de uitvoerende partij Levvel zijn gaande over de effecten op de planning van de provinciale projecten, maar ook over de (on)mogelijkheden om werkzaamheden te combineren. De uitkomsten van deze gesprekken kunnen voor de VMR financiële gevolgen hebben.

7a.  Sluis Kornwerderzand

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
7a Sluis Kornwerderzand

Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?

17 juni 2020 hebben Provinciale Staten ingestemd met de Bestuursovereenkomst met het Rijk voor de verruiming van de sluis en bouw van bruggen. De Bestuursovereenkomst is 24 juni 2020 ondertekend, door de Minister van I&W en gedeputeerde Fokkens. Er is gekozen voor een fasering omdat de financiering nog niet definitief is. Eerst worden de nieuwe bruggen gebouwd en de vaargeulen verdiept (fase 1). Wanneer er een positief besluit is genomen over de Waddenfonds subsidieaanvraag (Q1 2021) en de marktbijdrage definitief is kan er, na positieve besluitvorming door PS, ook gestart worden met de verruiming van de sluis (fase 2).
De afgelopen maanden is de uitvoerbaarheid van de marktbijdrageregeling verder onderzocht. De oorspronkelijke bedachte regeling blijkt niet in voldoende mate aan de uitgangspunten te kunnen voldoen. Aan de voorwaarde behoud van een level playing field kan niet worden voldaan.  Dit heeft ertoe geleid dat alle betrokken partijen in overleg zijn gegaan om te kijken naar alternatieve oplossingen. De verwachting is dat we in 2021 meer duidelijkheid hebben over de haalbaarheid daarvan.
Ondertussen wordt er ook gewerkt aan het opstellen van een realisatieovereenkomst. Daarin worden o.a afspraken met Rijkswaterstaat vastgelegd over de financiering, projectscope en planning. De realisatieovereenkomst is in concept gereed maar wordt niet eerder getekend dan dat er duidelijkheid is over de marktbijdrage en afspraken met de belastinginspecteur over BTW-compensatie.

De verdere projectuitwerking/voorbereiding is vanaf september 2020 opgepakt. Ter ondersteuning daarvan is een dienstencontract op de markt gezet en gegund. Per 1 november is de uitvoeringsorganisatie gestart. De uitvoeringstermijnen van het project zijn afhankelijk van nog nader te maken afspraken met de aannemer van de versterking van de Afsluitdijk. De provincie streeft naar realisatie van nieuwe verkeersbruggen in uiterlijk 2025. Indien mogelijk proberen we ook fase 2 in die periode te realiseren. Dit is mede afhankelijk van de marktbijdrage. Bestuurlijk is afgesproken het project uiterlijk in 2028 af te ronden.

Wat heeft het gekost?

Zoals gemeld aan de Staten bij behandeling van de BOK juni 2020 zijn de kosten op basis van de provinciale systematiek geraamd op € 180 miljoen. De regionale bijdrage daarin is € 69 miljoen. De totale Friese bijdrage is € 19,5 miljoen euro. Daarvan is € 15 miljoen al geregeld. € 4,5 miljoen zal nog aan PS worden voorgelegd als onderdeel van fase 2 van het project, zodra de marktbijdrage definitief is.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

  • 17 juni 2020 hebben Provinciale Staten besloten geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken voor de vaststelling van de Bestuursovereenkomst Sluis Kornwerderzand. PS hebben daarnaast een krediet van € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor fase 1. Dit wordt voor € 96,5 miljoen gedekt door het Rijk en € 3,5 mln. provinciaal geld.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

  • Project/bouwrisico’s; elk project kent risico’s in de voorbereiding- en bouwfase. Er moeten o.a nog diverse vergunningen worden aangevraagd. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen soms tot onverwachte neveneffecten leiden, zoals bv momenteel de PAS (Programma Aanpak Stikstof).
  • Financiering fase 2; De Waddenfondsaanvraag ligt momenteel voor ter besluitvorming bij het Waddenfonds. De beoogde marktbijdrageregeling is niet haalbaar. Met alle partijen wordt in gezamenlijkheid naar alternatieven gekeken. Begin 2021 verwachten we definitief duidelijkheid te hebben over de haalbaarheid daarvan.
  • Uitgangspunt is dat voor het regionale overheidsaandeel in de financiering de BTW compensabel of verrekenbaar is. Een voorstel hiervoor is in voorbereiding en wordt begin 2021 aan de belastingdienst voorgelegd. De afspraak is dat de belastinginspecteur daar binnen 6 weken op reageert. Definitieve zekerheid ontstaat pas na realisatie van het project, op basis van een eindafrekening die ter goedkeuring aan de inspecteur wordt voorgelegd.
  • In de bestuursovereenkomst is een uitgangspunt dat de aanpak van de geulen wordt geregisseerd door de provincie. Uit gesprekken met Rijkswaterstaat is inmiddels gebleken dat delen van geulen al gegund zijn aan marktpartijen. Dat heeft consequenties voor de regie door de provincie en mogelijk daarmee voor de doorlooptijd en de kosten voor de aanpak van de geulen. Gesprekken met Rijkswaterstaat en het Ministerie zijn gaande om tot een oplossing te komen, de eventuele financiële consequenties zijn daarbij ook onderwerp van gesprek.
  • Vertraging Rijksproject kan negatieve gevolgen hebben voor de gewenste mijlpaal om het project in 2025 op te leveren. De vertraging biedt echter ook kansen om meer synergie te creëren met het Rijksproject. Een externe adviescommissie is ingesteld om het Rijk en de regionale partijen daarover te adviseren.

8. Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus) programma 4 Economie

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
8 Innovatiecluster Drachten

Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?

Het Innovatiecluster Drachten is opgedeeld in vier fasen van twee jaar.

  • fase 1 (2013-2014): eerste aanzet geven voor het realiseren van een volwaardig innovatiecluster in Drachten. Accent ligt op het boeien en binden van personeel.
  • fase 2 (2015-2016): nadruk op doorontwikkeling van fase 1 en het realiseren van twee R&D projecten.
  • fase 3 (2017-2018) en fase 4 (2019-2020): opschalen naar nog meer ecosysteemfuncties, zoals precompetatieve gezamenlijke R&D in samenwerking met regionale onderzoeksinstellingen (UCF, NHL Hogeschool/Stenden, Hanzehogeschool, Windesheim, RUG, UT Twenthe).

Zwaartepunt in de vierde fase is gericht op het laten doorgroeien van het cluster naar 20-24 bedrijven waardoor er een soort Noordelijk vliegwiel met een as in Drachten ontstaat. Inmiddels zijn er 23 bedrijven uit de drie noordelijke provincies aangesloten bij het Innovatiecluster Drachten.

In de vierde en laatste fase van het project (2019-2020) bleef de nadruk liggen op de doorontwikkeling van het boeien en binden van personeel, aansluiten van regionale hbo en universitaire kennisinstellingen, gezamenlijke R&D projecten en shared facilities. Met name het vinden van geschikt personeel is een belangrijk aandachtspunt. De Mastertrack HTSM die door de RUG wordt ontwikkeld, speelt hierbij een belangrijke rol.

Een volgende stap is de noordelijke samenwerking in de Smart Industry Hub. Het ICD is het Friese onderdeel van deze noordelijke hub. Doel van deze hub is het meenemen van de regio Noord-Nederland in de digitalisering. Dit door Noordelijke bedrijven de kans te geven om met sparringpartners op niveau in Europa samen te werken, zodat de digitalisering van bedrijven en daarmee de regio versnelt. Inmiddels is de EFRO-aanvraag toegekend voor deze Smart Industry Hub.

Naast bovenstaande wordt ook gekeken naar een Med Tech cluster, die vanuit het ICD zijn oorsprong kan vinden.

Wat heeft het gekost?

Voor de vierde fase is op 18 december 2018 € 3.587.197,- beschikbaar gesteld. Er is toen ook besloten om een bedrag van € 538.400 beschikbaar te stellen voor de periode 2021-2022. Dekking hiervoor komt uit vrijval uit de eerdere fasen. De bijdrage van de provincie is maximaal 25% van de totale projectkosten. De gemeente Smallingerland draagt ook 25% bij, de overige 50% komt van de deelnemende bedrijven.

Voor de financiering na 2023 is een bedrijfsplan 2028 opgesteld. Voor dit bedrijfsplan moet nog noordelijke steun worden verkregen.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluiten over het Innovatiecluster Drachten genomen.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Een mogelijk risico is dat de inzet van de reeds participerende bedrijven zich reduceert, en daarmee ook de financiële inbreng, waardoor de geformuleerde doelstellingen van het project niet worden gehaald. Vooralsnog lijkt hier geen sprake van te zijn, ondanks de impact van de coronacrisis.

9.   Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel – Harlingen (programma 5. mienskip)

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
9 Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel - Harlingen

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

De geplande bouw van een gemaal in het deelgebied de Mieden is (opnieuw) fors vertraagd. De vertraagde aanbesteding zou in het najaar van 2020 plaatsvinden, maar verschuift naar het voorjaar van 2021. De vertraging hangt samen met bezwaren en klachten van grondeigenaren en een lastige technische uitwerking. De realisatie van het gemaal verschuift daarom van eind 2021 naar begin 2022. De uitvoering van het waterlopenbestek Herbaijum zal volgens planning in het voorjaar van 2021 klaar zijn. In dit bestek gaat het om verhoging van kades, verbreding van vaarten en sloten en aanleg van stuwen en duikers. Er zijn twee gemeentelijke landbouwwegen verbreed en drie grote inlaten gemaakt.

Het definitieve ruilplan (wettelijke herverkaveling) zou medio 2020 klaar zijn, maar is op 30 november 2020 door de bestuurscommissie afgerond. GS stelde het 19 januari 2021 vast en het legt ter inzage. Het op goede wijze rekening houden met landschappelijke waarden vroeg veel tijd. De gemeenten Waadhoeke en Harlingen hebben hiervoor op 15 december 2020 in een vastgestelde beleidsregel haar landschapsbeleid verduidelijkt. De afronding van het ruilplan, inclusief de financiële verrekening, loopt langer door. Die afronding blijft binnen de projectplanning tot 2024.

Wat heeft het gekost?

De totale uitgaven van provincie en betrokken partijen vanaf 2014 tot eind 2020 bedragen € 44,3 mln., waarvan € 4,3 mln. uitgaven in 2020.  De provincie draagt ongeveer 21,5% van de totale kosten bij. De uitgaven voor de uitvoering van maatregelen en de maatschappelijke plus bedragen samen € 28,6 mln. Tot de € 44,3 mln. behoort verder de aankoop van grond, in de periode 2014-2017, voor ongeveer € 14,1 mln. voor de wettelijke herverkaveling. De aangekochte grond met opstal is vooruitlopend op de wettelijke herverkaveling verkocht (€ 1,5 mln.) De door partijen en provincie beschikbaar gestelde budgetten voor de uitvoering van de maatregelen zijn toereikend om het plan uit te voeren.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

In 2020 heeft PS geen besluiten genomen. Op 23 mei 2012 hebben Provinciale Staten op basis van het ontwerp-inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen een bedrag van € 12,8 mln. beschikbaar gesteld. Op 18 oktober 2017 heeft PS de vierde planwijziging vastgesteld.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

De beoogde afronding van de verkaveling verschuift mogelijk van 2023 naar 2024. De projectkosten blijven binnen de planbegroting. Er is naast de planbegroting van € 50,5 mln. voor € 14,1 mln. aan grond en opstallen aangekocht. De opstallen en daarbij behorende grond zijn verkocht. De overige aangekochte gronden worden in het ruilplan ingebracht en verkocht.

De grondaankopen zijn tot nu toe gefinancierd uit de planbegroting. De bestuurscommissie heeft afgesproken de grond afzonderlijk van de planbegroting te financieren. Dit gaat om een bedrag van ruim € 8 mln. Zo kan een effectieve en efficiënte uitvoering van de maatregelen plaatsvinden. Op 30 november 2020 is hiervoor in de bestuurscommissie een voorstel voor de financiering van de grond afgesproken. In de planbegroting is geld gereserveerd voor mogelijke waardedaling van aangekochte grond en de (voor)financiering van grondaankopen. Het voorstel is begin 2021 aan GS ter vaststelling voorgelegd. GS verzorgt de voorfinanciering en de partijen betalen hier rente voor. De benodigde voorfinanciering was voorzien in gezamenlijke afspraken (november 2013) van de betrokken partijen in de bestuurscommissie.

Het mogelijke risico van vertraging door de coronacrisis is tot nu toe beperkt. Een ander risico ligt bij de wettelijke herverkaveling. Het rekening houden met landschappelijke waarden kan in een aantal situaties onvoldoende oplossingen bieden in de verkaveling. Dat kan later bij de ter inzagelegging leiden tot meer beroepen en daarmee vertraging en bijbehorende extra kosten. De kans op het zich voordoen van dit risico is redelijk groot.In 2019 staakte Frisia Zout BV haar zoutwinning bij winput BAS 3Orginal (nabij Sexbierum) vanwege technische problemen. De bestuurscommissie heeft op 30 november 2020 een rapport vastgesteld waaruit blijkt dat er geen gevolgen voor de planuitvoering te verwachten zijn.

10   Uitvoering natuuropgave (programma 3 Omgeving)

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
10 Uitvoering natuuropgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave.

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. Wij rapporteren over de uitvoering van het Natuurpact in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de verantwoording over het lopende begrotingsjaar. Daarnaast is inzicht nodig in de voortgang van de uitvoering over de gehele looptijd van het Natuurpact, met name voor de natuurontwikkelingsopgave. Om dit inzicht te kunnen bieden, nemen we het Natuurpact op in de paragraaf grote projecten. Naar aanleiding van het PS besluit op 10 juli 2019 is nu in de begroting 2020 een eerste aanzet gegeven voor de definitieve opzet van dit onderdeel.

M.b.t. de natuurontwikkelingsopgave is het beeld dat de realisatie van de afgesproken opgave niet alle gronden gerealiseerd gaan worden. Reden hiervoor is dat de gronden op basis van vrijwilligheid verworven moeten worden. Het verwerven van alle resterende grond op basis van vrijwilligheid gaat niet lukken.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

  • We gaan verder met de uitvoering van de ontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS.
  • In de begroting 2020 was aangegeven dat we twee projecten, namelijk: Swette de Burd en het LIFE project Alde Feanen, zouden afronden. De inrichting en de maatregelen zijn in 2020 afgerond. Voor beide projecten geldt dat de administratieve afronding in 2021 plaatsvindt. Door de PFAS en PAS zijn in 2019 een aantal projecten niet in uitvoering gekomen; deze projecten zijn in 2020 wel aanbesteed. Het betreft de uitvoering van: Beekdal Linde fietspad, Koningsdiep 3e module en Alde Feanen 3e module. De uitvoering van Beekdal Linde 3e module is doorgeschoven naar 2021. Daarnaast is gewerkt aan een aantal planvoorbereidingsprojecten. Vanwege de coronacrisis vertragen deze voorbereidingsprojecten, omdat voorlichting/communicatie met de omgeving lastig is en besluitvorming naar achteren schuift.
  • M.b.t. de verwerving van gronden binnen NNN lopen er diverse onderhandelingen, maar omdat dit een minnelijk traject betreft is het onzeker of deze onderhandelingen tot een aankoop komen en zo ja wanneer. In 2020 heeft dit geleid tot aankoop van 107 ha. Ook hier heeft de corona ervoor gezorgd dat het lastiger werken was doordat contact met grondeigenaren moeilijker was. Wel is in 2020 de Sefonsterpolder in Gaasterland overgedragen aan ’t Fryske Gea. De inzet is dat in 2021 meer verkopen gaan volgen.
  • In 2020 werkten wij in samenwerking met de partners van Natuer mei de Mienskip aan een vernieuwende aanpak van het natuurbeleid door pilots uit te voeren. Daarvoor een samenwerkingsorganisatie die volop aan de slag is. Er zijn twee gebiedspilots gestart met een voorverkenning. In het eerste pilotgebied Burgumer mar en De Leijen heeft dat een vervolg gekregen en wordt via een verkenning met het gebied een plan opgesteld. In het tweede pilotgebied bij het Sneekermeer zijn enkele concrete kansen voor realisatie van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) naar voren gekomen en die worden opgepakt, maar bleek een gebiedsproces geen haalbare weg. Er is inmiddels een nieuwe gebiedspilot opgestart die aansluit bij bestaande initiatieven.
    Om gebiedsprocessen te laten slagen zijn instrumenten nodig. Ook daar wordt aan gewerkt. Er is een set van instrumenten uitgewerkt die nieuw zijn of op vernieuwede wijze kunnen worden ingezet. De volgende stap is deze instrumenten in de praktijk te toetsen i.s.m. o.a. de gebiedscommissies.
    Ook is er inzet op fondsenwerving en het vinden van koppelkansen om extra middelen beschikbaar te maken voor het NNN. Er zijn in 2020 o.a. drie LIFE-aanvragen gedaan een vierde volgt in 2021.
    Er een leertraject opgezet in samenwerking met het ministerie van BZK om de leerervaringen in beeld te brengen en de pilotfase te kunnen evalueren. Het leertraject heeft inmiddels een 0-meting opgeleverd en begin 2021 volgt een tussenevaluatie.
    Vanwege de corona-maatregelen zijn de gebiedsbijeenkomsten voor de pilots meerder keren uitgesteld. De aanpak is daarom aangepast. Dat heeft gevolgen voor de planning en de kosten. GS hebben mede daarom ingestemd met het aanpassen van budget en planning. In 2021 zal blijken of er gevolgen zijn voor de kwaliteit van de resultaten en hoe groot deze zullen zijn.

Tabel met gerealiseerde en geprogrammeerde te realiseren ha’s in de natuurontwikkelingsopgave

Betreft periode 2020, peildatum 1/2/2021. Gebaseerd op scenario 4 en het scenario 5b van de Natuer mei de Mienskip

De hectares in deze tabel zijn gebaseerd op de berekeningen van scenario 4, de totale verwervings- en inrichtingsopgave en scenario 5b van de Natuer mei de Mienskip. Dit betekent dat we het programma uitvoeren conform besluit zoals PS dat 10 juli 2019 hebben genomen, dus binnen het beschikbare budget. De scenario’s zijn gebaseerd op de realisatie van de natuurontwikkelingsopgave n.a.v. het BMC rapport waarin werd geconstateerd dat er een tekort zou zijn op het totale Natuurpact. Scenario 4 gaat uit van de realisatie van het gehele NNN, scenario 5B van Natuer mei de Mienskip gaat uit van de realisatie van het NNN gebaseerd op het beschikbare budget.
NB: uit de tabel is te herleiden dat de geplande hectares niet worden gerealiseerd voor 2027, zie de laatste kolom. De belangrijkste reden hiervoor is dat op basis van vrijwilligheid niet alle hectares verworven kunnen worden.
NB: bij de ontwikkelopgave inrichting staat bij scenario 4 dat er 369 ha is gerealiseerd en bij scenario 5B dat er 0 ha is gerealiseerd. De reden hiervoor is dat de 369 ha al in uitvoering was voordat gestart werd met scenario 5B dat gebaseerd is op financiering vanaf 1-1-2018.

Wat heeft het gekost?

De uitvoering van de natuuropgave bestaat uit verschillende onderdelen. In het onderzoek naar de tekorten op het Natuurpact door BMC is geconstateerd dat er op verschillende onderdelen tekorten te verwachten waren. In het kader van het BMC-onderzoek is berekend dat het verwachte tekort in totaal op € 63 mln. uitkwam. Het beleid was om deze tekorten ten laste te brengen van de natuurontwikkelingsopgave, onder andere omdat kwaliteit voor kwantiteit van natuur gaat. Dit is ook het uitgangspunt geweest bij het PS besluit van 10 juli 2019.

Naar aanleiding van dit PS besluit is de programmering vorig jaar geactualiseerd. Dat wil zeggen dat de peildatum van zowel de inkomsten als de uitgaven is aangepast naar 1-1-2019. Na de besluitvorming in PS is de tabel geactualiseerd en zijn de tekorten op de andere onderdelen verrekend ten laste van de ontwikkelopgave. In de onderstaande tabel is de peildatum aangepast naar 1-1-2020. Deze nieuwe programmering staat in onderstaande tabel, inhoudelijk rapporteren we in deze paragraaf alleen over onderdeel 1, de natuurontwikkelingsopgave. Over de andere onderdelen wordt gerapporteerd in programma 3.1 bij het onderdeel natuur.

Tabel met programmering totale natuuropgave in nieuwe indeling op basis van het scenario 5b van de Natuer mei de Mienskip. Betreft periode 2014-2027, peildatum 1-1-2020

De vorige programmering kwam uit op een tekort van ca. € 1,4 mln. In de zomer van 2020 heeft er een actualisatie van de programmering plaatsgevonden en de geactualiseerde programmering komt uit op een plus van ca. € 3,7 mln. Deze plus wordt vervolgens ingezet op de natuurontwikkelingsopgave voor de realisatie van het NNN prioriteit 3 en 4. Belangrijkste reden voor het verschil t.o.v. de vorige programmering is de aanpassing van het rentepercentage van de grondvoorraad (per 1januari 2020 van 2,8% naar 0,17%). De hiervoor genoemde programmering is voor het onderdeel natuurontwikkelingsopgave gebaseerd op uitvoering van scenario 5B. Er is nog steeds een tekort als de gehele NNN gerealiseerd wordt.

Bij de uitwerking van de scenario’s voor de natuurontwikkelingsopgave is aangegeven dat er vanaf 1-1-2018 € 79 mln. beschikbaar is voor verwerving en nog te starten inrichtingsprojecten. Het bedrag van € 79 mln. is in bovenstaande tabel bij de ontwikkelopgave niet zo terug te vinden, omdat in het bedrag in de tabel ook het budget voor de lopende inrichtingsprojecten is opgenomen. Dit bedrag is over de verschillende kolommen bij de ontwikkelopgave verdeeld. In de 1e berap was aangegeven dat in de 2e berap een toelichting op de € 79 mln. wordt gegeven en hoe dit terug te vinden is in de bedragen in bovenstaande tabel. De inzichten zijn na het schrijven van de 1e Berap gewijzigd. Er wordt momenteel gewerkt aan een stresstest voor de gehele natuuropgave.
Deze stresstest geeft inzicht in de financiële voortgang en geeft tevens op basis van een scenario-analyse een prognose van de financiële ruimte, zodat duidelijk is of er het berekende budget dat beschikbaar is voor de realisatie van het resterende deel van het NNN nog actueel is. PS zal in de loop van 2021 geïnformeerd worden over de uitkomsten van de stresstest.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben de volgende besluiten genomen:

  • Op 1 juli 2020 zijn de evaluatiecriteria vastgesteld voor de beoordeling van de pilots van Natuer mei de Mienskip.
  • Op 27 mei 2020 is de grondnota vastgesteld. Relevant voor de natuurontwikkelingsopgave is dat besloten is dat er najaar 2020 een brief met de inzet van instrumentarium aan PS opgestuurd moet worden en dat volgend jaar een strategische nota m.b.t. de voortgang van de natuurontwikkelingsopave en inzicht in de onteigening t.b.v. natuur opgestuurd moet worden. De brief met inzet van instrumentarium is aan PS opgestuurd.
  • December 2020 is aan PS een brief met financiële voortgang Natuurpact opgestuurd.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

  • Tempo grondverwerving te laag Het tempo van de vrijwillige grondverwerving is te laag om de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 te behalen. Als maatregel kan worden gekozen om het instrument onteigening in te zetten om de laatste percelen, die nodig zijn om een groter gebied in te richten, sneller te verwerven. PS heeft in 2020 m.b.t. de onteigening gevraagd om een strategische nota op te stellen. Deze wordt in 2021 ter besluitvorming aan PS voorgelegd. Onteigening/schadeloosstelling brengt wel hogere kosten met zich mee wat op zichzelf weer een negatief effect heeft op het aantal ha’s dat kan worden gerealiseerd met het budget. PS is op 27 mei 2020 akkoord gegaan met de inzet van de grondbank. De inzet van de grondbank kan ook dienen om de grondverwerving te versnellen.
  • Risico op vertraging vanwege de Corona-maatregelen – Zie bij ‘wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt’
  • Tekorten op andere onderdelen van het Natuurpact komen mogelijk ten laste komen van € 79 mln. – De natuurontwikkelingsopgave is onderdeel van het Natuurpact. Binnen het Natuurpact is afgesproken dat er voldoende financiering moet zijn voor de andere onderdelen. En dat als er een tekort is binnen het Natuurpact dit ten laste komt van de € 79 mln. met als gevolg dat er minder NNN wordt aangelegd. In PS d.d. 10 juli 2019 is afgesproken dat indien dit aan de orde is, we dit ter goedkeuring aan u voorleggen en we 2x per jaar een risicoanalyse op het totale Natuurpact aan u opleveren.
  • Bij verdere uitwerking blijkt scenario 5b niet uitvoerbaar te zijn – scenario 5b vergt nog verdere uitwerking, er zijn nog vragen over de concrete uitvoerbaarheid, de tools en de governance. Daarom zullen er 3 pilots uitgevoerd worden. Het risico bestaat dat scenario 5b toch niet uitvoerbaar zal blijken. PS hebben besloten om in dat geval scenario 3+ als terugvaloptie te kiezen. Scenario 3+ is het scenario dat door de Provincie is opgesteld en dat gebaseerd is op de reguliere uitgangspunten.

11   Breed cofinancieringsbudget

Gewenste resultaten

Beleid

  • Het gewenste resultaat zoals in de begroting is gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald
  • Het voorgenomen gewenst resulaat zoals beschreven in de begroting is Inhoudelijk niet gehaald

Tijd

  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald
  • Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald
  • Het voorgenomen gewenste resulaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald

Geld

  • T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  • T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overschrijding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
  Beleid Tijd Geld
11 Breed cofinancieringsbudget

Verduidelijking
Na moeizame onderhandelingen tussen de Europese regeringsleiders is in juli 2020 een akkoord bereikt over de Europese meerjarenbegroting (het zgn. Meerjarig Financieel Kader) en over de Crisis- en Herstelplan voor de EU (NextGenerationEU. Uiteindelijk is hierover ook overeenstemming bereikt met het Europees Parlement. Het MFK 2021-2027 beloopt een bedrag van € 1.074 miljard, bij NextGenerationEU gaat het om € 750 miljard.

Op dit moment zijn de trilogen gaande (onderhandelingen tussen EU parlement, EU raad en de EU commissie). Voor de zomer 2021 wordt een akkoord verwacht wat leidt tot de definitieve randvoorwaarden voor de lidstaten. Tegelijkertijd wordt dan duidelijk welke Europese middelen beschikbaar zullen worden gesteld. De start van het nieuwe programma GLB-NSP als opvolger van POP3 staat gepland voor 2023. In de tussenjaren 2021 en 2022 wordt gebruikt gemaakt van de transitieperiode POP3+. De minister heeft voor 2021 en gaat voor 2022 zorgen voor voldoende financiering van de transitieperiode POP3+. Dit vindt plaats door inzet bestaand GLB financiering, nationale en provinciale cofinanciering en door diverse overhevelingsgelden (100% EU geld) uit pijler 1 van het GLB. De provinciale cofinancieringsmiddelen zijn vooralsnog voldoende voor de pijplijnprojecten.

Binnen Nederland is eind november 2020 overeenstemming bereikt tussen de landsdelen en staatssecretaris Keijzer van EZK over de verdeling van de middelen voor EFRO en het Just Transition Fund. Voor Noord-Nederland is in de periode 2021-2027 een bedrag van € 108 mln. EFRO beschikbaar. Daarnaast komt er via het JTF een bedrag van € 330 mln. beschikbaar, dat grotendeels in de provincie Groningen zal landen, maar ook uitstraling kan hebben naar Fryslân. Verder krijgt Noord-Nederland in 2021 een bedrag van ca. € 45 mln. uit de zgn. ReactEU-middelen (onderdeel van NextGenerationEU). Deze zullen beschikbaar komen via de EFRO-systematiek en zijn vooral gericht op het MKB.

Werkwijze breed cofinancieringsbudget
In 2018 hebben de Staten ingestemd met het instellen van een reserve breed cofinancieringsbudget. Met dit breed cofinancieringsbudget is meer flexibiliteit in de begroting gecreëerd.

Hierbij is de volgende werkwijze afgesproken:

  • Het betreft cofinancieringen van specifieke (Europese) programma’s die door de Staten expliciet benoemd zijn/worden.
  • Het breed cofinancieringsbudget is als GS voorwaardelijk budget opgenomen in het begrotingsprogramma algemene dekkingsmiddelen.
  • Op basis van concrete projecten worden de middelen via een GS besluit overgeheveld naar de betreffende inhoudelijke begrotingsprogramma’s waar ook de verantwoording plaats vindt.
  • Er is een bestemmingsreserve ‘breed cofinancieringsbudget’ ingesteld waarbij de vorming en beschikking over de reserve bij de jaarovergang door het college kan worden uitgevoerd op dezelfde manier als dit voor de tijdelijke budgetten gebeurt. Hiermee blijft gewaarborgd dat de cofinancieringsmiddelen beschikbaar blijven voor de gehele looptijd van de programma’s. Deze looptijd zal overigens per programma verschillend zijn.
  • De programma’s mogen tot maximaal 10% over gecommitteerd worden waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat de hoogte van het percentage afhankelijk is van de potentiële lagere vaststelling bij projecten die in uitvoering zijn.
  • Het risico van een benodigde hogere cofinancieringsbijdrage vanuit de provincie bij vaststelling van de subsidie door de (Europese) partner moet opgevangen worden binnen het breed cofinancieringsbudget.

PS besluiten

  • Op 31 oktober 2018 hebben Provinciale Staten de notitie vereenvoudiging financieel beleid vastgesteld. Onderdeel hiervan vormde het instellen van een breed co-financieringsbudget.
  • Op 26 juni 2019 hebben Provinciale Staten het bestuursakkoord 2019-2023 vastgesteld waarin extra middelen voor het breed cofinancieringsbudget waren opgenomen.

Overzicht Breed cofinancieringsbudget
In deze paragraaf wordt het totaal overzicht van het cofinancieringsbudget gepresenteerd inclusief het onderscheid in de verschillende (Europese) programma’s. Hiermee is inzichtelijk wat de stand is van zowel het totale budget als het budget voor de onderliggende programma’s.

De overzichten zijn verdeeld in 2 groepen namelijk:

  • projecten die vóór 1 augustus 2019 zijn gestart en die per 1 april 2020 nog niet zijn vastgesteld.
  • lopende projecten die na 1 augustus 2019 zijn gestart.

Deze laatste groep projecten levert een bijdrage aan het resultaat 59 uit het bestuursakkoord:
Resultaat 59: we halen minimaal 130 mln. aan Europese middelen binnen die bijdragen aan de brede Friese welvaart.”
Door dit onderscheid sluiten we niet helemaal meer aan bij de Europese programmaperiode die loopt van 2014-2020.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluit genomen.

Opbouw het breed cofinancieringsbudget
Het breed cofinancieringsbudget is onderverdeeld in drie onderwerpen, namelijk enerzijds twee onderwerpen gericht op Europese programma’s, te weten 1)‘EFRO-OP, Interreg, e.a.’ en 2) ‘POP3 en de opvolger van dat programma GLB-NSP’. Als derde de cofinanciering voor het ‘IKW en Waddenfondstenders’.  

Financiële stand van zaken 

Opbouw reserve breed cofinancieringsbudget

  • Bedragen x € 1.000
  • Europese programma’s Efro-ez/Interreg
  • IKW/Waddenfonds*
  • POP3
  • Totaal
  • Stand per 1-1-2020
  • 10.408
  • 0
  • 16.840
  • 27.248
  • Stand per 31-12-2020
  • 3.961
  • -1.492
  • 13.708
  • 16.177
 * Met ingang van 2020 wordt het cofinancieringsbudget IKW/Waddenfonds afzonderlijk weergegeven.
Het negatieve saldo eind 2020 wordt veroorzaakt door de stelselwijziging lastneming subsidies waardoor subsidielasten naar voren zijn gehaald. Bij de 1e berap 2021 zal de reserve aangevuld worden door de budgetten in de komende jaren af te ramen.

Toelichting
De cofinancieringsbijdrage is in de meerjarenbegroting opgenomen. Wanneer deze in het jaar zelf niet tot besteding komt, dan vloeien de restant middelen naar de reserve. Voor een deel zal dit al belegd zijn met verplichtingen voor projecten/maatregelen die nog in uitvoering zijn. Aan het eind van dit onderdeel is een overzicht opgenomen van de co-financieringsmiddelen die nog inzetbaar zijn in deze collegeperiode.

Voor de rapportage van het aantal projecten en de bijbehorende kosten en bijdrage-verdeling maken wij onderscheid tussen de vorige en huidige collegeperiode. Dit doen wij omdat in het bestuursakkoord het volgende resultaat is opgenomen:

Resultaat 59: we halen minimaal 130 mln. aan Europese middelen binnen die bijdragen aan de brede Friese welvaart.”
Ook dragen wij daarmee bij aan de aan de beleidsbrief Fryslân en de daarin opgenomen integrale inhoudelijke resultaten uit het bestuursakkoord waarop het Friese Europabeleid is gericht.
Voor de monitoring daarvan is het gewenst om in deze paragraaf dat onderscheid aan te brengen waarmee we niet helemaal meer aansluiten bij de Europese programmaperiode die loopt van 2014-2020.

Projecten collegeperiode 2015-2019

Europese programma’s

Hieronder is een overzicht gegeven van de projecten die gestart zijn in de vorige collegeperiode (voor 1-8-2019) en die op 31 december 2020 nog niet waren vastgesteld door Europa. In het overzicht zijn de totale kosten opgenomen van de nog lopende projecten en de bijdrageverdeling daarvan. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal projecten voor het gehele noorden zijn en dat niet de gehele bijdrage van de EU in onze provincie terecht komt. De bijdrage die wij ontvangen is daarom apart weergegeven.

  • Europees programma (bedragen x €1.000)
  • Programma 2007-2013
  • Creative Europe
  • Programma 2014-2020
  • EFRO-EZ
  • Interreg VA
  • Interreg North Sea
  • Interreg Europa
  • Horizon 2020
  • Creative Europe
  • Erasmus +
  • Overige EU fondsen
  • Overig
  • Fryslân fernijt (restant)
  • SNN regeling KEI
  • SNN regeling VIA
  • Totaal EU programma’s
  • Aantal vastgesteld
  • 1
  • 8
  • 7
  • 3
  • 2
  • 4
  • 25
  • Aantal lopend
  • 1
  • 20
  • 17
  • 7
  • 9
  • 6
  • 1
  • 5
  • 11
  • 1
  • 1
  • 1
  • 80
  • Project omvang
  • 206
  • 32.664
  • 85.145
  • 64.298
  • 14.464
  • 24.684
  • 205
  • 2.305
  • 9.600
  • 10
  • 4.500
  • 13.500
  • 251.581
  • Europese subsidie
  • 103
  • 12.113
  • 41.244
  • 31.547
  • 12.295
  • 24.684
  • 102
  • 2.060
  • 4.860
  • 0
  • 4.500
  • 13.500
  • 147.008
  • Europese subsidie Fryslân
  • 103
  • 7.132
  • 3.848
  • 2.875
  • 2.087
  • 6.703
  • 102
  • 983
  • 1.502
  • 0
  • 1.500
  • 4.500
  • 31.335
  • Cofinanciering Provincie
  • 103
  • 2.339
  • 994
  • 1.546
  • 268
  • 0
  • 102
  • 39
  • 233
  • 10
  • 0
  • 0
  • 5.634
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 206
  • 18.899
  • 7.365
  • 6.477
  • 2.456
  • 6.703
  • 205
  • 1.228
  • 2.072
  • 10
  • 1.500
  • 4.500
  • 51.621

POP3

Het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) maakt sinds 2000 deel uit van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De Europese Commissie heeft op 16 februari 2015 het nationaal plan van Nederland voor het POP3-programma goedgekeurd. Het programma is gemaakt in een samenwerking van het Ministerie van Economische zaken, de 12 provincies en landbouw- en natuurorganisaties. POP3 richt zich op 5 thema’s:

  • versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht
  • jonge boeren
  • natuur en landschap
  • verbetering van waterkwaliteit
  • LEADER (versterken landelijk gebied)

De provincies bepalen zelf op welke thema’s ze de nadruk leggen.

In onderstaand overzicht zijn de maatregelen uit het POP3 programma aangegeven inclusief de totale kosten van de lopende projecten en de bijdrageverdeling.

  • Bedragen x € 1.000
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5a
  • 5b
  • 6a
  • 6b
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10a
  • 10b
  • 10c
  • POP3 Maatregel
  • Trainingen, workshops
  • Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering landbouwbedrijven
  • Jonge landbouwers
  • Proceskosten kavelruil
  • Niet productieve investeringen biodiversiteit
  • Niet productieve investeringen PAS *
  • Niet productieve investeringen water
  • Niet productieve investeringen water internationale doelen
  • Samenwerking voor innovaties
  • Samenwerking in het kader van EIP
  • Leader
  • ANLB *
  • ANLB blauwe diensten
  • Behoude akker- en weidevogels
  • Overgangsmaatregelen POP2
  • Uitvoeringskosten
  • Totaal POP3
  • Aantal vastgesteld
  • 0
  • 30
  • 61
  • 0
  • 0
  • 0
  • 1
  • 3
  • 0
  • 2
  • 5
  • Aantal lopend
  • 12
  • 41
  • 88
  • 1
  • 2
  • 4
  • 15
  • 5
  • 18
  • 9
  • 24
  • Totale kosten
  • 2.748
  • 2.076
  • 1.470
  • 1.750
  • 4.265
  • 5.957
  • 20.075
  • 8.407
  • 4.042
  • 1.318
  • 3.937
  • 97.946
  • 2.900
  • 2.288
  • 6.054
  • 9.000
  • 174.231
  • Bijdrage EU
  • 1.374
  • 1.038
  • 735
  • 875
  • 2.133
  • 2.978
  • 10.037
  • 8.407
  • 2.021
  • 659
  • 1.991
  • 63.310
  • 1.450
  • 2.288
  • 6.054
  • 744
  • 106.094
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.374
  • 1.038
  • 735
  • 875
  • 2.133
  • 2.978
  • 0
  • 2.021
  • 659
  • 1.970
  • 34.636
  • 0
  • 0
  • 0
  • 8.256
  • 56.674
  • Bijdrage Overig
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 10.037
  • 0
  • 0
  • 0
  • 21
  • 0
  • 1.450
  • 0
  • 0
  • 0
  • 11.508
* De provinciale cofinancieringsbijdrage bij deze maatregelen wordt geleverd vanuit de natuurpactgelden.

Waddenfonds

Naast de cofinanciering van Europese programma’s levert de provincie ook een cofinancieringsbijdrage aan door het Waddenfonds gesubsidieerde programma’s en projecten. Eind 2016 hebben Provinciale Staten van de drie Waddenprovincies het Investeringskader Waddengebied 2016 – 2026 vastgesteld. Doel is om via dat  Investeringskader robuuste meerjarige programma’s en projecten voor de versterking van de economie en ecologie van het Waddengebied van de grond te krijgen en succesvol te realiseren. Het investeringskader Waddengebied richt zich daarbij op 6 majeure opgaven, waarvoor verwezen wordt naar www.investeringskaderwaddengebied.nl

Sindsdien betreft de provinciale cofinanciering van met Waddenfondsmiddelen gesubsidieerde programma’s en projecten twee (in plaats van één) categorieën. Ten eerste de gebruikelijke cofinanciering van projecten die via de (reguliere) Waddenfondstenders lopen en ten tweede de cofinanciering van robuuste meerjarige programma’s en projecten die invulling geven aan het Investeringskader Waddengebied.

In onderstaand overzicht staat de totale cofinanciering vanuit de provincie Fryslân van met Waddenfonds middelen gesubsidieerde programma’s en projecten die gestart zijn in de vorige coalitieperiode en nog niet zijn vastgesteld per 31 december 2020.

  • (bedragen x €1.000)
  • Waddenfonds tenders
  • Investeringskader waddengebied
  • Totaal waddenfonds
  • Aantal vastgesteld
  • 21
  • 1
  • 22
  • Aantal lopend
  • 13
  • 2
  • 15
  • Totale kosten
  • 33.985
  • 9.936
  • 43.921
  • Bijdrage Waddenfonds
  • 24.123
  • 5.433
  • 29.556
  • Cofinanciering Provincie
  • 4.751
  • 1.229
  • 5.980
  • Bijdrage Overig
  • 5.109
  • 3.274
  • 8.383

Bestuursakkoord 2019-2023

Het Bestuursakkoord gaat uit van het centrale begrip ‘brede welvaart’ en kiest voor intensivering van de Friese inzet op Europa. Het binnenhalen van meer Europese middelen in deze collegeperiode is de meest tastbare vertaling van deze grotere inzet.

De intensivering van de inzet op Europa heeft een tweeledige achtergrond:

  • Inhoudelijk: meer aanhaken bij Europese ambities stelt Fryslân beter in staat de eigen doelen te realiseren. We verbreden onze horizon, worden erop gevergd onze doelen scherper te formuleren, meer samen te werken met andere regio’s in Europa en bij te dragen aan Europese doelstellingen. Projecten die een beroep kunnen doen op Europese middelen, opereren steevast in een omgeving van internationale concurrentie en worden beoordeeld op excellentie. We worden hierdoor voortdurend uitgedaagd het beste uit onszelf te halen
  • Financieel: door de krimpende provinciale begroting wordt het binnenhalen van meer Europese middelen steeds urgenter.

We willen dit realiseren via:

  • Door gericht uit te blinken in Friese sterke punten als Watertechnologie, Circulaire Economie, de Maritieme sector en Natuurinclusieve Landbouw – waar Fryslân goed in is en echt iets kan bijdragen aan de Europese ambities – willen we ook een groter beroep doen op Europese middelen. Op basis daarvan ontwikkelen we projecten rondom deze onderwerpen en halen daarmee extra Europese middelen naar Fryslân.”
  • Onze belangrijkste partner buiten de landsgrenzen is de Europese Unie zelf. We stellen ons de komende jaren als een open partner op tegenover Europa en stoppen meer menskracht en tijd in de verbinding met Europa. Daarbij blijven wel altijd onze eigen Friese doelen uitgangspunt. Op veel terreinen dragen we daarmee ook bij aan de doelen van Europa. 

Projecten collegeperiode 2019-2023

Hieronder is een overzicht gegeven van de projecten gestart na 1 augustus 2019 per Europees programma met daarbij de totale kosten en de bijdrageverdeling daarvan. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal projecten voor het gehele noorden zijn en dat niet de gehele bijdrage van de EU in onze provincie terecht komt. De bijdrage die wij ontvangen is daarom apart weergegeven.

  • Europees programma (bedragen x €1.000)
  • Programma 2019-2023
  • EFRO-EZ
  • Interreg VA
  • Interreg Europe
  • Erasmus+
  • Horizon 2020
  • LIFE
  • Totaal EU programma’s
  • Aantal
  • 12
  • 7
  • 2
  • 6
  • 2
  • 2
  • 31
  • Project omvang
  • 32.279
  • 4.939
  • 1.292
  • 8.429
  • 9.268
  • 5.600
  • 61.808
  • Europese subsidie
  • 16.217
  • 2.477
  • 180
  • 7.179
  • 6.973
  • 2.960
  • 35.987
  • Europese subsidie Fryslân
  • 6.021
  • 430
  • 79
  • 1.381
  • 2.438
  • 2.640
  • 12.990
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.354
  • 241
  • 54
  • 93
  • 2.000
  • 3.743
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 12.279
  • 1.097
  • 234
  • 1.690
  • 3.017
  • 2.640
  • 20.955

Verduidelijking

Interreg A, grensoverschrijdende samenwerking: Duitsland-Nederland.
De provincie is een van de 15 partners in dit interregionale Europese programma langs de Nederlands-Duitse grens. Het lopende programma Interreg V A D-NL 2014 – 2020 is zo goed als besteed voor beide prioriteiten, te weten innovatieve projecten en projecten die de grensbarrière verlagen. Er zijn in 2020 nog drie projecten met Friese cofinanciering toegekend door de Stuurgroep EDR Interreg V A op het gebied van Waterstof op de eilanden, Kunstmatige intelligentie en om de maritieme sector als opleiding te promoten in het Noorden. De projecten van Interreg V A moeten eind 2022 hun eindrapport hebben ingediend bij het programma. De provincie Fryslân is sinds het derde kwartaal actief betrokken bij de voorbereiding van het nieuwe programma Interreg VI A Duitsland- Nederland 2021-2027.

Interreg B, transnationale samenwerking. Het jaar 2000 heeft veel invloed op de programma’s gehad. Covid maar vooral de BREXIT hebben hun uitwerking gehad op het Noordzee programma, waar Fryslân onderdeel van is. Er is gelobbyd om Noord-Nederland ook onderdeel te laten worden van het Noordwest-Europa gebied. Eind 2020 is duidelijk geworden dat een deel van Noord-Frankrijk toegevoegd is aan het Noordzee gebied (door het uitreden van het Verenigd Koninkrijk) en dat de lobby van Noord-Nederland succes heeft gehad: heel Nederland is nu onderdeel van het Noordwest-Europa programma.  De start van de programma’s zal op zijn vroegst eind 2021 zijn. Er is begin 2021 nog een kleine call voor projecten in het Noordzee programma.

Interreg Europe. Het Interreg Europe programma denkt begin 2022 nieuwe projecten te kunnen subsidiëren. De budgettaire omvang van de nieuwe Interreg programma’s is nog niet definitief bekend.

Horizon 2020:
Horizon 2020 is een zeer groot EU Onderzoeks- en Innovatieprogramma met bijna 80 miljard Euro over de afgelopen zeven jaar (2014 – 2020). De internationale concurrentie bij Horizon 2020 is zeer hoog. Alleen excellente projecten van uitgebalanceerde internationale consortia worden gehonoreerd. De afgelopen jaren en ook in 2020 zijn Friese partijen zoals bijvoorbeeld Wetsus en andere partners in WaterCampus Leeuwarden er in geslaagd om te participeren in Horizon 2020 projecten. Dit heeft weinig invloed op het provinciale co-financieringsbudget, Bij Horizon 2020 is geen of nauwelijks cofinanciering van de provincie nodig.

Het nieuwe Horizon 2020 programma zal Horizon Europe heten. De start van het nieuwe programma is begin 2021. Het budget van Horizon Europe (€ 97,6 miljard) wordt door de Europese Commissie opgedeeld in drie pijlers: Excellence Science, Global Challenges & European Industrial Competiveness en Innovative Europe. Bij Horizon 2020 waren de drie pijlers: Excellent Science, Industrial Leadership en Societal Challenges.

LIFE:
Zowel de provincie als ettelijke Friese partijen, actief in agrarisch natuurbeheer en natuur-inclusieve landbouw, hebben in 2020 de kans gegrepen om deel te nemen aan twee LIFE aanvragen, Grassbird Habitat Management en All4 Biodiversity (meer in voorbereiding). Beide projecten hebben een doorlooptijd van 10 resp. 5 jaar. Deze projecten bieden de mogelijkheid voor de provincie om met genoemde thema’s op Europese podia zichtbaarder te worden. Dit leidde afgelopen najaar al tot voorbereiding van de HORIZON Europe aanvraag, REAL4Impact, onder leiding van landbouwuniversiteit Wageningen (WUR), gericht op de Biodiversity Strategy van de EU Green Deal.

Creative Europe
Het nieuwe Creative Europe programma (€ 1,8 miljard) is inmiddels goedgekeurd en is van start gegaan op 1-1-2021

Erasmus+
Met een budget van meer dan € 26 miljard zal het nieuwe (goedgekeurde) programma nog inclusiever en innovatiever worden, en zal worden gefocust op belangrijke thema’s als digitalisering en ‘Green Erasmus+’ (duurzaamheid, milieu en klimaat.

Regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren voor Noord-Nederland (MIT)
Voor de uitvoering van de regeling MIT ontvangen wij een Rijkssubsidie. De verplichte cofinanciering vanuit de provincie komt vanuit het breed cofinancieringsbudget vandaar dat wij deze regeling ook in deze paragraaf weergeven.

  • Regeling (bedragen x €1.000)
  • MIT 2020
  • Totaal MIT
  • Aantal
  • 1
  • 1
  • Project omvang
  • 6.000
  • 6.000
  • Rijkssubsidie
  • 3.000
  • 3.000
  • Rijkssubsidie Fryslân
  • 1.120
  • 1.120
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.120
  • 1.120
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 2.240
  • 2.240

POP3
Het huidige POP3 programma loopt nog door t/m 2020. In onderstaand overzicht zijn de maatregelen uit het lopende POP3 programma aangegeven die gestart zijn na 1 augustus 2019 inclusief de totale kosten en de bijdrageverdeling. De uitvoering van deze maatregelen vindt de komende jaren nog plaats.

  • Bedragen x € 1.000
  • 3
  • 9
  • 10a
  • POP3 Maatregel
  • Jola regeling
  • Leader
  • ANLB
  • Totaal POP3
  • Totale kosten
  • 1.080
  • 2.051
  • 1.390
  • 4.521
  • Bijdrage EU
  • 540
  • 1.026
  • 943
  • 2.508
  • Cofinanciering Provincie
  • 540
  • 1.026
  • 448
  • 2.013
  • Bijdrage Overig
  • 0

POP3+ en GLB-NSP
De start van het nieuwe programma GLB-NSP als opvolger van POP3 staat gepland voor 2023 waardoor er een transitieperiode POP3+ komt in de jaren 2021 en 2022. De provinciale cofinancieringsmiddelen zijn vooralsnog voldoende voor de pijplijnprojecten.

Waddenfonds
Het brede cofinancieringsbudget is tevens bedoeld voor provinciale cofinanciering (subsidies) voor de regeling Cofinanciering Waddenfonds Fryslân. (zie tevens eerdere toelichting in deze paragraaf).

Het overzicht van de lopende projecten die gestart zijn na 1 augustus 2019 is hieronder weergegeven met ook hierbij de totale kosten en de bijdrageverdeling.

  • (bedragen x €1.000)
  • Waddenfonds tenders
  • Investeringskader Waddengebied
  • Totaal waddenfonds
  • Aantal
  • 3
  • 8
  • 11
  • Totale Projectomvang
  • 2.573
  • 35.240
  • 37.813
  • Bijdrage Waddenfonds
  • 1.400
  • 19.589
  • 20.989
  • Cofinanciering Provincie
  • 409
  • 2.596
  • 3.005
  • Bijdrage Overig
  • 763
  • 13.054
  • 13.818

Risico’s

  • De middelen uit het ELFPO (Europees fonds voor Plattelandsontwikkeling) zal naar verwachting ook gekort gaan worden na het vaststellen van het MFK. Naast de gecalculeerde korting door het vertrek van lidstaat Engeland, is er ook zorg over een korting nav het ‘level playing field’ met betrekking tot de hectare premies voor agrarische ondernemers. Landen als Polen, onder leiding van EU commissaris Wojciechowski, vinden de hectare vergoeding in Nederland gelijk getrokken zou moeten worden met de rest van de lidstaten. Dit kan in het ergste geval leiden tot een reductie van 25 % van het pijler 1 budget. Deze zorgen blijken na de vaststelling van het MFK in juli 2020, deels ongegrond. Wat de exacte financiële gevolgen zijn is nu nog niet door te rekenen. De budgetten van het POP3 spoor wat in de transitieperiode tussen POP3 en GLB – NSP georganiseerd is, worden voortgezet door een landelijke (LNV) en een IPO bijdrage van 2 maal 12 mln extra om de korting na vaststelling MFK op te vangen. De GLB verordening wordt in Nederland vertaald naar een Nationaal Strategisch Plan (NSP). Binnen het NSP worden de doelen vertaald in doelgerichte betalingen voor het leveren van maatregelen / diensten op het gebied van de 3 hoofdthema’s van het GLB, sectorale steun, groenblauwe diensten en leefbaar platteland. De start GLB – NSP staat vooralsnog gepland vanaf 2023. Huidige situatie ELFPO (POP3): 28 lidstaten, 58 miljard euro (2018). Waarvan 888 miljoen euro (NL). Nieuwe geschatte begroting MFK 52 miljard euro (2021 ?, waarvan 770 miljoen euro (NL).
  • Het beschikbare budget voor provinciale cofinanciering is vooralsnog voldoende voor de pijplijnprojecten. Wel is de verwachting dat vanaf 2022 er aanvullende middelen noodzakelijk zijn, hiervoor zal te zijner tijd een voorstel worden voorgelegd.

Inzetbaar deel cofinancieringsbudget
De volgende provinciale cofinancieringsmiddelen zijn per 31 december 2020 nog beschikbaar voor de projecten die in de collegeperiode starten:

  • Programma (bedragen x € 1.000)
  • Europese programma’s waaronder Efro-EZ/Interreg
  • GLB-NSP (POP4)
  • Investeringskader Waddengebied/Tenders Waddenfonds
  • Totaal beschikbaar
  • Cofinancieringsbudget
  • 6.084
  • 16.000
  • 11.515
  • 33.599

12 Corona maatregelen Provincie

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
12 Corona maatregelen Provincie

Door corona heeft het begrip `Geluk op 1’ nog meer betekenis en richting gegeven aan onze bestuurlijke verantwoordelijkheden. Corona heeft een grote impact op de Friese mienskip. Sinds half maart 2020 zijn er diverse maatregelen getroffen door het college waarvan wij u periodiek op de hoogte hebben gesteld via corona update brieven. In deze paragraaf geven wij een kort overzicht van de getroffen financiële maatregelen.

In maart 2020 hebben wij het besluit genomen dat onze bijdrage in het openbaar vervoer gestand blijft ook al wordt het aantal reizigers niet meer gehaald vanwege de Rijks maatregelen. Ook hebben wij besloten dat wij coulant zullen omgaan met de gesubsidieerde activiteiten en instellingen wanneer zij vanwege de corona maatregelen hun prestatie niet (geheel) kunnen leveren. In deze maand is de voucherregeling MKB Fryslân uitgebreid met een extra subsidiabele activiteit namelijk het omscholen of bijscholen van werknemers die gericht is op het versterken of vergroten van de inzetbaarheid van deze medewerkers binnen de organisatie van de subsidieontvanger. Daarnaast zijn de volgende maatregelen genomen om het bedrijfsleven tegemoet te komen: uitstel aflossing MKB kredieten, betaaltermijn van 21 naar 7 dagen, 1e lijn service via Ynbusiness en het samen optrekken met het Rijk in borgstelling MKB (BMKB).

In april 2020 zijn vooruitlopend op het corona budget een aantal subsidieregelingen opengesteld. Er is een subsidieplafond van € 1 mln. opengesteld door de 3 noordelijke provincies voor de EFRO-EZ regeling gericht op kennisontwikkeling (onderzoek) en innovatie op het gebied van de huidige gezondheidscrisis rond het corona virus. Daarnaast is via het Kansfonds € 100.000,- per jaar in de periode 2020-2023 beschikbaar gesteld voor de subsidieregeling “Lok op ien”. Vanuit het IMF budget is € 50.000,- beschikbaar gesteld voor kleine eenzaamheids- en leefbaarheidsinitiatieven. De FOM heeft een kredietregeling met een plafond van € 2 mln. opengesteld voor bedrijven die door corona zijn getroffen en waar de bank geen (extra) financiering aan kan verstrekken.

In mei heeft u bij de 1e berap 2020 een budget van € 5 mln. beschikbaar gesteld voor de coronamaatregelen. Uit bestaande budgetten wordt voor de herstelmaatregelen nog € 4,9 mln. gehaald waarmee een totaalbudget van € 9,9 mln. beschikbaar is.

De stand van de openstellingen van regelingen op 1 februari 2021 vanuit de € 9,9 mln. is als volgt:

  • Onderdeel
  • Arbeidsmarkt
  • 1. Opleidingsvoucher
  • 2. Begeleidings-voucher
  • 3. Facilitering arbeidsmarkt
  • Innovaties
  • 4. Innovatiematrix
  • 5. Nieuwe economie challenge
  • 6. Toekomst gericht investeren
  • 7. Faciliteren innovaties
  • Vestigingsklimaat/vitaliteit
  • 8. Actieplan recreatie en toerisme
  • 9. Actieplan leefbaarheid
  • 10. Actieplan cultureel
  • Aanvullende projecten ter versterking
  • Vrijval 2020
  • Omschrijving
  • Totaal beschikbaar
  • Subsidieregeling arbeidsmarktscholing
  • Uitvoeringskosten SNN
  • Subsidieregeling stageplaatsen
  • Uitvoeringskosten SNN
  • Subsidieregeling
  • Subsidieregeling
  • Proces en uitvoeringskosten
  • Subsidieregeling tender
  • Proces en uitvoeringskosten
  • Subsidieregeling
  • Proces en uitvoeringskosten
  • Subsidieregeling/subsidies
  • Subsidieregeling COVID-19 maatregelen VTE sector Fryslân
  • Aanvullende boekjaarsubsidie merk Fryslân
  • Kwijtschelding huur afsluitdijkwaddencentrum
  • Uitvoeringskosten SNN
  • Cofinanciering marketing
  • Subsidieregeling COVID-19 maatschappelijke sector
  • Uitvoeringskosten
  • Sportverenigingen zomeractiviteiten
  • Cofinanciering OCW-middelen Fries Museum en filmhuis Slieker, kleinere culturele initiatieven
  • Budget
  • Proceskosten
  • Budget blockbuster
  • Steun lokale Friese media
  • Subsidieregeling duurzaamheid
  • Subsidieregeling retail
  • Subsidieregeling Wolkom Tus
  • Totalen
  • Nog inzetbaar
  • Totaal
  • 9.900.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 550.000
  • 200.000
  • 650.000
  • 550.000
  • 890.000
  • 1.000.000
  • 180.000
  • 45.300
  • 250.000
  • 124.700
  • 375.000
  • 35.000
  • 50.000
  • 250.000
  • 300.000
  • 250.000
  • 100.000
  • 1.000.000
  • 950.000
  • 1.500.000
  • 9.900.000
  • Ingezet coronabudget
  • 5.000.000
  • 300.000
  • 25.000
  • 400.000
  • 25.000
  • 150.000
  • 50.000
  • 550.000
  • 100.000
  • 500.000
  • 50.000
  • 380.000
  • 700.000
  • 180.000
  • 45.300
  • 375.000
  • 25.000
  • 50.000
  • 256.300
  • 150.000
  • 15.000
  • 100.000
  • 4.426.600
  • 354.000
  • 219.400
  • Ingezet extra uit bestaande budgetten
  • 4.900.000
  • 300.000
  • 250.000
  • 1.000.000
  • 1.550.000
  • 3.350.000

Compensatie schade decentrale overheden door het Rijk

In 2020 heeft het Rijk de provincies gecompenseerd met € 1,4 mln. voor de coronaschade op het gebied van cultuur. Dit bedrag is gebaseerd op een inventarisatie van de schade tot 1 juni 2020 onder de provinciaal gesubsidieerde instellingen. Inmiddels is dit bedrag uitgekeerd aan betreffende instellingen.

Daarnaast hebben wij een bedrag van € 4,8 mln. ontvangen als beschikbaarheidsvergoeding 2020 voor de concessiehouder openbaar vervoer. Dit bedrag is gebaseerd op een opgave van de concessiehouder over de periode van 15 maart tot 31 december 2020.

Momenteel wordt de schade geïnventariseerd bij de culturele instellingen voor de periode na 1 juni 2020 t/m 2021. Ook voor het openbaar vervoer is voor 2021 een regeling beschikbaar.

Voor wat betreft de schade op het gebied van Regionale Economie het Rijk voor om met de inhoudelijke ministeries EZK en SZW eerst een integraal beeld te verkrijgen.

Via deze paragraaf zullen wij u op de hoogte houden van de toegekende compensatie door het Rijk.

Print deze pagina