1.3 Leges

Jaarstukken

3.1       Ontwikkelingen
In het Bestuursakkoord 2019-2023 zijn geen specifieke uitgangspunten opgenomen omtrent leges.

Provinciale Staten hebben vastgesteld dat bepaalde beleidsnota’s iedere vier jaar (opnieuw) ter vaststelling worden aangeboden. Dit heeft zijn beslag gekregen in de nota “Actualisatie Legesverordening” die in 2018 is voorgelegd aan Provinciale Staten. Naar aanleiding van deze nota zijn de legestarieven voor aanvragen in het kader van de Wet natuurbescherming herzien en meer kostendekkend gemaakt. De verhoging van deze tarieven heeft over een periode van 3 jaar stapsgewijs plaatsgevonden. De laatste verhoging is doorgevoerd bij het vaststellen van de Tarieventabel 2021, behorende bij de Legesverordening Fryslân 2019.

De belangrijkste ontwikkeling die is voorzien, is de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2022. Onder de Omgevingswet wordt een verschuiving ingezet van het meer met algemene regels werken en minder met vergunningplichten voor bedrijven. Ook zal het aantal bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is, licht afnemen (dit gezag gaat naar de gemeenten). Anderzijds neemt door de ruimere werkingssfeer van de Omgevingswet het aantal mogelijke situaties waarvoor leges kunnen worden geheven weer toe. De invoering van de Omgevingswet zal waar mogelijk, beleidsneutraal plaatsvinden.

Een belangrijk punt is dat de vrijstelling van leges voor milieuvergunningen zal vervallen. Dit maakt het mogelijk voor deze activiteiten leges te heffen. Verder zal bij de invoering van de Omgevingswet ook het Digitaal Stelsel Omgevingswet worden ingevoerd, hetgeen moet leiden tot snellere afwikkeling van aanvragen en daarmee beperking van de ambtelijke inzet.

Dit alles vraagt om herziening van de legesverordening en de tarieventabel, alsmede van de herberekening van de legestarieven. Hiermee is in het vierde kwartaal van 2020 gestart.

3.2       Beleidskader
De juridische grondslag voor het kunnen heffen van leges is voor provincies geregeld in de Provinciewet. De provincie heft leges voor diverse diensten en producten op basis van de Legesverordening Fryslân 2019. In beginsel worden leges geheven voor alle beschikkingen op aanvraag.

Bij het vaststellen van de tarieven zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Tarieven zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uren van ambtelijke inzet voor de behandeling van de aanvraag, vermenigvuldigd met het vastgestelde uurtarief (incl. overhead) behorende bij de salarisschaal van de hiermee belaste medewerker.
  • Bij het vaststellen van de tarieven wordt maximaal 100% kostendekkendheid gehanteerd, zodat het beginsel van de opbrengstlimiet wordt gevolgd: de geraamde baten mogen de ter zake geraamde kosten niet overschrijden.
  • De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd (aangepast aan loon- en prijsontwikkelingen).
  • Bij de jaarlijkse indexering van de tarieven wordt er aanvullend getoetst op kostendekkendheid.

De provincie heft en int de leges grotendeels zelf en heeft hiervoor deels mandaat gegeven aan het Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).

Naast de bovengenoemde uitgangspunten wordt de nadruk gelegd op het principe van redelijkheid en billijkheid. De legestarieven mogen niet zo hoog worden vastgesteld, dat sprake is van een heffing die in de Mienskip als onacceptabel wordt beschouwd.

Samengevat levert dit de volgende beleidskeuzes op:
– de tarieven zijn maatschappelijk acceptabel;
– de tarieven zijn redelijk en billijk;
– de tarieven zijn zo mogelijk kostendekkend;
– de heffing van leges voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat hiermee het principe van streven naar volledige kostendekkendheid ondergeschikt is gemaakt aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

3.3       Inkomsten en toelichting

Legesplichtige activiteiten 2020

  • Programma - bedragen x € 1.000,-
  • 2
  • 2
  • 3
  • 3
  • 3
  • 3
  • 3
  • Onderdeel
  • Wegen algemeen
  • Provinciale vaarwegen
  • Grondwaterwet
  • Wet WABO
  • Ontgrondingenwet
  • Wet natuurbescherming
  • Wadlopen
  • Totaal
  • Begroot
  • 235
  • 201
  • 10
  • 34
  • 43*
  • 179
  • 622
  • 1.324
  • Realisatie
  • 129
  • 163
  • 2
  • 40
  • 17
  • 247
  • 755
  • 1.353
  • Verschil
  • 106
  • 38
  • 8
  • -6
  • 26
  • -68
  • -133
  • -29
* Dit betreft 28 vergunningsaanvragen en 15 publicaties

Legesinkomsten 2020

  • Programma - bedragen x € 1.000,-
  • 2
  • 2
  • 3
  • 3
  • 3
  • 3
  • 3
  • Onderdeel
  • Wegen algemeen*
  • Provinciale vaarwegen
  • Grondwaterwet
  • Wet WABO
  • Ontgrondingenwet
  • Wet natuurbescherming
  • Wadlopen
  • Totaal
  • Begroot
  • 59
  • 29
  • 6
  • 78
  • 86
  • 173
  • 90
  • 521
  • Realisatie
  • 38
  • 24
  • 1
  • 167
  • 43
  • 312
  • 83
  • 668
  • Verschil
  • 21
  • 5
  • 5
  • -89
  • 43
  • -139
  • 7
  • -147*

Toelichting:

De legesinkomsten voor Wegen en Vaarwegen zijn minder dan begroot. Dit is voor het grootste gedeelte aan de coronacrisis toe te schrijven. Legesgelden voor ingediende aanvragen van evenementen e.d., die vanwege de overheidsmaatregelen geen doorgang konden vinden, zijn volledig gerestitueerd. Daarnaast zijn vanwege deze overheidsmaatregelen minder aanvragen ingediend.

Bij de wet WABO zijn dat er geen aanvragen voor slopen, uitritten, aanlegactiviteiten en bouwwerken boven de € 25 mln. zijn ontvangen, terwijl dit wel is opgenomen in de begroting. Daarnaast is een aanvraag voor een bouwwerk (tussen € 1 en € 5 mln.) ingetrokken vóór vergunning. Tenslotte heeft ook hier restitutie plaatsgevonden vanwege de coronacrisis. Het positieve resultaat is toe te schrijven aan het feit dat er drie aanvragen voor bouwwerken (tussen € 5 en € 25 mln.), zijn ontvangen, terwijl er in de begroting van 0,1 aanvraag is uitgegaan (één aanvraag per 10 jaar).

De inkomsten van leges in het kader van Ontgrondingenwet blijven achter ten opzichte van de begroting. Er zijn 3 aanvragen ingediend voor een uitgebreide ontgronding (art. 4), waarvoor 15 zijn begroot. Ook zijn er minder aanvragen ingediend voor reguliere ontgrondingen (art. 5); dit zijn 9 aanvragen waarvoor 12 begroot.

De inkomsten van leges voor aanvragen in het kader van de Wet Natuurbeheer zijn hoger dan begroot. In mei 2019 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan omtrent het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Veel vergunningsaanvragen lagen lange tijd stil of werden uitgesteld in afwachting op meer duidelijkheid en toekomstperspectief. In 2020 is de vergunningverlening op gang gekomen, dit heeft geleid tot (de afhandeling van) meer vergunningsaanvragen dan was begroot.

* van de RDW wordt in het kader van het aan hen gegeven mandaat op grond van artikel 149b 7e lid van de Wegenverkeerswet 1994 jaarlijks een afdracht ontvangen. In de cijfers is de ontvangen afdracht over 2019 opgenomen; de jaarlijkse afrekening vindt plaats rond mei.

3.4       Kostendekkendheid tarieven
De Legesverordening Fryslân 2019 met bijbehorende tarieventabel bestaat uit drie rubrieken die de tarieven van diensten regelen. De rubrieken zijn onderverdeeld. Onderstaande tabel geeft de geraamde kosten en geraamde baten weer, alsmede het begrote kostendekkendheidspercentage weer.

Kostendekkendheid leges 2020 (begroot)

  • Programma
  • 2
  • 2
  • 3
  • 3
  • 3
  • 3
  • 3
  • Onderdeel
  • Wegen algemeen
  • Provinciale vaarwegen
  • Grondwaterwet
  • Wet WABO
  • Ontgrondingenwet
  • Wet natuurbescherming
  • Wadlopen
  • Totaal
  • Uitgaven begroot (euro)
  • 118
  • 61
  • 6
  • 127
  • 160
  • 446
  • 404
  • 1.322
  • Inkomsten begroot (euro)
  • 59
  • 29
  • 6
  • 78
  • 86
  • 173
  • 90
  • 521
  • Kostendekkendheid begroot (%)
  • 50
  • 48
  • 100
  • 61
  • 54
  • 39
  • 22
  • 39
  • Inkomsten werkelijk (euro)
  • 38
  • 24
  • 1
  • 167
  • 43
  • 312
  • 83
  • 668

Toelichting:

(A) De verwachte aantallen aanvragen vastgesteld door de betreffende afdeling op basis van historisch inzicht en/of marktontwikkelingen.
(B) De Tarieventabel omvat alle tarieven die op grond van de Legesverordening provincie Fryslân 2019 bij het in behandeling nemen van de aanvraag worden geheven. De Tarieventabel wordt jaarlijks door Provinciale Staten vastgesteld.
(C) De verwachte uren dat door de medewerker wordt besteed aan het afhandelen van de aanvraag, worden door de betreffende afdeling vastgesteld. Dat gebeurt deels op basis van ervaring en deels op basis van tijdschrijven.
(D) Het gehanteerde uurtarief wordt jaarlijks door Provinciale Staten vastgesteld en is een samengesteld uurtarief, bestaande uit:

  • het uurtarief van de medewerker die belast is met het afhandelen van de aanvraag, gebaseerd op de voor hem/haar geldende salarisschaal en het aantal productieve uren per jaar;
  • een opslag voor bedrijfsvoeringskosten.

Bedrijfsvoeringskosten
Het opslagpercentage voor de bedrijfsvoeringskosten bestaat uit een personeelscomponent en een middelen component.

  • Personeel:

In de personeelscomponent zijn de salariskosten opgenomen van de functies die niet toebehoren aan het primaire proces (indirecte functie). De toerekening van de indirecte personeelskosten sluit aan bij de notitie “overhead” van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV).

  • Middelen:

De middelen component bevat o.a. huisvestingskosten (inclusief afschrijvingskosten), kosten voor catering, beveiliging, ICT, kantoorartikelen.

Op grond van wet- en regelgeving mogen de kosten die op geen enkele wijze in verband te brengen zijn met de betreffende dienstverlening nadrukkelijk niet toegerekend worden. Het betreft met name de volgende kosten:

  • Beleidsvoorbereiding en algemene inspraakprocedures
  • Handhaving, toezicht en controle (behoudens een eerste controle)
  • Bezwaar- en beroepsprocedures

Volgens art. 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) mogen de geraamde baten de ter zake geraamde lasten (incl. overheadkosten) niet overschrijden, de kostendekkendheid mag maximaal 100% zijn.

De geraamde baten zijn als volgt berekend:
(A) Aantal verwachte aanvragen maal (B) in de Tarieventabel opgenomen tarief behorende bij het in behandeling nemen van de aanvraag.   

De ter zake geraamde lasten zijn als volgt berekend:
(C)Verwachte aantal uren dat door de medewerker wordt besteed aan het afhandelen van de aanvraag maal (D) het jaarlijks door PS vastgestelde uurtarief maal (A) het aantal verwachte aanvragen.

3.5       Kwijtscheldingsbeleid
Voor de invordering van leges bestaat er geen mogelijkheid tot kwijtschelding. Wel is er in de legesverordening een artikel opgenomen voor teruggaaf en kent de verordening een zogenaamde hardheidsclausule. Dit geeft het college van Gedeputeerde Staten de mogelijkheid af te wijken van de verordening, gelet op het belang van een doelmatige en evenwichtige heffing van leges.

3.6       Lokale lastendruk
Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de tarieven van de provinciale heffingen zich verhouden in vergelijking met de tarieven in de andere provincies.

De activiteiten waarvoor leges worden geheven verschillen per provincie, waardoor een interprovinciale vergelijking van de legestarieven niet goed mogelijk is.

Print deze pagina