3. Overige projecten

Eerste bestuursrapportage

3.    Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) (programma mienskip)

Het doel is een schaatsaccommodatie te behouden die voldoet aan de normen van deze tijd, bestemd voor (topsport)wedstrijden, (topsport)trainingen en recreatiesport. Tevens wordt gestreefd naar het behoud van de A-status. De ambitie is om het schaatshart van de wereld te worden met het snelste ijs.

Het project is uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van Thialf Onroerend Goed BV (OG), waarin de provincie voor 2/3 deel aandeelhouder is en de gemeente Heerenveen voor 1/3 deel. Het project bestaat uit vier onderdelen:

  1. Het vernieuwen van het schaatscomplex (geregeld);
  2. Het aanpassen van de governance op de Thialf organisatie (afhankelijk van de exploitatie);
  3. Een gedeelte van de exploitatie: horeca en schoonmaak heeft inmiddels plaatsgevonden;
  4. De opening van het vernieuwde Thialf heeft eind januari 2017 plaatsgevonden.

De provincie is als aandeelhouder én subsidieverstrekker betrokken bij het project.

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
3 Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf)

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
IJshal:
Thialf B.V. doet op dit moment de exploitatie van de ijshal. Gezien de omvang van de opdracht zou volgens de aanbestedingsregelgeving de nieuwe exploitatie openbaar moet worden aanbesteed. Aan de Europese Commissie is gevraagd om toestemming om hier van af te wijken. De EC heeft geantwoord dat de exploitatie zonder aanbesteding kan worden voortgezet door Thialf bv, mits die een marktconforme huur betaalt aan Thialf OG. Die huur is betaald tot en met het seizoen 2018- 2019. Daarna is hij gestaakt.
De exploitatie van Thialf is verliesgevend. Dat heeft te maken met gestegen energieprijzen, contracten met derden als KNSB en ISU die onvoldoende omzet genereren, dure ICT en bovendien een niet verrekenbare BTW. Dat betekent dat er voor de aandeelhouders een risico is ontstaan. Dit heeft eind 2019 geresulteerd in een opdracht aan Thialf om een reddings- en herstructureringsplan te maken. Het reddings- en herstructureringsplan betekent een forse afslanking van Thialf. Thialf gaat in de toekomst meer een faciliterende dan organiserende rol in de schaatsport spelen. Een plek waar wel plaats is voor topsport en breedtesport. Thialf zelf reduceert het personeel en de stakeholders zullen een bijdrage leveren om de bedrijfsvoering tot en met 2022 mogelijk te maken. Het gaat om een bijdrage van 3 miljoen euro. De renderende exploitatie daarna is onderwerp van een discussie waarbij investeringen of een (structurele) bijdrage in de exploitatie door de stakeholders een ingrediënt zullen vormen. Het reddings- en herstructueringsplan staat ter bespreking op de agenda van de statenvergadering in juni 2020.

Het stadion is sinds 12 maart gesloten vanwege de coronamaatregelen. De verwachting is dat deze sluiting tot het schaatsseizoen 2020-2021 zal voortduren. Op deze manier worden ook kosten gespaard.

IJshockeyhal:
De gemeente Heerenveen is eigenaar van de ijshockeyhal. Het groot onderhoud is de verantwoordelijkheid van Thialf OG B.V. (waar de provincie voor 2/3 deel aandeelhouder is).  Een ingrijpende renovatie van de ijshockeyhal is noodzakelijk vanwege de bouwkundige toestand van de hal en de behoefte om er ook activiteiten als curling en short track in te kunnen organiseren; sporten die een grote vlucht nemen. De discussie over de renovatie zal binnen de definitieve herstructeringsoperatie van Thialf na de zomer 2020 plaatsvinden.

Wat heeft het gekost?
IJshal
In 2013 hebben Provinciale Staten groen licht gegeven voor deelname in de rechtspersoon Thialf en daarnaast € 50 mln. subsidie beschikbaar gesteld voor de vernieuwbouw van de wedstijdhal. Deze subsidie is in 2019 afgerekend. Voor de overname van de aandelen (2/3) is € 4 mln uitgetrokken. Ook is er een lening verstrekt door FSFE voor de aanleg zonnepanelen.

De jaarcijfers voor het seizoen 2018-2019 worden in april 2020 ingediend en worden behandeld in de AvA vergadering van 24 april 2020. Ook het reddings- en herstructureringsplan van Thialf staat op 24 april 2020 op de agenda. De jaarcijfers zijn niet hoopgevend.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Er zijn in 2020 geen besluiten genomen door uw Staten.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

IJshal

  • Wanneer de aanbesteding wordt doorgezet, bestaat het risico dat een exploitant alleen met een bijdrage van de aandeelhouders een exploitatie wil aangaan.
  • Wanneer Thialf BV uiteindelijk de exploitatie blijft doen en niet in de zwarte cijfers blijft, is het mogelijk dat er een bijdrage van de aandeelhouders in de exploitatie wordt gevraagd. Een aanhoudende zorg is dat er weinig opbrengsten uit de schaatshal zijn. In het reddings- en herstructureringsplan worden de kosten verder teruggebracht. Ook wordt hierin aangegeven dat bij nieuwe contracten met gebruikers en leveranciers gunstigere voorwaarden bedongen moeten gaan worden.
  • Een ander risico is het nakomen van de afspraken door de KNSB en ISU ten aanzien van wedstrijden in de toekomst (vier wedstrijden per jaar gedurende vijf jaar); een minimale hoeveelheid wedstrijden is van belang voor gezonde exploitatie. Het aantal wedstrijden en grote evenementen waar Thialf gastheer van is in de komende tijd neemt toe.
  • Wanneer de sluiting van de hal vanwege de coronamaatregelen langer blijkt te gaan duren dan nu voorzien, wordt de verdiencapaciteit kleiner dan in het reddings- en herstelplan beschreven. Dan nemen de risico’s voor de provincie als aandeelhouder dus toe.

IJshockeyhal

  • Wat betreft de ijshockeyhal zal de provincie als aandeelhouder van Thialf gevraagd worden om bij de renovatie van de hal een bijdrage te overwegen. Daar zijn echter nog geen middelen voor geraamd. Op grond van een motie in PS (nummer 1810) wordt een business case ontwikkeld voor de verbouwing, in het licht van de totale schaatssport. Deze notitie wordt mede gemaakt op grond van het door externe partij opgestelde beslisdocument.
  • Wanneer wij besluiten tot een bijdrage voor renovatie van de IJshockeyhal dan zal daarvan opnieuw melding bij de EU moeten worden gedaan om het risico op staatssteun te voorkomen.

– Jaarrekening:
De jaarrekening 2018/2019 is door Thialf opgemaakt, maar de accountant heeft tot op heden alleen een verklaring met beperkingen kunnen geven omdat er onder andere nog een discussie loopt met de belastingdienst over de waardering van het onroerend goed. Er komt pas duidelijkheid over de waardering van het vastgoed als er een exploitant gevonden is.

4     RUG/Campus Fryslân (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
4 RUG / Campus Fryslân

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluiten over de RUG/Campus Fryslân genomen.

Wat heeft het gekost?
In totaal kost het project  RUG/Campus Fryslân € 57,1 mln voor de periode 2016-2023. Na 2023 kan RUG/Campus Fryslân naar verwachting zichzelf bekostigen.

De verdeling ziet er als volgt uit:
Provincie Fryslân                    €  17,83 mln.
Gemeente Leeuwarden           €    3,33 mln.
RUG                                       €  29,94 mln.
Derden                                   €    5,67 mln.
Stelpost                                  €    0,33 mln.
Totaal                                     €    57,1 mln.

De geraamde kosten t/m 2019, conform de aangepaste meerjarenbegroting, bedroegen € 9.578.808. Tot nu toe is een totaalbedrag van € 7.207.101 aan voorschotten uitbetaald (t/m voorschot 2019).

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
Onderstaande tabel bevat een samenvattend overzicht in relatie tot de in de beschikking genoemde vier project doelen van RUG CF (inclusief de 1e generatie master/tracks uit de UCF1-periode, welke formeel geen deel uitmaken van het project Opbouw RUG Campus.

Op de peildatum 1 oktober 2019 was de stand van zaken als volgt:

(..)* aantal studenten afkomstig uit Fryslân.
Het aantal Friese studenten bij de opleidingen MEEM en Watertechnology zijn niet bekend. Deze opleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid van respectievelijk de TUTwente en Wetsus.  Met deze partijen zijn geen afspraken over de het bijhouden van de herkomst van studenten.
**) een track (30 studiepunten) is een bepaalde richting binnen een master (totaal 60 studiepunten)

Verder:

  • Premasters; dit zijn extra onderwijsmodules voor HBO-ers die na hun afstuderen een aansluitende masteropleiding willen volgen. Deze pre-masteropleidingen zijn vooral interessant voor studenten die aan de Friese HBO´s afstuderen. De hogescholen zijn begonnen met het aanbieden van enkele premasters die aansluiten op de masters van RUG/Campus Fryslân. Tot op heden heeft dat (nog) geen substantiële toename van HBO-studenten opgeleverd. Hierover is de RUG Campus Fryslân in gesprek met NHL Stenden.
  • Er worden jaarlijks minimaal 4 voortgangsgesprekken met RUG/Campus Fryslân gevoerd en er is minimaal 1 bestuurlijk overleg. Daarnaast wordt twee maal per jaar aan Provinciale Staten gerapporteerd over de voortgang van RUG/Campus Fryslân. Voorts hebben drie universiteiten, 4 hogescholen, 6 kennisinstellingen, 1 bibliotheek en de gemeente Leeuwarden en de provincie zich met de ondertekening van het Hoger-Onderwijsakkoord Fryslân op 24 juni 2016 verbonden aan samenwerking met RUG Campus Fryslân. Het doel van deze samenwerking is om o.a. een impuls te geven aan het niveau van het Friese hoger onderwijs, het academisch klimaat in Leeuwarden en de gezamenlijke werving van studenten richting Leeuwarden. De geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025 is een product van dit samenwerkingsverband. De provincie is initiatiefnemer van de totstandkoming van het Hoger Onderwijs Fryslân Akkoord.
  • Drie maal per jaar komt de Raad van Advies RUG Campus Fryslân bijeen. Hierin zitten alle ondertekenaars van het Hoger Onderwijs Akkoord Fryslân. De provincie heeft een ‘standing invitation’. Eens per jaar vindt het HOAF-overleg plaats dat de provincie voor zit. De verdere uitwerking van de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025 is een terugkerend agendapunt.
  • De ‘oude’ UCF-1projecten die zijn overgedragen aan de RUG Campus Fryslân, te weten ‘Flankerend beleid onderzoeksschool RUG Campus Fryslân’  (provinciaal subsidie van € 1.768.000) en Marketing&Werving (provinciaal subsidie € 190.750) zijn inmiddels afgelopen. Beide projecten, die geen onderdeel uitmaken van het project Opbouw RUG Campus Fryslân, worden in 2020 afgerekend.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Macrodoelmatigheidstoets en accreditatietoets:
Het opstarten van nieuwe opleidingen vraagt veel samenwerking met andere kennisinstellingen. Vervolgens is het doorlopen van de toetsing van de twee commissies bepalend voor het tempo waarin nieuwe masters of master/tracks van start kunnen gaan. Wanneer een opleiding de toetsing met goed gevolg doorloopt, is rijksfinanciering geborgd. Latere accreditatie heeft een latere werving van studenten tot gevolg t.b.v. een nieuw studiejaar.

Te weinig studenten: De ambities in de plannen van RUG/Campus Fryslân zijn hoog. Er staat daarom in het ontwikkelplan dat het risico aanwezig is dat de gestelde aannames voor studentenaantallen niet worden gehaald. De RUG gaat uit van een periode van zes à zeven jaar om 1000 studenten en 50 promovendi aan Fryslân te binden. De RUG draagt het financiële risico wanneer er sprake is van een lagere instroom van studenten. In de beschikking is rekening gehouden met enige vertraging. Met de start van het collegejaar 2018/2019 is duidelijk naar voren gekomen dat de instroom aanzienlijk onder de geprognosticeerde aantallen ligt, zowel per opleiding, als in z’n totaliteit. Het collegejaar 2019/2020 laat wel een toename zien, maar onvoldoende om in de buurt van de aanvankelijk geprognosticeerde studentenaantallen te komen uit 2016. In 2020 zal de RUG samen met de provincie en de gemeente een tussenbalans opmaken, waarbij we onderzoeken hoe het gesteld is met het toekomstperspectief en -bestendigheid van RUG CF. Op de uitkomsten hiervan kunnen we nu nog niet vooruitlopen. In de beschikking is rekening gehouden met enige vertraging in de opbouwfase.

Imago Leeuwarden als (studie)stad: Leeuwarden heeft geen vergelijkbaar imago als studiestad Groningen. Een risico is ook de nabijheid van Groningen, met als gevolg dat er te weinig studenten in Leeuwarden komen wonen. Binnen de planvorming van Campus Fryslân hebben de partijen afspraken gemaakt om de krachten te bundelen en een aansprekend programma te ontwikkelen voor het bevorderen van het academisch klimaat in Leeuwarden. Dit programma moet in 2020 zich verder ontwikkelen en indien gewenst worden aangepast.

5     Leeuwarden -Fryslân 2028 (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
5 Leeuwarden - Fryslân 2028

In 2018 heeft Leeuwarden – Fryslân zich namens Nederland als Europese Culturele Hoofdstad Fryslân nationaal en internationaal op de kaart gezet. Na dit succesvolle jaar willen we de in gang gezette ontwikkelingen vasthouden en uitbouwen. Provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden hebben hierin het voortouw genomen. Het programma voor LF2028 wordt gevuld met sterke culturele producties die zijn verbonden met onze Iepen Mienskip, bijdragen aan het culturele veld, cultuurtoerisme, het vestigingsklimaat en de leefbaarheid van Fryslân. Cultuur wordt daarbij ingezet als aanjager. Hierbij wordt samenwerking gezocht met andere partijen, zowel overheden als onderwijsinstellingen, bedrijven en particulieren. Hiertoe richten we een effectieve uitvoeringsorganisatie op die onafhankelijk opereert rondom culturele keuzes. De resultaten en de financiële werkwijze van deze uitvoeringsorganisatie wordt wel gecontroleerd door de betrokken overheden.

Een deel van de culturele activiteiten draagt meetbaar bij aan positieve economische effecten.

Op 10 maart jl. hebben wij en het College van B&W van de Leeuwarden voor LF2028 gekozen voor de stichtingsvorm: we weten dankzij LF2018 dat werken met een stichting werkt, zeker waar het gaat om onafhankelijk programmeren en het werven van sponsors en fondsen. U bent hierover bij brief van 10 maart (kenmerk: 01719914) geïnformeerd. De komende maanden wordt gewerkt aan het operationaliseren van de stichting. Verwachting is dat dit in mei vorm krijgt, maar uiterlijk voor de zomer.

Wat willen we bereiken en wat hebben we bereikt?
De Agenda2028 betreft de doorontwikkeling van LF2018 door verschillende Friese partijen. Er is een nieuw bidbook LF2028 opgeleverd (“Generatie 2028”), waarin ook de programmering  voor 2020 en een doorkijk met ambities richting 2028 staat. Hierbij wordt uitgegaan van een triënnale, waarbij in de aanloop naar het triënnale jaar ook wordt ingezet op extra culturele impulsen. Hierbij wordt cultuur ingezet als middel om resultaten te bereiken op de volgende vijf programmalijnen:

  1. Versterken economie en cultuurtoerisme
  2. Verbetering artistiek klimaat
  3. Werken aan ecologie en circulariteit
  4. Elkenien docht mei
  5. Meertaligheid/Frysk.

Bij het opstellen van deze bestuursrapportage was net bekend gemaakt door de regering dat tot 1 juni alle evenementen afgelast moeten worden. Dit heeft voor de programmering van LF2028 in 2020 in elk geval gevolgen voor het Oranjewoud festival, dat afgelast is. Ook de Slachtemarathon is afgelast en de Kletterdei, de dag waarop de 11 fonteinen weer aangezet zouden worden, kon niet doorgaan. Mogelijk komen er nog meer festivals en evenementen bij die niet door kunnen gaan ivm de actualiteiten rondom het coronavirus.

LF2028 is in de laatste week van maart begonnen met online programmering: culturele instellingen en festivals, maar ook amateurs, leveren content aan voor de Facebook-pagina en zo kunnen mensen thuis toch genieten van mooie cultuur. Ook IepenUp, dat normaalgesproken met publiek plaatsvindt, gaat in een andere vorm door met het maken van programma’s.

Agenda2028 voorziet in een langjarig en aantrekkelijke programmering als “plus” bovenop de bestaande en reguliere activiteiten in de provincie, met als bovenliggende doelen:

  • Via culturele interventies verschillende maatschappelijke issues (economisch, sociaal, ecologisch) bespreekbaar maken;
  • Blijvende (inter)nationale aandacht;
  • Blijvende energie in Fryslân (zowel bij amateurs als professionals);
  • Blijvend investeren in A-merk Fryslân, met effect op inkomend toerisme

We willen hiermee tevens bijdragen aan de global goals.

Wat heeft het gekost?
Met de gemeente Leeuwarden is een samenwerkingsovereenkomst gesloten om gezamenlijk handen en voeten te geven aan de organisatie en programmering van LF 2028. Er wordt voor de jaren 2019 en 2020 gewerkt met een gezamenlijke begroting van € 5,470 mln.

In juni 2017 hebben PS 1 mln. beschikbaar gesteld voor het afgeven van garanties voor ticketrisico’s LF2018. Besloten is deze middelen beschikbaar te houden voor een vergelijkbare regeling voor LF 2028. De regeling is in april 2020 vastgesteld.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2019 genomen?
Eerste kwartaal 2020 zijn geen besluiten genomen door uw staten.

Op 31 oktober 2019 hebben PS ingestemd met het beschikbaar stellen voor middelen aan de legacy van LF2018 – Agenda LF2028. Voor 2019 en 2020 in totaal € 4,0 mln.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Een belangrijke afspraak die is gemaakt  is dat LF2018 blijvende effecten moet hebben. Een risico is onvoldoende inzet hier op, waardoor die blijvende effecten zullen achterblijven. Fryslân kan zich optillen als er een gemeenschappelijk doel voor de toekomst wordt gesteld. Het is noodzakelijk de energie van 2018 vast te houden voor de toekomst, allereerst voor de jaarschijven 2019 en 2020. Er is in de Mienskip veel energie opgebouwd. Er is energie om door te gaan na 2018 op voor de provincie belangrijke thema’s. Er moet worden voorkomen dat de energie wegzakt. Door een actief faciliterende rol van de overheden in Agenda2028 kan dit worden voorkomen. De beschikbare middelen zullen gematched worden met middelen van derden. Met dit budget kan het werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Fryslân vooreerst gecontinueerd worden. Er is een risico dat dit onvoldoende omvang krijgt.

Voor 2019 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor marketing aanvullend op de reguliere begroting. Voor de jaren daarna niet.

6     Europese watertechnologiehub  (programma economie)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
6 Europese watertechnologiehub

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluit over de Europese watertechnologiehub genomen.

In het bestuursakkoord 2019-2023 zijn financiële middelen voor Wetsus, WaterCampus (waaronder Water Alliance) gealloceerd zijnde in totaal €9 miljoen voor de jaren 2021-2023.

Wat heeft het gekost?
Het  REP- regio budget van €13 miljoen, dat in 2014 door PS beschikbaar is gesteld ten behoeve van het Uitvoeringskader Watertechnologie 2014 – 2020, is bijna helemaal weggezet in de vorm van subsidie aan de volgende projecten:

  1. Watercampus Actieplan 2017-2020
  2. Researchinfrastructuur Wetsus
  3. Internationalisering Friese Watertechnologiesector

Daarnaast heeft het Dagelijks Bestuur van het SNN op 2 december 2012 ingestemd met een bijdrage aan de Stichting Wetsus uit het centrale deel van het REP (het zgn. RijksREP) van €38 miljoen. Eerst is een bijdrage van €19 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2013-2016. De €19 miljoen voor de periode 2017 tot en met 2020 is in 2016 toegekend na een positieve evaluatie van Wetsus.

De WaterCampus partijen hebben in 2016 een actieplan opgesteld. Het plan beschrijft het doel, de acties en brengt in beeld wat het benodigde budget is voor de jaren 2017 tot en met 2020 om het plan te kunnen uitvoeren. Uitgangspunt van het actieplan is dat de huidige activiteiten van de WaterCampus partijen gecontinueerd worden en daarmee het innovatie ecosysteem van de WaterCampus in stand kan worden gehouden. Voor het WaterCampus Actieplan is in 2017 een bijdrage van € 6.030.000,- beschikbaar gesteld vanuit de beschikbare middelen REP-regio. Begin 2017 is ten behoeve van het project “Research infrastructuur Wetsus 2017-2020” een subsidie van € 3.019.804,- beschikbaar gesteld vanuit REP-regio en € 480.196,- vanuit het restant RijksREP. En ten slotte is in 2018 een subsidie verstrekt aan de Water Alliance om een impuls te geven aan de internationalisering van de Friese watertechnologiesector.

Wat wilden wij bereiken en wat hebben wij gerealiseerd?
Het  vigerende Uitvoeringskader Watertechnologie heeft een werkingsduur van 2014 tot en met 2020 en zou geactualiseerd moeten worden. Echter dit uitvoeringskader wordt niet separaat geactualiseerd, maar wordt onderdeel van de in ontwikkeling zijnde beleidsbrief (Circulaire) Economie.

In de provinciale begroting is ten behoeve van de financiering van Wetsus voor 2021 tot en met 2023 jaarlijks een financiële bijdrage gereserveerd van respectievelijk € 1.125.000,-,      € 1.125.000,- en € 1.525.000,-. Komende tijd zullen er afspraken worden gemaakt met Wetsus over de wijze waarop en onder welke voorwaarden de bijdragen kunnen worden geformaliseerd.

Het huidige WaterCampus Actieplan 2017-2020 loopt eind van dit jaar af. WaterCampus partijen zijn een vervolg op dit Actieplan aan het ontwikkelen voor de periode 2021-2023 (hierna te noemen WaterCampus Actieplan II). In dit Actieplan wordt de strategie beschreven voor de verdere uitbouw van de regionale impact en de internationale positie van WaterCampus Leeuwarden en zal de basis vormen voor een subsidieaanvraag richting provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden.

Jaarlijks wordt over de uitvoering van het WaterCampus Actieplan een monitor uitgevoerd. De uitkomsten van de monitor over 2019 zijn te raadplegen via de volgende link: Monitoring 2019 WaterCampus.

Er is nog geen duidelijkheid over de langetermijnfinanciering van Wetsus (Europese watertechnologiehub) na 2022. Het ministerie van EZK heeft in de tweede helft van 2018 een Expertgroep Watertechnologie ingesteld, die advies moet uitbrengen aan staatssecretaris Keijzer over duurzame financiering van Wetsus vanaf 2021. Het advies is nog niet aangeboden aan staatssecretaris Keijzer.

De lobby om het innovatie ecosysteem van de WaterCampus meer nationaal/EU gefinancierd te krijgen voor met name de periode na 2020 zal worden gecontinueerd.
In 2020 wordt de uitvoering van het WaterCampus Actieplan over de jaren 2017 en 2018 geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie zijn gedeeld met PS.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Om uit te groeien tot Europese hub op het gebied van Watertechnologie is zekerheid over langjarige continuïteit van Wetsus een essentiële voorwaarde. Dit geldt zowel voor de contracten met het bedrijfsleven en vooraanstaande universiteiten als voor het aantrekken van de beste onderzoektalenten. Het Wetsus-programma werkt met promovendi die worden aangesteld op een vierjarig contract, maar de langetermijnfinanciering van Wetsus is na 2022 nog niet volledig afgedekt.

De gemeente Leeuwarden heeft voor 2021 € 500.000,- beschikbaar voor de financiering van Wetsus vanuit het collegeprogramma voor 2021. In 2020 zal er meer helderheid ontstaan vanuit de gemeente Leeuwarden over een mogelijk vervolg van de gemeentelijke bijdrage voor de jaren daarna voor wat betreft omvang en duur (onderdeel Mid Term Review 2020).

7   De Nieuwe Afsluitdijk (programma’s infrastructuur, omgeving en economie)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
7 De Nieuwe Afsluitdijk

De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) is opgedeeld in twee ontwikkelfasen:

  • Fase 1 betreft de projecten die meelopen met het Rijkscontract voor de versterking van de Afsluitdijk, zoals de Vismigratierivier, of al realiseerd zijn, zoals het Afsluitdijk Wadden Center en enkele duurzame energie pilots.
  • Fase 2 betreft opgaven als marketing, het verder benutten van de Afsluitdijk als kraamkamer op het gebied van duurzame energie, het verbreden van de sluis Kornwerderzand.

Het programma is van de ontwikkel naar de realisatiefase verschoven en wordt – zoals nu voorzien – in 2023 afgerond.

De sluis Kornwerderzand wordt uitgevoerd door de projectorganisatie DNA maar kent een andere geografische bestuurlijke samenwerking. Om die reden en om het strategische belang is dit project hierna separaat opgenomen in de begroting. De stand van zaken rondom de verbreding van de sluis vindt u separaat.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in het eerste kwartaal van 2020 geen besluiten genomen.

Wat heeft het gekost?
Er zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld in het eerste kwartaal van 2020.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
2018 is het Rijkscontract voor de versterking van de Afsluitdijk gegund aan Levvel B.V., een  combinatie van; Van Oord, BAM en Rebel. Inmiddels heeft Levvel het eerste deel van de dijk, tussen Zurich en Kornwerderzand, versterkt. Bij Den Oever is er hard gewerkt aan de nieuwe spuimiddelen en gemalen. Door de werkzaamheden is het fietspad de komende jaren afgesloten. Wel wordt er gekeken of het eerste deel van het fietspad, tussen Zurich en Kornwerderzand, in 2020 al open kan. Ten behoeve van de coupure voor de Vismigratierivier zijn de voorbereidingen getroffen in de vorm van het omleggen van het dijklichaam zodat er in de loop van 2020 gestart kan worden met de aanleg van een bypass voor autoverkeer. Tegelijkertijd is Windpark Fryslân (WPF) begonnen met de werkzaamheden op de Afsluitdijk. De kabel naar het vaste land is gelegd en de eerste werkzaamheden aan de natuurvoorziening in het IJsselmeer zijn van start gegaan.

Vismigratierivier
Het project Vismigratierivier is inhoudelijk (ontwerphoofdlijn), financieel en planologisch rond. In verband met complexe raakvlakken met de projecten versterking Afsluitdijk en Windpark Fryslân, actief in hetzelfde gebied, loopt de aanbesteding anders dan eerder gedacht. Door de raakvlakken is het project nu in vier onderdelen opgedeeld. Middels de percelenregeling hebben we een klein deel van het werk inmiddels gegund, zijnde de bouw van de westelijke dam in het IJsselmeer (samenwerking met natuurvoorziening WPF). De afgelopen maanden hebben verder in het teken gestaan van het helder krijgen van de scope incclusief de raakvlakken met de andere projecten in het gebied en het definitief afronden van het beeldkwaliteitsplan. Op basis daarvan wordt momenteel het ontwerp geactualiseerd en vindt de verdere voorbereiding van de aanbesteding plaats. Het streven is nu in de tweede helft van 2020 de aanbesteding te starten. Het project ligt nog op koers om, conform afspraken in de realisatieovereenkomst met het Rijk, medio 2023 gereed te zijn. Wel is het project daarbij afhankelijk van het tijdig gereed hebben van de coupure door Levvel.

Duurzame Energie projecten
De Afsluitdijk is een ideale proeftuin voor nieuwe innovaties op het gebied van duurzame energie. Op/bij de dijk wordt nog steeds succesvol getest met Blue Energy. Voor de opschaling zijn verschillende locaties in beeld (geweest). De Afsluitdijk is volgens de initiatiefnemers de betere optie. Initiatiefnemers stellen momenteel een Businesscase op. In de volgende Berap kunnen we u meer berichten.
Op het Wad nabij Breezanddijk is in 2019 getest met een onderwaterkite: een vlieger die energie opwekt door gebruik te maken van de stroming. Voor de doorontwikkeling van de techniek bij Ameland heeft het Waddenfonds onlangs een subsidie beschikt.
Er wordt concreet onderzocht of een test met zonnepanelen op asfalt/parkeerterrein bij het Waddencentrum mogelijk is. Een initiatiefnemer wil de onderhoudsvraagstukken rondom deze techniek langjarig gaan testen.
Een proef met drijvende zonnepanelen bij Breezanddijk is vooreerst opgeschort. RWS wil eerst op één andere plek in het IJsselmeer de effecten testen.
Door het faillissement van Tocardo, de leverancier van stromingsturbines, gaan de getijdenenergieprojecten op de Afsluitdijk definitief niet door. De stuurgroep van de Afsluitdijk zal de financiële consequenties in kaart brengen.

PS hebben in 2016 besloten middelen beschikbaar te stellen voor de backbone, de kabel van de Afsluitdijk richting het vaste Friese land. Kijkende naar de ontwikkelingen op de Afsluitdijk, met oa. het wegvallen van de getijdenenergieprojecten, is een bijdrage aan de backbone niet meer nodig. De middelen vallen niet vrij. Binnen hetzelfde beleidsprogramma zullen deze worden ingezet voor de financiering van de programmakosten (zie toelichting bij risico programmabureau).

Living Lab
In december 2017 is door PS een motie aangenomen om een breed Living Lab, meerdere thema’s, op de Afsluitdijk te verkennen. In 2020 wordt verwacht dat een Living Lab rondom de innovaties Duurzame Energie op de Afsluitdijk een verbijzondering zal worden van c.q. zich gaan aansluiten bij het initiatief voor de Energiecampus in Leeuwarden. Daarmee kan een schaalgrootte ontstaan waarbinnen de Triple Helix (onderwijs, overheid, ondernemers) goed kan functioneren.

Voor de brede insteek van het Living Lab wordt gezocht naar aansluiting bij o.a. de Fryslan  Campus, Blue Delta discussie, IPF en het Global Centre on Climate Adaptation (GCA) van de VN te Groningen. De belangstelling vanuit de kennissector is nog steeds groot.

Monument
In 2020 gaan we samen met Rijkswaterstaat verder met de ontwikkeling van het Monument. De buitenruimte van het Monument zit in het Rijkscontract en zal de komende jaren opgeknapt worden. RWS wil de upgrade van het vastgoed deel graag gereed hebben begin 2023. DNA participeert financieel en inhoudelijk in de ontwikkeling. Focus is met name op toegevoegde waarde op het gebied van recreatie en toerisme en energieprestaties (show-case duurzame energie).

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Het niet tijdig leeg hebben van depot Oostpoort is geen actueel risico meer. De gronden zullen worden ingezet in de natuurvoorziening van Windpark Fryslan, waar het project Vismigratierivier een samenwerking mee heeft.

Voor de Vismigratierivier zijn PFAS en stikstof actuele thema’s in relatie tot vergunningen. Vooralsnog leidt dat echter niet tot problemen.

In 2015 hebben PS middelen beschikbaar gesteld voor de financiering van het programmabureau tot en met 2020. Destijds is aangegeven tzt met een nieuw voorstel te komen voor de jaren 2021 tot en met 2023. De partners van DNA hebben een bijdrage al geregeld. Ook van de Provincie is een bijdrage nodig, anders is er onvoldoende budget voor de aansturing en begeleiding van het programma DNA. De komende jaren staan in het teken van uitvoeren en afronden. De afstemming met de andere projecten (RWS en WPF) vraagt nog steeds veel aandacht. Zowel vanuit het oogpunt van risico’s, maar ook van kansen. Omdat de bijdrage aan de backbone niet meer benodigd is worden deze middelen binnen hetzelfde beleidsprogramma ingezet voor de financiering van het programmabureau voor de jaren 2021 en 2022. Voor 2023 zal er alternatieve financiering gezocht worden.

De Covid-19 crisis kan meerdere gevolgen hebben voor de lopende activiteiten. Eerste zichtbare effect is de sluiting van het Afsluitdijk Wadden Center tot 1 juni. Het werk aan de Afsluitdijk gaat vooralsnog gewoon door.

7a   Sluis Kornwerderzand

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
7a Sluis Kornwerderzand

Het onderdeel sluis Kornwerderzand wordt uitgevoerd door de projectorganisatie DNA maar kent een andere geografische bestuurlijke samenwerking. Om die reden en om het strategische belang is dit project hierna separaat opgenomen in de begroting.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluiten genomen voor wat betreft project sluis Kornwerderzand. Medio 2020 zal aan PS gevraagd worden in te stemmen met een uitvoeringsbesluit inclusief de financiering en tevens zal de bestuursovereenkomst, te sluiten tussen het rijk en de provincie, waarin de onderlingen afspraken zijn vastgelegd aan PS worden voorgelegd voor wensen en bedenkingen.

Wat heeft het gekost?
In juni 2019 is een akkoord bereikt tussen Rijk en regio over financiering en risico’s van het project Verruiming Sluis Kornwerderzand. De totale projectkosten zijn € 200 miljoen. Hiervoor worden de verkeersbruggen vervangen de sluis verruimd en vaargeulen op het IJsselmeer verruimd. Het rijk draagt € 111 miljoen bij, de regio draagt € 88,5 miljoen bij.
Ten opzichte van de eerder door de regio toegezegde bijdrage van € 73,5 miljoen is dus nog een extra bedrag van € 15 miljoen toegezegd, om een akkoord te bereiken.
Een deel van de totale regionale bijdrage (maximaal € 24,5 miljoen) komt voor rekening van de provincie Fryslân. Als provinciale bijdrage in de financiering was inmiddels al een bedrag van € 15 miljoen beschikbaar gesteld. In het kader van de onderhandelingen hebben GS, onder voorbehoud van Provinciale Staten ingestemd met het garant staan van het extra aandeel van € 9,5 miljoen in de totale regionale bijdrage. Door de markt is een bijdrage toegezegd van € 26,5 miljoen. Gesprekken tussen markt, provincie en rijk vinden plaats om tot een juridische regeling te komen, zodat de marktbijdrage is gegarandeerd.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
In juni 2019 hebben regio en Rijk (Minister I&W)  een akkoord bereikt over de financiering van het project Verruiming Sluis Kornwerderzand. Met de minister van IenW is onder meer afgesproken dat de provincie de uitvoering van het werk onder haar verantwoordelijkheid organiseert en laat uitvoeren.
Inmiddels zijn de afspraken tussen Rijk en regio vastgelegd in een Bestuursovereenkomst. Ondertekening wacht op het definitief afronden van de gemaakte financieringsafspraken. Zo moet er nog een aanvraag bij het Waddenfonds worden ingediend en wordt nog door de marktpartijen, die een bijdrage van € 26,5 miljoen hebben toegezegd, overleg gevoerd met het Rijk over een regeling op basis waarvan de marktbijdrage kan worden afgedragen. De inzet was met de marktpartijen in het eerste kwartaal tot afspraken te komen. De materie is lastiger dan voorzien. Met Rijkswaterstaat wordt, in aansluiting op de Bestuursovereenkomst, gewerkt aan een realisatieovereenkomst (ROK). In deze overeenkomst worden de afspraken over de uitvoering en de betrokkenheid van Rijkswaterstaat als beheerder vastgelegd. De ROK is inmiddels in concept gereed. Ondertekening wacht op het definitief maken van de financiering.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
De minister heeft aangegeven dat zij geen risico’s wenst te aanvaarden voor dit project, uitgezonderd het risico van niet gesprongen explosieven. De provincie heeft weliswaar de ruimte om het project zelfstandig te organiseren en uit te voeren, maar dit betekent ook dat de provincie staat voor de risico’s in het project. Echter, elk project kent risico’s in de voorbereiding- en bouwfase. In de raming van projecten zijn dergelijke risico’s vertaald in een opslag in de totale projectraming.

Het project brede sluis is planologisch geregeld, maar er moeten nog wel bepaalde vergunningen worden aangevraagd. In dat kader is o.a. de PAS en PFAS een actueel thema, maar op dit moment nog geen probleem.

Onderdeel van de totale financiering is de marktbijdrage. Het ontwikkelen van een instrument om deze bijdrage te kunnen is niet eenvoudig gebleken. Vanuit het Rijk is aagegeven dat een publiekrechtelijke oplossing niet tot de mogelijkheden behoort. Gezocht wordt nu naar een privaatrechtelijke oplossing. In hoeverre dit voldoende draagvlak zal hebben bij de betrokken marktpartijen in momenteel niet duidelijk. Het risico is daarmee aanwezig dat niet de volledige €26,5 miljoen van de markt beschikbaar komt.

8     Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
8 Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus)

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 nog geen besluiten over het Innovatiecluster Drachten genomen.

Wat heeft het gekost?
Voor de vierde fase is op 18 december 2018 € 3.587.197,- beschikbaar gesteld. Er is toen ook besloten om een bedrag van € 538.400 beschikbaar te stellen voor de periode 2021-2022. Dekking hiervoor moet komen uit vrijval uit de eerdere fasen eventueel aangevuld vanuit het budget Agenda Economie. De bijdrage van de provincie is maximaal 25% van de totale projectkosten. De gemeente Smallingerland draagt ook 25% bij, de overige 50% komt van de deelnemende bedrijven.

Voor de financiering na 2023 is een bedrijfsplan 2028 opgesteld. Voor dit bedrijfsplan moet nog noordelijke steun worden verkregen.

Wat wilden wij bereiken en wat hebben wij bereikt?
Het Innovatiecluster Drachten is opgedeeld in vier fasen van twee jaar.

  • fase 1 (2013-2014): eerste aanzet geven voor het realiseren van een volwaardig innovatiecluster in Drachten. Accent ligt op het boeien en binden van personeel.
  • fase 2 (2015-2016): nadruk op doorontwikkeling van fase 1 en het realiseren van twee R&D projecten.
  • fase 3 (2017-2018) en fase 4 (2019-2020): opschalen naar nog meer ecosysteemfuncties, zoals precompetatieve gezamenlijke R&D in samenwerking met regionale onderzoeksinstellingen (UCF, NHL Hogeschool/Stenden, Hanzehogeschool, Windesheim, RUG, UT Twenthe).

Zwaartepunt in de vierde fase is gericht op het laten doorgroeien van het cluster naar 20-24 bedrijven waardoor er een soort Noordelijk vliegwiel met een as in Drachten ontstaat. Inmiddels zijn er 21 bedrijven uit de drie noordelijke provincies aangesloten bij het Innovatiecluster Drachten.

In de vierde en laatste fase van het project (2019-2020) blijft de nadruk liggen op de doorontwikkeling van het boeien en binden van personeel, aansluiten van regionale hbo en universitaire kennisinstellingen, gezamenlijke R&D projecten en shared facilities. Met name het vinden van geschikt personeel is een belangrijk aandachtspunt. De Mastertrack HTSM die door de RuG wordt ontwikkeld, speelt hierbij een belangrijke rol.

Een volgende stap is de noordelijke samenwerking in de Smart Industry Hub. Het ICD is het Friese onderdeel van deze noordelijke hub. Doel van deze hub is het meenemen van de regio Noord-Nederland in de digitalisering. Dit door Noordelijke bedrijven de kans te geven om met sparringpartners op niveau in Europa samen te werken, zodat de digitalisering van bedrijven en daarmee de regio versnelt. Inmiddels is de EFRO-aanvraag toegekend voor deze Smart Industry Hub.

Naast bovenstaande wordt ook gekeken naar een Med Tech cluster, die vanuit het ICD zijn oorsprong kan vinden.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Een mogelijk risico is dat de inzet van de reeds participerende bedrijven zich reduceert, en daarmee ook de financiële inbreng, waardoor de geformuleerde doelstellingen van het project niet worden gehaald. Vooralsnog lijkt hier geen sprake van te zijn, hoewel de impact van de corona crisis nog moeilijk in te schatten is.

9   Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel – Harlingen (programma mienskip)

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
9 Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel - Harlingen

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
In 2020 heeft PS geen besluiten genomen. Op 23 mei 2012 hebben Provinciale Staten op basis van het ontwerp-inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen een bedrag van € 12,8 mln beschikbaar gesteld. Op 18 oktober 2017 heeft PS de vierde planwijziging vastgesteld.

Wat heeft het gekost?
Voor 2020 is circa € 4 mln. aan uitgaven gepland, waarvan de provincie ongeveer 21,5%  bijdraagt. De totale uitgaven van provincie en betrokken partijen vanaf 2014 tot 1 april 2020 bedragen bijna € 40,1 mln, waarvan € 176.000 uitgaven in 2020. Tot de € 40,1 mln behoort de aankoop van grond  – in de periode 2014-2017- voor ongeveer € 14 mln voor de wettelijke herverkaveling. De beschikbare budgetten van provincie en partijen zijn toereikend om het plan uit te voeren.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?  
De geplande bouw van een gemaal in het deelgebied de Mieden is vertraagd, omdat het verkrijgen van medewerking van grondeigenaren veel tijd vroeg en de technische uitwerking lastig bleek te zijn. Beide kwesties zijn begin 2020 opgelost. De aanbesteding zal medio 2020 plaatsvinden en het gemaal zal eind 2021 gerealiseerd zijn. De geplande uitvoering van het waterlopenbestek Herbaijum en het bestek voor de verbreding van twee gemeentelijke landbouwwegen is niet in 2019, maar begin 2020 gestart. Deze vertraging kwam door de stikstofproblematiek. In het waterlopenbestek gaat het om verhoging van kades, verbreding van vaarten en sloten en aanleg van stuwen en duikers. De oplevering van beide bestekken is gepland in 2021.

De verhoogde brug bij Ried is in december 2019, eerder dan verwacht werd, opgeleverd. Daarmee zijn de verhogingen van alle vier bruggen uit het plan klaar. Het rioleringsbestek Tzummarum is begin 2020 opgeleverd. De bodemdaling was de reden om de riolering aan te passen. Er is op verzoek en op kosten van Wetterskip Fryslân een extra bestek voor drie grote inlaten gemaakt. Twee daarvan waren eind 2019 klaar. De derde wordt in het voorjaar van 2020 opgeleverd.

Het definitieve ruilplan (wettelijke herverkaveling) zou medio 2020 ter inzage komen, maar de totstandkoming vergt meer tijd, naar verwachting tot het najaar van 2020. Belangrijke reden hiervoor is dat bij de ruilingen op goede wijze rekening gehouden moet worden met landschappelijke waarden. Om dat goed te kunnen doen, hebben de gemeenten Waadhoeke en Harlingen haar landschapsbeleid in december 2019 verduidelijkt. De afronding van het ruilplan, inclusief de financiële verrekening, loopt langer door. Die afronding blijft binnen de planning tot 2024.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
De algehele planuitvoering blijft binnen de afgesproken planning (2014 t/m 2023) en de kosten blijven binnen de planbegroting. Het ruilplan voor de gronden wordt naar verwachting voor 2024 afgerond. Er is naast de planbegroting € 50,5 mln voor circa € 14 mln aan grond aangekocht. Deze grond wordt in het ruilplan ingebracht en verkocht. De grond is tot nu toe gefinancierd uit de planbegroting. In de bestuurscommissie hebben partijen de intentie uitgesproken de grond afzonderlijk van de planbegroting te financieren. Dit om een effectieve en efficiënte uitvoering van de maatregelen te borgen.  Er wordt gewerkt aan een voorstel voor de financiering van de grond.

De bestaande risico’s zijn goed beheersbaar. Een groot nieuw risico voor de gehele planuitvoering is de corona problematiek. Die vergroot de kans dat de uitvoering vertraagt. Een ander risico ligt bij de wettelijke herverkaveling. Het  rekening houden met landschappelijke waarden kan in een aantal situaties onvoldoende oplossingen bieden in de verkaveling. Dat kan later bij de ter inzage legging leiden tot meer beroepen en daarmee vertraging. Bovenstaande maakt dat het vertrouwen bij de betrokkenen in de streek om tot een goede verkaveling begin 2020 is afgenomen.

In 2019 kwam naar buiten dat Frisia Zout BV haar zoutwinning bij winput BAS 3Orginal (nabij Sexbierum) heeft gestaakt vanwege technische problemen. Er loopt nog onderzoek van de bestuurscommissie naar de gevolgen, maar vooralsnog lijkt de stopzetting geen gevolgen voor de planuitvoering te krijgen.

10   Uitvoering natuuropgave

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
10 Uitvoering natuuropgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave.

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. Wij rapporteren over de uitvoering van het Natuurpact in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de verantwoording over het lopende begrotingsjaar. Daarnaast is inzicht nodig in de voortgang van de uitvoering over de gehele looptijd van het Natuurpact, met name voor de natuurontwikkelingsopgave. Om dit inzicht te kunnen bieden, nemen we het Natuurpact op in de paragraaf grote projecten. Naar aanleiding van het PS besluit op 10 juli 2019 is nu in de begroting 2020 een eerste aanzet gegeven voor de definitieve opzet van dit onderdeel.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?
Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluit genomen.

Wat heeft het gekost?
De uitvoering van de natuuropgave bestaat uit verschillende onderdelen. In het onderzoek naar de tekorten op het Natuurpact door BMC is geconstateerd dat er op verschillende onderdelen tekorten te verwachten waren. In het kader van het BMC onderzoek is berekend dat het verwachte tekort in totaal op € 63 mln. uitkwam. Het beleid was om deze tekorten ten laste te brengen van de natuurontwikkelingsopgave, onder andere omdat kwaliteit voor kwantiteit van natuur gaat. Dit is ook het uitgangspunt geweest bij het PS besluit van 10 juli 2019.

Naar aanleiding van dit PS besluit is de programmering geactualiseerd. Dat wil zeggen dat de peildatum van zowel de inkomsten als de uitgaven is aangepast naar 1-1-2019. Na de besluitvorming in PS is de tabel geactualiseerd en zijn de tekorten op de andere onderdelen verrekend ten laste van de ontwikkelopgave. Deze nieuwe programmering staat in onderstaande tabel, inhoudelijk rapporteren we in deze paragraaf alleen over onderdeel 1, de natuurontwikkelingsopgave. Over de andere onderdelen wordt gerapporteerd in programma 3.1 bij het onderdeel natuur.

Tabel met geactualiseerde programmering totale natuuropgave in nieuwe indeling op basis van het scenario 5 b van de Natuer mei de Mienskip. Betreft periode 2014-2027, peildatum 1-1-2020

De programmering 2020 is aangepast naar aanleiding van de kosten van 2019. Daarbij zijn een paar grotere wijzigingen opgetreden. Bij het doel Natura 2000 is in 2019 minder budget gebruikt. Dit niet bestede budget is over de komende jaren herverdeeld. Bij de doelen Natuurbeheer en Agrarisch natuurbeheer speelde de kasritme schuif. Dit houdt in dat het Rijk de kosten van deze doelen altijd achteraf betaalde en dat de provincie deze vooruit betaald. Daarin was in de programmering rekening gehouden, maar de kasschuif bleek in beide gevallen hoger uit te pakken. De lagere kosten bij het doel Soortenbeleid – Ganzen komt doordat voor 2019 de kosten waren geraamd op € 10,7 miljoen. Als gevolg van het lagere droge stofgehalte van het gras zijn de kosten fors maar beneden gegaan naar € 7,5 miljoen.

Bij de uitwerking van de scenario’s voor de natuurontwikkelingsopgave is aangegeven dat er vanaf 1-1-2018 € 79 mln. beschikbaar is voor verwerving en nog te starten inrichtingsprojecten. Het bedrag van € 79 mln. is in bovenstaande tabel bij de ontwikkelopgave niet zo terug te vinden, omdat in het bedrag in de tabel ook het budget voor de lopende inrichtingsprojecten is opgenomen. Dit bedrag is over de verschillende kolommen bij de ontwikkelopgave verdeeld. We zijn het bedrag van € 79 mln. inzichtelijk aan het maken, zodat de voortgang hiervan duidelijk wordt. Binnen de € 79 mln. is ook €12,8 mln. personeelsinzet opgenomen, dit zal afzonderlijk in beeld worden gebracht. In de 2e berap zal een toelichting op de € 79 mln. worden gegeven en hoe dit terug te vinden is in de bedragen in bovenstaande tabel.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

  • We gaan verder met de uitvoering van de ontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS.
  • De inschatting is dat er nog twee projecten worden afgerond, namelijk: Swette de Burd en het LIFE project Alde Feanen. Door de PFAS en PAS zijn er vorig jaar een aantal projecten niet in uitvoering gekomen; deze projecten worden na het broedseizoen 2020 gestart. Het betreft de uitvoering van: Beekdal Linde 3e module, Koningsdiep 3e module en Alde Feanen 3e module. Daarnaast wordt gewerkt aan een aantal planvoorbereidingsprojecten. De inschatting is dat door de Corona-maatregelen deze projecten toch vertragen omdat besluitvorming naar achteren schuift.
  • M.b.t. de verwerving van gronden binnen NNN lopen er diverse onderhandelingen, maar omdat dit een minnelijk traject betreft is het onzeker of deze onderhandelingen tot een aankoop komen en zo ja wanneer. De inschatting is dat er dit jaar niet zoveel hectares worden verworven, o.a. doordat door de corona onderhandelingen stil liggen. Naast te verwerven hectares worden er ook ingerichte provinciale gronden verkocht. De inschatting is dat er dit jaar ca. 150 hectare ingerichte provinciale gronden worden verkocht.
  • In 2020 werken wij in samenwerking met de partners van Natuer mei de Mienskip aan een vernieuwende aanpak van het natuurbeleid door pilots uit te voeren. Inmiddels is daarvoor een organisatie ingericht. Ook zijn twee gebiedspilots gestart met een voorverkenning. In het eerste pilotgebied Burgumer mar en De Leijen heeft dat een vervolg gekregen en wordt via een verkenning met het gebied een plan opgesteld. In het tweede pilotgebied bij het Sneekermeer zijn enkele concrete kansen voor realisatie van het NNN naar voren gekomen en die worden opgepakt, maar bleek een gebiedsproces geen haalbare weg. Er wordt een volgend pilotgebied gezocht om de aanpak van NmdM verder te toetsen. Ook is er een leertraject opgezet in samenwerking met het ministerie van BZK om de leerervaringen in beeld te brengen en de pilotfase te kunnen evalueren.
    Vanwege de corona-maatregelen zijn de gebiedsbijeenkomsten voor de pilots uitgesteld (die waren voor Burgumer mar en De Leijen gepland in april). Wellicht kunnen deze bijeenkomsten pas na de zomer plaatsvinden. Er is dus een risico dat er een vertraging optreedt van 5 maanden of meer.

Tabel met geactualiseerde programmering re realiseren ha’s in de natuurontwikkelingsopgave
Betreft periode 2019-2027, peildatum 1-1-2019. Gebaseerd op scenario 5b

* De hectares in deze kolom zijn gebaseerd op de berekeningen van sceneario 5b van de Natuer mei de Mienskip. Dit betekent dat we het programma uitvoeren conform besluit zoals PS dat 10 juli 2019 hebben genomen, dus binnen het beschikbare budget. Een deel van de provinciale ambitie wordt niet gerealiseerd.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

  • Tempo grondverwerving te laag Het tempo van de vrijwillige grondverwerving is te laag om de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 te behalen. Als maatregel kan worden gekozen om het instrument onteigening in te zetten om de laatste percelen, die nodig zijn om een groter gebied in te richten, sneller te verwerven. Hiervoor wordt in 2020 een voorstel ter besluitvorming aan PS voorgelegd. Dit brengt wel hogere kosten met zich mee wat op zichzelf weer een negatief effect heeft op het aantal ha’s dat kan worden gerealiseerd met het budget. De inzet van de grondbank kan ook dienen om de grondverwerving te versnellen. Over de grondbank neemt PS dit jaar ook een besluit.
  • Bij verdere uitwerking blijkt scenario 5b niet uitvoerbaar te zijn – scenario 5b vergt nog verdere uitwerking, er zijn nog vragen over de concrete uitvoerbaarheid, de tools en de governance. Daarom zullen er 3 pilots uitgevoerd worden. Het risico bestaat dat scenario 5b toch niet uitvoerbaar zal blijken. PS hebben besloten om in dat geval scenario 3+ als terugvaloptie te kiezen.
  • Risico op vertraging vanwege de Corona-maatregelen – zie bij ‘wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt’
  • Tekorten op andere onderdelen van het Natuurpact komen mogelijk ten laste komen van € 79 mln. – De natuurontwikkelingsopgave is onderdeel van het Natuurpact. Binnen het Natuurpact is afgesproken dat er voldoende financiering moet zijn voor de andere onderdelen. En dat als er een tekort is binnen het Natuurpact dit ten laste komt van de € 79 mln. met als gevolg dat er minder NNN wordt aangelegd. In PS d.d. 10 juli 2019 is afgesproken dat indien dit aan de orde is, we dit ter goedkeuring aan u voorleggen en we 2x per jaar een risicoanalyse op het totale Natuurpact aan u opleveren.Plafond InvesteringsKrediet Grond (IKG) is niet toereikend – De grondaankopen voor de natuurontwikkelingsopgave worden gefinancierd vanuit het Investeringskrediet Grond (IKG: dit is een voorfinancieringsinstrument; pas op een later moment als de gronden worden verkocht, worden de gronden gefinancierd vanuit het Natuurpact). Wanneer het plafond van het IKG bereikt wordt, kunnen nieuwe aankopen niet gefinancierd worden. In de begroting 2020 is dit als risico benoemd.
    Bij de jaarrekening 2019 is de afwaarderingssystematiek gelijk getrokken met de reguliere waarderingssystematiek; Dit houdt in dat de afwaardering plaatsvindt op het moment van besluitvorming over de inrichting van de gronden waarbij de functieverandering definitief wordt. De IKG gronden die al in inrichting zijn, zijn bij de jaarrekening 2019 afgewaardeerd naar natuurwaarde. Hierdoor is er meer ruimte gekomen is in het IKG. Daarnaast is er meer inzet om ingerichte natuurgronden te verkopen. Wij hebben vorig jaar het Verkoopkader natuurgronden vastgesteld en de voorbereiding van de verkopen gestart; dit jaar verwachten we de eerste verkopen te kunnen realiseren. Inzet is om dit te gaan versnellen.
  • Bij verdere uitwerking blijkt scenario 5b niet uitvoerbaar te zijn – scenario 5b vergt nog verdere uitwerking, er zijn nog vragen over de concrete uitvoerbaarheid, de tools en de governance. Daarom zullen er 3 pilots uitgevoerd worden. Het risico bestaat dat scenario 5b toch niet uitvoerbaar zal blijken. PS hebben besloten om in dat geval scenario 3+ als terugvaloptie te kiezen.

11   Breed cofinancieringsbudget

Gewenste resultaten

Verwacht je dat eind 2020 de beleidsuitvoering verlopen is volgens de inhoudelijke afspraken in het onderliggende document waarin het beleid is vastgesteld (beleidsnota, etc.)?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Tijd

Verwacht je dat eind 2020 het gewenste resultaat is gerealiseerd? Of, als de einddatum voor de realisatie verder in de tijd ligt: Verwacht je dat je eind 2019 op schema ligt om het gewenste resultaat te realiseren binnen de afgesproken termijn?

  • Ja, dit gaat zeker lukken
  • Niet zeker of dit gaat lukken
  • Nee, dit gaat niet lukken

Geld

Verwacht je dat geld een belemmerende factor is voor het behalen van het gewenste resultaat? Of verwacht je dat het beschikbare budget toereikend is om in 2020 de gewenste resultaten te realiseren?

  • Geld vormt geen belemmerende factor: er wordt geen onder- of overbesteding verwacht
  • Er is een kans op overschrijding
  • Er is een overschrijding
  Beleid Tijd Geld
11 Breed cofinancieringsbudget

Toelichting:

De onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (de meerjarenbegroting van de EU) verlopen moeizaam en een akkoord wordt waarschijnlijk pas voor het najaar van 2020 verwacht. Dit heeft als consequentie dat het onzeker is welke Europese middelen beschikbaar zullen worden gesteld. De start van het nieuwe programma GLB-NSP als opvolger van POP3 staat gepland voor 2023 waardoor er een overgangsperiode komt in de jaren 2021 en 2022.
De provinciale cofinancieringsmiddelen zijn vooralsnog voldoende voor de pijplijnprojecten voor zover bekend.

Op 31 oktober 2018 hebben Provinciale Staten de notitie vereenvoudiging financieel beleid vastgesteld. Onderdeel hiervan vormde het instellen van een breed cofinancieringsbudget.
Met dit breed cofinancieringsbudget wordt meer flexibiliteit in de begroting gecreëerd.
In deze paragraaf wordt het totaal overzicht van het cofinancieringsbudget gepresenteerd inclusief het onderscheid in de verschillende (europese) programma’s. Hiermee is inzichtelijk wat de stand is van zowel het totale budget als het budget voor de onderliggende programma’s.

De overzichten zijn verdeeld in 2 groepen namelijk:
– projecten die vóór 1 augustus 2019 zijn gestart en die per 1 april 2020 nog niet zijn vastgesteld.
– lopende projecten die na 1 augustus 2019 zijn gestart.
Deze laatste groep projecten levert een bijdrage aan het resultaat 59 uit het bestuursakkoord:
Resultaat 59: we halen minimaal 130 mln. aan Europese middelen binnen die bijdragen aan de brede Friese welvaart.”
Door dit onderscheid sluiten we niet helemaal meer aan bij de Europese programmaperiode die loopt van 2014-2020.

Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2020 genomen?

Provinciale Staten hebben in 2020 geen besluit genomen.

Financiële stand van zaken

Opbouw reserve breed cofinancieringsbudget

  • Bedragen x € 1.000,-
  • Europese programma’s:
  • Efro-ez/Interreg/Waddenfonds
  • POP3
  • Totaal
  • Stand per 1-1-2019
  • 5.562
  • 9.843
  • 15.405
  • Stand per 31-12-2019
  • 10.408
  • 16.840
  • 27.248

Toelichting:

De cofinancieringsbijdrage is in de meerjarenbegroting opgenomen. Wanneer deze in het jaar zelf niet tot besteding komt, dan vloeien de restant middelen naar de reserve. Voor een deel zal dit al belegd zijn met verplichtingen voor projecten/maatregelen die nog in uitvoering zijn. Aan het eind van dit onderdeel is een overzicht opgenomen van de co-financieringsmiddelen die nog inzetbaar zijn in deze collegeperiode.

Projecten collegeperiode 2015-2019

EFRO-EZ/Interreg/Overig

Hieronder is een overzicht gegeven van de projecten die gestart zijn in de vorige collegeperiode (vóór 1-8-2019) en die op 1 april 2020 nog niet waren vastgesteld door Europa/Provincie. In het overzicht zijn de totale kosten opgenomen en de bijdrageverdeling daarvan. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal projecten voor het gehele noorden zijn en dat niet de gehele bijdrage van de EU in onze provincie terecht komt. De bijdrage die wij ontvangen is daarom apart weergegeven.

  • Europees programma - bedragen x € 1.000,-
  • Programma 2007-2013
  • Creative Europe
  • Programma 2014-2020
  • EFRO-EZ
  • Interreg VA
  • Interreg North Sea
  • Interreg Europa
  • Horizon 2020
  • Creative Europe
  • Erasmus +
  • Overige EU fondsen
  • Overig
  • Fryslân fernijt (restant)
  • Totaal EU programma’s
  • Aantal
  • 1
  • 21
  • 23
  • 7
  • 9
  • 6
  • 1
  • 5
  • 11
  • 1
  • 85
  • Project omvang
  • 206
  • 33.492
  • 118.871
  • 64.298
  • 14.464
  • 24.684
  • 639
  • 2.305
  • 9.610
  • 10
  • 268.580
  • Europese subsidie
  • 103
  • 12.445
  • 57.877
  • 31.547
  • 12.295
  • 24.684
  • 383
  • 2.060
  • 4.860
  • 0
  • 146.254
  • Europese subsidie Fryslân
  • 103
  • 7.464
  • 6.131
  • 2.875
  • 2.087
  • 6.703
  • 55
  • 983
  • 1.502
  • 0
  • 27.905
  • Cofinanciering Provincie
  • 103
  • 2.422
  • 1.417
  • 1.546
  • 268
  • 0
  • 37
  • 39
  • 243
  • 10
  • 6.084
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 206
  • 19.728
  • 11.348
  • 6.477
  • 2.456
  • 6.703
  • 92
  • 1.228
  • 2.082
  • 10
  • 50.329

POP3
Het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) maakt sinds 2000 deel uit van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De Europese Commissie heeft op 16 februari 2015 het nationaal plan van Nederland voor het POP3-programma goedgekeurd. Het programma is gemaakt in een samenwerking van het Ministerie van Economische zaken, de 12 provincies en landbouw- en natuurorganisaties. POP3 richt zich op 5 thema’s:

  • versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht
  • jonge boeren
  • natuur en landschap
  • verbetering van waterkwaliteit
  • LEADER (versterken landelijk gebied)

De provincies bepalen zelf op welke thema’s ze de nadruk leggen.

In onderstaand overzicht zijn de maatregelen uit het lopende POP3 programma aangegeven die gestart zijn in de vorige collegeperiode en die nog niet zijn vastgesteld per 1 april 2020. In het overzicht zijn de totale kosten en de bijdrageverdeling opgenomen. De uitvoering van deze maatregelen vindt de komende jaren nog plaats.

  • Bedragen x € 1.000,-
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5a
  • 5b
  • 6a
  • 6b
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10a
  • 10b
  • 10c
  • POP3 Maatregel
  • Trainingen, workshops
  • Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering landbouwbedrijven
  • Jonge landbouwers
  • Proceskosten kavelruil
  • Niet productieve investeringen biodiversiteit
  • Niet productieve investeringen PAS *
  • Niet productieve investeringen water
  • Niet productieve investeringen water internationale doelen
  • Samenwerking voor innovaties
  • Samenwerking in het kader van EIP
  • Leader
  • ANLB *
  • ANLB blauwe diensten
  • Behoude akker- en weidevogels
  • Overgangsmaatregelen POP2
  • Uitvoeringskosten
  • Totaal POP3
  • Totale kosten
  • 3.255
  • 4.140
  • 2.476
  • 1.750
  • 4.265
  • 5.957
  • 20.357
  • 13.102
  • 3.509
  • 1.392
  • 5.315
  • 96.955
  • 2.900
  • 2.288
  • 6.054
  • 9.000
  • 182.714
  • Bijdrage EU
  • 1.628
  • 2.070
  • 1.238
  • 875
  • 2.133
  • 2.978
  • 10.178
  • 13.102
  • 1.754
  • 696
  • 2.657
  • 62.567
  • 1.450
  • 2.288
  • 6.054
  • 744
  • 112.412
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.628
  • 2.070
  • 1.238
  • 875
  • 2.133
  • 2.978
  • 0
  • 0
  • 1.754
  • 696
  • 2.623
  • 34.388
  • 0
  • 0
  • 0
  • 8.256
  • 58.639
  • Bijdrage Overig
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 0
  • 10.178
  • 0
  • 0
  • 0
  • 34
  • 0
  • 1.450
  • 0
  • 0
  • 0
  • 11.663
* De provinciale cofinancieringsbijdrage bij deze maatregelen komt vanuit de natuurpactgelden. 

Waddenfonds
Naast de cofinanciering van Europese programma’s levert de provincie ook een cofinancieringsbijdrage aan door het Waddenfonds gesubsidieerde programma’s en projecten. Eind 2016 hebben Provinciale Staten van de drie Waddenprovincies het Investeringskader Waddengebied 2016 – 2026 vastgesteld. Doel is om via dat  Investeringskader robuuste meerjarige programma’s en projecten voor de versterking van de economie en ecologie van het Waddengebied van de grond te krijgen en succesvol te realiseren. Het investeringskader Waddengebied richt zich daarbij op 6 majeure opgaven, waarvoor verwezen wordt naar  www.investeringskaderwaddengebied.nl

Sindsdien betreft de provinciale cofinanciering van met Waddenfondsmiddelen gesubsidieerde programma’s en projecten twee (in plaats van één) categorieën. Ten eerste de gebruikelijke cofinanciering van projecten die via de (reguliere) Waddenfondstenders lopen en ten tweede de cofinanciering van robuuste meerjarige programma’s en projecten die invulling geven aan het Investeringskader Waddengebied.

Ter realisering van de doelen van het Investeringskader Waddengebied is in 2019 een cofinancieringsbijdrage verstrekt aan Vermarkten Werelderfgoed, het Wadden Centrum Gastvrij Schiermonnikoog en aan Waddenmozaïek, een robuust en meerjarige programma voor het doen van pilots gericht op het herstel van de habitatdiversiteit in de Waddenzee. Vanaf 2020 is een interprovinciale programmamanager verantwoordelijk voor de realisatie van het Investeringskader. Deze wordt hiertoe bijgestaan door zes interprovinciale opgaveteams, waarin tevens adviseurs vanuit het Waddenfonds participeren. Deze opgaveteams hebben in 2019 diverse programma’s en projecten doorgeleid naar het Waddenfonds, waarvoor het komende jaar provinciale cofinancieringsbijdragen wordt verstrekt.

In onderstaand overzicht staat de totale cofinanciering vanuit de provincie Fryslân van met Waddenfonds middelen gesubsidieerde programma’s en projecten die gestart zijn in de vorige coalitieperiode en nog niet zijn vastgesteld per 1 april 2020.

  • Bedragen x €1.000,-
  • Waddenfonds tenders
  • Investeringskader waddengebied
  • Totaal waddenfonds
  • Aantal
  • 18
  • 3
  • 21
  • Totale kosten
  • 41.997
  • 12.073
  • 54.070
  • Bijdrage Waddenfonds
  • 24.897
  • 6.502
  • 31.398
  • Cofinanciering Provincie
  • 12.419
  • 1.585
  • 14.005
  • Bijdrage Overig
  • 4.681
  • 3.986
  • 8.667

Bestuursakkoord 2019-2023

Het Bestuursakkoord gaat uit van het centrale begrip ‘brede welvaart’ en kiest voor intensivering van de Friese inzet op Europa. Het binnenhalen van meer Europese middelen in deze collegeperiode is de meest tastbare vertaling van deze grotere inzet.

De intensivering van de inzet op Europa heeft een tweeledige achtergrond:

  • Inhoudelijk: meer aanhaken bij Europese ambities stelt Fryslân beter in staat de eigen doelen te realiseren. We verbreden onze horizon, worden erop gevergd onze doelen scherper te formuleren, meer samen te werken met andere regio’s in Europa en bij te dragen aan Europese doelstellingen. Projecten die een beroep kunnen doen op Europese middelen, opereren steevast in een omgeving van internationale concurrentie en worden beoordeeld op excellentie. We worden hierdoor voortdurend uitgedaagd het beste uit onszelf te halen
  • Financieel: door de krimpende provinciale begroting wordt het binnenhalen van meer Europese middelen steeds urgenter.

We willen dit realiseren via:

  • Door gericht uit te blinken in Friese sterke punten als Watertechnologie, Circulaire Economie, de Maritieme sector en Natuurinclusieve Landbouw – waar Fryslân goed in is en echt iets kan bijdragen aan de Europese ambities – willen we ook een groter beroep doen op Europese middelen. Op basis daarvan ontwikkelen we projecten rondom deze onderwerpen en halen daarmee extra Europese middelen naar Fryslân.”
  • Onze belangrijkste partner buiten de landsgrenzen is de Europese Unie zelf. We stellen ons de komende jaren als een open partner op tegenover Europa en stoppen meer menskracht en tijd in de verbinding met Europa. Daarbij blijven wel altijd onze eigen Friese doelen uitgangspunt. Op veel terreinen dragen we daarmee ook bij aan de doelen van Europa.

Projecten collegeperiode 2019-2023

Hieronder is een overzicht gegeven van de projecten gestart na 1 augustus 2019 per Europees programma met daarbij de totale kosten en de bijdrageverdeling daarvan. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal projecten voor het gehele noorden zijn en dat niet de gehele bijdrage van de EU in onze provincie terecht komt. De bijdrage die wij ontvangen is daarom apart weergegeven.

  • Europees programma - bedragen x €1.000,-
  • Programma 2014-2020
  • EFRO-EZ
  • Interreg VA
  • Interreg Europe
  • Horizon 2020
  • Totaal EU programma’s
  • Aantal
  • 5
  • 4
  • 2
  • 1
  • 12
  • Project omvang
  • 6.699
  • 3.125
  • 1.292
  • 1.100
  • 12.215
  • Europese subsidie
  • 1.815
  • 1.229
  • 180
  • 392
  • 3.617
  • Europese subsidie Fryslân
  • 1.335
  • 1.229
  • 180
  • 392
  • 3.136
  • Cofinanciering Provincie
  • 407
  • 165
  • 54
  • 93
  • 719
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 3.103
  • 1.395
  • 234
  • 485
  • 5.217

Regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren voor Noord-Nederland (MIT)
Voor de uitvoering van de regeling MIT ontvangen wij een Rijkssubsidie. De verplichte cofinanciering vanuit de provincie komt vanuit het breed cofinancieringsbudget vandaar dat wij deze regeling ook in deze paragraaf weergeven.

  • Regeling - bedragen x €1.000
  • MIT 2020
  • Totaal MIT
  • Aantal
  • 1
  • 1
  • Project omvang
  • 6.000
  • 6.000
  • Rijkssubsidie
  • 3.000
  • 3.000
  • Rijkssubsidie Fryslân
  • 1.120
  • 1.120
  • Cofinanciering Provincie
  • 1.120
  • 1.120
  • Regionale opbrengst Fryslân
  • 2.240
  • 2.240

POP3
Het huidige POP3 programma loopt nog door t/m 2020. In onderstaand overzicht zijn de maatregelen uit het lopende POP3 programma aangegeven die gestart zijn na 1 augustus 2019 inclusief de totale kosten en de bijdrageverdeling. De uitvoering van deze maatregelen vindt de komende jaren nog plaats.

  • Bedragen x € 1.000,-
  • 3
  • 6
  • 10a
  • POP3 Maatregel
  • Jonge landbouwers
  • Niet productieve investeringen water
  • ANLB *
  • Totaal POP3
  • Totale kosten
  • 1.080
  • 1.500
  • 990
  • 3.570
  • Bijdrage EU
  • 540
  • 750
  • 743
  • 2.033
  • Cofinanciering Provincie
  • 540
  • 0
  • 248
  • 788
  • Bijdrage Overig
  • 0
  • 750
  • 0
  • 750
* De provinciale cofinancieringsbijdrage bij deze maatregelen komt vanuit de natuurpactgelden.

Waddenfonds
Het brede cofinancieringsbudget is tevens bedoeld voor provinciale cofinanciering (subsidies) voor de regeling Cofinanciering Waddenfonds Fryslân. (zie tevens eerdere toelichting in deze paragraaf).

Het overzicht van de lopende projecten die gestart zijn na 1 augustus 2019 is hieronder weergegeven met ook hierbij de totale kosten en de bijdrageverdeling.

  • Bedragen x €1.000,-
  • Waddenfonds tenders
  • Investeringskader Waddengebied
  • Totaal waddenfonds
  • Aantal
  • 2
  • 2
  • 4
  • Totale kosten
  • 1.670
  • 20.341
  • 22.011
  • Bijdrage Waddenfonds
  • 944
  • 11.355
  • 12.299
  • Cofinanciering Provincie
  • 170
  • 1.344
  • 1.514
  • Bijdrage Overig
  • 557
  • 7.642
  • 8.199

Risico’s

  • De onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (de meerjarenbegroting van de EU) verlopen moeizaam en een akkoord wordt waarschijnlijk pas voor het najaar van 2020 verwacht. De tegenstellingen gaan over de hoogte van het MFK na de Brexit en over verschuivingen tussen de prioriteiten in de begroting. Een verlaging van de middelen voor het zgn. Cohesiebeleid is mogelijk en dat kan leiden tot een lager budget voor EFRO, inclusief Interreg. Beide bronnen zijn ook voor Noord-Nederland/Fryslân van groot belang voor de dekking van projecten en vragen regionale cofinanciering. Een voordeel voor Fryslân, Drenthe en Flevoland is wel dat deze drie provincies (door hun lagere bruto regionaal product en relatief hogere werkloosheid) de status van ‘transitieregio’s’ krijgen, waardoor hun aandeel in het nieuwe EFRO-budget voor Nederland gegarandeerd is
  • De middelen uit het ELFPO (Europees fonds voor Plattelandsontwikkeling) zal naar verwachting ook gekort gaan worden na het vaststellen van het MFK. Naast de gecalculeerde korting door het vertrek van lidstaat Engeland, is er ook zorg over een korting nav het ‘level playingfield’ met betrekking tot de hectare premies voor agrarische ondernemers. Landen als Polen, onder leiding van EU commissaris Wojciechowski, vinden de hectare vergoeding in Nederland gelijk getrokken zou moeten worden met de rest van de lidstaten. Dit kan in het ergste geval leiden tot een reductie van 25 % van het pijler 1 budget. De budgetten van het POP3 spoor wat in de transitieperiode tussen POP3 en GLB – NSP georganiseerd is, worden voortgezet door een landelijke (LNV) en een IPO bijdrage van 2 maal 12 mln extra om de korting na vaststelling MFK op te vangen. De start GLB – NSP staat vooralsnog gepland vanaf 2023. Huidige situatie ELFPO (POP3): 28 lidstaten, 58 miljard euro (2018). Waarvan 888 miljoen euro (NL). Nieuwe geschatte begroting MFK 52 miljard euro (2021 ?, waarvan 770 miljoen euro (NL).
  • Daar staat tegenover dat de Europese Commissie inzet op een forse verschuiving van middelen richting de Europese Green Deal. Ook dat is allemaal nog in onderhandeling, maar de verwachting is dat er uiteindelijk  voor de aanpak van de klimaatverandering extra geld naar de lidstaten gaat dat ook zal neerdalen in de regio’s
  • De EU zet veel extra geld in voor de bestrijding van de coronacrisis. Het is overigens de vraag of dat leidt tot een complete verschuiving van de EU-begroting. De extra middelen die nu worden ingezet, worden voor een deel gevonden in onderbenutting binnen de huidige begroting. Dat betreft grotendeels Cohesiemiddelen waar Nederland niet door wordt geraakt (het Nederlandse budget was namelijk al besteed of verplicht). Verder komt er veel geld uit het Europees Stabiliteitsmechanisme (waarvan het budget geregeld is) en levert de Europese Investeringsbank (met eigen financieringsbronnen) een forse bijdrage. En de grootste inzet komt van de Europese Centrale Bank (die ook niet put uit de EU-begroting maar eigen financieringsinstrumenten heeft).

Inzetbaar deel cofinancieringsbudget
De volgende provinciale cofinancieringsmiddelen zijn per 1 april 2020 nog beschikbaar voor de projecten die in deze collegeperiode starten:

  • Programma - bedragen x € 1.000,-
  • Europese programma’s waaronder Efro-EZ/Interreg
  • GLB-NSP (POP4)
  • Investeringskader Waddengebied/Tenders Waddenfonds
  • Totaal beschikbaar
  • Cofinancieringsbudget
  • 6.454
  • 16.000
  • 12.616
  • 35.070
Print deze pagina