Overige verbonden partijen

Begroting

4.1 Fonds Nazorg Stortplaatsen, Leeuwarden

De betrokkenheid van de provincie vloeit voort uit de Wet milieubeheer. Het Nazorgfonds Stortplaatsen is een ‘spaarpot’ waaruit de kosten van nazorg van relatief jonge stortplaatsen worden gedekt. Deze nazorg beoogt te voorkomen dat het publieke belang wordt geschaad door milieuvervuiling als gevolg van gebrek aan onderhoud aan en tijdig vervangen van voorzieningen van overgedragen (gesloten) stortplaatsen. Het belangrijkste financiële risico dat de provincie loopt, is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. Lang onopgemerkte bodemverontreiniging kan leiden tot schade bij derden. In verband met dit soort risico’s is een risicovoorziening in het fonds opgenomen. Op 31 december 2018 vielen zeven stortplaatsen onder de nazorgregeling, waarvan 3 droge stortplaatsen, 3 kleinschalige baggerspeciestortplaatsen en 1 grote baggerspeciestortplaats. Aan vijf van de zeven stortplaatsen is een voorlopige heffing opgelegd en geïnd, bij één stortplaats is de heffing definitief vastgesteld en geïnd.

  • Programma
    Omgeving
  • Rechtsvorm (bestuurder GS)
    ‘Fonds’ -bij wet ingesteld- (Hoogland)
  • Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang
    Geen
  • Resultaat
    2017: € 133.290,-
    2018: € 152.644,-
  • Financieel belang in de verbonden partij (orde van grootte)
    Een jaarlijkse provinciale bijdrage t/m 2024 ter compensatie van de rekenrente verlaging in 2015. De jaarlijkse provinciale bijdrage bedraagt gemiddeld € 50.000.
  • Eigen en vreemd vermogen verbonden partij
    Eigen vermogen:
    2017: € 1,7 mln.
    2018: € 1,8 mln.

    Vreemd vermogen:
    2017: € 12,0 mln.
    2018: € 12,4 mln.
  • Financiële risico’s provincie
    De Provincie loopt geen financiële risico’s. Het eigen vermogen van het Fonds is toereikend om de financiële risico’s op te vangen.

4.2 Samenwerkingsovereenkomst Waddenglas, Leeuwarden

Met het project Waddenglas realiseren de provincie Fryslân, de gemeente Waadhoeke en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ten zuiden van Sexbierum een hoogwaardig glastuinbouwgebied. Vanwege de aanhoudende financiële crisis in de glastuinbouw en het uitblijven van gronduitgifte is het project in 2015 afgeschaald naar de uitvoering van alleen fase 1. In 2017 is een intentie overeenkomst gesloten met de The Fruit Farm Group (TFFG) over afname van de grond. In oktober 2018 heeft TFFG laten weten de gronden niet te zullen aankopen. In de grondexploitatie is daarom reeds rekening gehouden met een verdere vertraging van de grondverkoop.

  • Programma
    Economie
  • Rechtspers. (bestuurder GS)
    De Rouwe is voorzitter van de stuurgroep
  • Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang
    Geen
  • Resultaat
    Bij uitvoering van alleen fase 1 van het plan met afronding in 2022:
    • 52 ha bouwrijpe grond, waarvan 37 ha netto nieuw glas, ruimtelijk goed ingepast en voorzien van duurzame energie.
    • Verwachte eindwaarde van de grondexploitatierekening per 1-1-2019: € 6,6 mln. negatief, te delen door de drie partijen.
  • Financieel belang in de verbonden partij (orde van grootte)
    • Een derde van de boekwaarde en de verwachte eindwaarde (positief of negatief).
    • € 2,4 mln. voorgefinancierd voor de aankoop gronden; is later omgezet in een lening aan de gemeente Waadhoeke. Hierover wordt jaarlijks rente bijgeschreven. Totaal stond per 31-12-2018 € 3,9 mln. bij Gemeente Waadhoeke uit.
  • Eigen en vreemd vermogen verbonden partij
    De boekwaarde was per 1-1-2019 € 13,7 mln., waarin elke partij een gelijk aandeel heeft.
  • Financiële risico’s provincie
    Het provinciale aandeel in de verwachte negatieve eindwaarde bedraagt € 2,2 mln. Dit voorziene verlies kan worden gedekt door een hiertoe gevormde voorziening. De stand van de voorziening per 31/12/2018 bedraagt € 2,3 mln.
    Bij een verdere vertraging van de grondverkoop kan het verlies nog oplopen. In het worst case scenario kan het verlies voor de provincie oplopen tot € 3,9 mln.
    Afgezet tegen de voorziening resteert een ongedekt risico van € 1,6 mln. De kans dat dit risico zich voordoet wordt door de dienst geschat op 20%, wat in het weerstandsvermogen wordt meegewogen.

4.3 Regiecollege Waddengebied, Leeuwarden

Overlegplatform voor een evenwichtige ontwikkeling van het waddengebied: ‘gezamenlijk goed bestuur voor het waddengebied’. Het resultaat van de besprekingen wordt door de leden gebruikt voor de oordeelsvorming binnen de eigen organisatie en achterban. Het RCW gaat in 2020 over in een Omgevingsberaad Wadden (OBW). Het OBW is een van de drie onderdelen van een nieuwe governance voor het Waddengebied. De andere twee onderdelen zijn: een Bestuurlijk Overleg Wadden en de Beheerautoriteit. Met het OBW wordt een platform gecreëerd waar gestructureerd discussies over het Waddengebied kunnen worden geïnitieerd en gevoerd, alsook informatie uitgewisseld. Gebruikers, maatschappelijke organisaties en de Waddenacademie worden uitgenodigd om aan dit beraad deel te nemen. Rijk en regionale overheden gebruiken het OBW voor het bespreken en toetsen van beleidsvoorstellen. De heer Brok, Commissaris van de Koning van Fryslân en huidige voorzitter van RCW, neemt in zijn functie als rijksheer het voorzitterschap van het OBW én het vice-voorzitterschap van het Bestuurlijk Overleg Waddengebied op zich, zodat de connectie tussen beide overleggen goed geborgd is.

  • Programma
    Bestuur
  • Rechtsvorm (bestuurder GS)
    Convenant (Fokkens, Commissaris van de Koning)
  • Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang
    Geen
  • Resultaat
    2018: € 0
  • Financieel belang in de verbonden partij (orde van grootte)
    Bijdrage 2018 en 2019: € 26.700,-
    Bijdrage 2020 (begroot): € 31.000,-
  • Eigen en vreemd vermogen verbonden partij
    31-12-2017: € 34.400,-
  • Financiële risico’s provincie
    Geen

Het totaal van financiële risico’s voor de provincie bij de verbonden partijen bedraagt op basis van bovenstaand overzicht € 100 mln.. Dit bedrag is name opgebouwd uit de hybride leningen aan de BNG en de NWB (twee maal € 50 mln.). De kans dat het financieel risico tot verlies van € 100 mln. aan de hybride leningen zich voordoet is kleiner dan 1%.
Daarnaast is er een risico op de deelneming in Waddenglas van € 1,4 mln. De kans dat dit risico zich voordoet wordt door de dienst ingeschat op 20%.
In paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn deze risico’s meegenomen bij het berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit.

Print deze pagina